Beleidsregel Frictiebudget ten behoeve van het subsidiebeleid Maatschappelijke Ontwikkeling 2014-2018

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1.1 Kadernota voor subsidiebeleid “Sterke samenleving, Ondersteunende overheid”

De gemeente Lansingerland heeft haar subsidiebeleid vastgelegd in “Sterke samenleving, Ondersteunende overheid”, de kadernota ten behoeve van het subsidiebeleid Maatschappelijke Ontwikkeling 2014-2018. Hierin beschrijft de gemeente de ambities ten aanzien van maatschappelijke ondersteuning en jeugd. In het nieuwe beleid vormt de zelfredzaamheid van inwoners meer dan voorheen het uitgangspunt en verschuift de aandacht voor een belangrijk deel naar inwoners die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben in het dagelijks leven. Omdat het nieuwe subsidiebeleid veranderingen met zich meebrengt die consequenties (kunnen) hebben voor organisaties die reeds jarenlang subsidie hebben ontvangen van de gemeente, is bij het vaststellen van het nieuwe subsidiebeleid een overgangsperiode afgesproken waarin een frictiebudget beschikbaar wordt gesteld.

1.2 Doel frictiebudget

Het frictiebudget is bedoeld om kosten op te vangen die verbonden zijn aan verplichtingen die organisaties die geen of minder subsidie ontvangen vanaf 2014 niet tijdig hebben kunnen afbouwen, zoals huurverplichtingen, personeelsverplichtingen en dergelijke. Daarnaast kan het college middels de hardheidsclausule frictiebudget toekennen aan organisaties indien het nieuwe subsidiebeleid heeft geleid tot onbillijkheden van overwegende aard (maatschappelijke onrust).

Daarbij moet worden opgemerkt dat in 2012 al is aangekondigd dat de gemeente het subsidiebeleid zou herzien. Daarnaast is bