Verordening Cliëntenparticipatie Wsw

Geldend van 01-07-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw

De cliëntenparticipatie Wsw houdt zich bezig met het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Wsw. Dit is de verordenende bevoegdheid van de gemeente en ook de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering. In de Wet sociale Werkvoorziening, artikel 2 lid 3 is cliëntenparticipatie geformuleerd als een wettelijk recht.

De raad van de gemeente lansingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008 besluit vast te stellen de volgende Verordening Cliëntenparticipatie Wsw

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    cliëntenparticipatie Wsw: de gestructureerde wijze waarop de gemeente Wsw-gerechtigden betrekt in de beleidsvoorbereiding, beleidsvaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wsw-beleid;

  • 2.

    gemeentelijk beleid arbeidsparticipatie : de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot deelname aan reguliere arbeid van Wsw-gerechtigden en aangepaste arbeid waar nodig;

  • 3.

    Cliëntenraad Wsw: de door burgemeester en wethouders als zodanig erkende en in deze gemeente actief zijnde cliëntenraad van Wsw-gerechtigden, hierna te noemen: Wsw-raad;

    • ·

      Wsw-gerechtigden: ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten:

    • ·

      Wsw-gerechtigden op de wachtlijst

    • ·

      Wsw-gerechtigden als werknemer van een SW-bedrijf of

    • ·

      Wsw-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever en /of hun vertegenwoordigers die als zodanig gerechtigd zijn.

Artikel 2 Doelstellingen

Het beleid cliëntenparticipatie Wsw heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het gemeentelijk beleid inzake de uitvoering van de Wsw vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk Wsw-beleid, gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een functiebeperking of chronische aandoening wat bijdraagt aan het realiseren van volwaardig burgerschap.

Artikel 3 Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie Wsw wordt de Wsw-raad onder andere betrokken bij het gemeentelijk Wsw-beleid en de volgende onderwerpen:

  • -

    visie van de gemeente ten aanzien van de invulling van de doelstelling ‘de cliënt centraal en waar mogelijk werk bij een gewone werkgever’;

  • -

    verordeningen Cliëntenparticipatie en PGB, en eventuele andere verordeningen;

  • -

    wachtlijstbeheer;

  • -

    beleid van de gemeente om werkgevers actief te benaderen voor het beschikbaar stellen van werkplekken voor begeleidwerken;

  • -

    beleid m.b.t. behoud verworven vaardigheden wachtende Wsw-gerechtigden (sluitende aanpak);

  • -

    keuze begeleidingsorganisaties voor mensen die begeleid willen werken zonder gebruik te maken van het PGB;

  • -

    gemeentelijk beleid inzake de kwaliteit van het werk in beschutte omgevingen. De OR heeft hier een ook rol in de richting van de directie van het sw-bedrijf;

  • -

    gemeentelijke verantwoording met betrekking tot gemeentelijk Wsw-beleid;

  • -

    financiële verantwoording gemeente met betrekking tot de Wsw;

  • -

    gemeentelijk beleid met betrekking tot benutten faciliteiten sw-bedrijf voor andere groepen;

  • -

    beleid gemeente met betrekking tot verwijderen van wachtlijst Wsw bij weigering ‘passend’ werk aanbod door gemeente;

  • -

    de Wsw-raad mag adviseren over de klachten- of bezwaarprocedures en regelingen.

Artikel 4 Advies

  • 1. De Wsw-raad kan het College en de Raad gevraagd en ongevraagd eenadvies geven over de onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

  • 2. De adviezen van Wsw-raad worden door de secretaris op schrift gesteld en na een akkoord middels een ondertekening door de voorzitter ter kennisname gebracht aan het College en de Raad.

  • 3. Indien het besluit van het College afwijkt van het advies van de Wsw-raad, dan stellen zij de Wsw-raad daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, voorzien van een motivering.

  • 4. Het College voorziet, behoudens overmacht, overeenkomstig het huishoudelijk reglement de Wsw-raad schriftelijk en tijdig van de noodzakelijke informatie welke een adequate deelname aan de Wsw-raad mogelijk maakt.

  • 5. In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de Wsw-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Wsw-raad is afgeweken.

  • 6. Burgemeester en wethouders voorzien de Wsw-raad van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wsw-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd (braille, grootletterschrift, daisyrom).

  • 7. De werkwijze van het overleg zal, met inachtneming van de bepalingen in deze verordening, worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement, vast te stellen door de daartoe gemachtigde wethouder, en de Wsw-raad.

  • 8. Bespreekpunten kunnen zowel door het College als de Wsw-raad voor de agenda worden aangemeld. Bespreekpunten kunnen via de secretaris worden aangemeld bij de agendacommissie van de Wsw-raad.

Artikel 5 Overleg

  • 1. Tussen burgemeester en wethouders en de Wsw-raad vindt minimaal drie keer per jaar een structureel overleg plaats.

  • 2. Dit overleg wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter, te benoemen door het College op voordracht van de leden van het Wsw-raad en de verantwoordelijke wethouders.

  • 3. Van overleg en afspraken met de Wsw-raad doen burgemeester en wethouders binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de cliëntenraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de Wsw-raad gegeven adviezen is gedaan.

  • 4. De samenwerking tussen de gemeente en de Wsw-raad wordt jaarlijks geëvalueerd en eventueel wordt de verordening daarop aangepast of gewijzigd.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1. De Wsw-raad bestaat uit personen als bedoeld in artikel 1 Wsw en woonachtig in de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland.

  • 2. De Wsw-raad telt maximaal 15 leden.

  • 3. De leden worden door het College benoemd op voordracht van de Wsw-raad.

  • 4. Voor alle leden, zoals bedoeld onder 1 en 2 geldt dat zij benoemd worden voor een periode van 3 jaar. Na deze termijn kan op verzoek de deelname aan de Wsw-raad met eenmaal 3 jaar worden verlengd.

  • 5. Bij de samenstelling van de Wsw-raad wordt gestreefd naar regionale spreiding van de leden uit de vier deelnemende gemeenten.

  • 6. De voorzitter en secretaris worden benoemd door het college. Hun benoeming wordt gesteund door de leden van de Wsw-raad.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen aan de Wsw-raad zodanige middelen ter beschikking dat de cliëntenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige Wsw-gerechtigden in het kader van de Wsw.

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting

  • 3. De gemaakte kosten worden vóór <datum> aan het College verantwoord.

  • 4. Voor niet reguliere activiteiten kan de Wsw-raad bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen.

  • 5. Aan de Wsw-raad zal een secretaris beschikbaar worden gesteld.

  • 6. De voorzitter, zoals genoemd in artikel van deze verordening wordt benoemd voor een periode van 4 jaar. Na het beëindigen van deze termijn kan de voorzitter worden gevraagd nogmaals een termijn als voorzitter te fungeren.

  • 7. Het College kan op voordracht van de Wsw-raad, gedurende de zittingsperiode besluiten de voorzitter uit diens functie te ontheffen wanneer deze naar het oordeel van de Wsw-raad en het College onvoldoende functioneert. Dit besluit vindt niet plaats dan nadat de voorzitter is gehoord.

  • 8. Uit het voor de Wsw-raad beschikbare budget wordt elke deelnemer van de Wsw-raad, die dit wenst, ter bestrijding van gemaakte en te maken onkosten een passende onkostenvergoeding verstrekt. Het College is bevoegd dit bedrag aan te passen.

Artikel 8

 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als de: Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 10

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2008.

Toelichting Verordening Cliëntenparticipatie Wsw

Algemeen

De Wsw-geïndiceerde (Wsw’er) staat centraal in de uitvoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Om die reden vindt de Tweede Kamer cliëntenparticipatie belangrijk en onmisbaar. In de Wsw is daarom geregeld dat de gemeenteraad bij de verordening regels stelt over de manier waarop Wsw’ers betrokken worden bij de uitvoering van de Wsw.

De Wsw-raad behartigt de belangen van alle Wsw-geïndiceerden bij de lokale invulling van het Wsw-beleid. De bedoeling is de Wsw-raad te betrekken bij de voorbereiding van het beleid, maar ook bij kaderstellen door de gemeenteraad. Het beleidsterrein voor advisering strekt zich uit van de Wsw tot de inrichting en uitvoering van lokaal beleid om (weer) mee te doen in de samenleving (arbeidsmarktbeleid en maatschappelijk participatiebeleid). Het advies kan gaan over beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, inzet van voorzieningen (zoals persoonsgebonden budget), de uitvoering van de wetgeving, beoordeling van begroting, verantwoording en evaluaties en dergelijke.

Het gaat nadrukkelijk om de groep inwoners met een Wsw-indicatie en niet om individuele belangenbehartiging.

Artikelsgewijs

De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet nader toegelicht.

Artikel 1

Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip Wsw-raad volgt dat dit een door burgemeester en wethouders ingesteld inspraakorgaan is dat functioneert binnen het beleidsterrein van de Wsw. Het inspraakorgaan dat in de gemeente actief is en zich ten doel stelt om de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige Wsw-gerechtigden (mensen met een Wsw-indicatie. Is een Wsw-raad niet binnen de gemeente actief dan rust op burgemeester en wethouders de inspanningsverplichting om de totstandkoming daarvan te bevorderen.

Artikel 3

Dit artikel geeft de beleidsterreinen aan waarbij de Wsw-raad wordt betrokken. De aspecten van het beleid (op de genoemde terreinen) waarbij de Wsw-raad wordt betrokken zijn:

  • a.

    de voorbereiding van het beleid;

  • b.

    de uitvoering van het beleid;

  • c.

    de evaluatie van het beleid.  

Artikelen 4, 5 en 6

Dit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 7.

 

Het vierde lid van artikel 4 betreft de verplichting tot het tijdig informeren. De omschrijving houdt in ieder geval in dat:

  • a.

    bij nieuw beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van de hoofdlijnen van dit beleid;

  • b.

    bij evaluatie van beleid de Wsw-raad in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

 

Het zesde lid van artikel 4 draagt burgemeester en wethouders op om de Wsw-raad te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. Burgemeester en wethouders bepalen zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien de Wsw-raad burgemeester en wethouders verzoekt om de informatie elektronisch (op USB-stick, op CD of via e-mail) aan te leveren dan zullen zij indien redelijkerwijs mogelijk aan dit verzoek voldoen. Dit geldt tevens voor verzoeken om de informatie in braille of in grootletterschrift aan te leveren.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders stellen de Wsw-raad middelen ter beschikking voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient de Wsw-raad jaarlijks een begroting in. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende kostensoorten worden opgevoerd:

  • a.

    onkostenvergoeding van de vrijwilligers;

  • b.

    vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale leesvormen, doventolk);

  • c.

    vergoeding voor deskundigheidsbevordering;

  • d.

    aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

  • e.

    middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;

  • f.

    faciliteiten voor overleg met- en activering van de achterban;

  • g.

    faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations;

  • h.

    faciliteiten voor overleg en afstemming met andere groepen, zoals de Wmo–adviesraad en Cliëntenraad Wwb.

Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal de Wsw-raad aannemelijk moeten maken door middel van het voeren van een boekhouding.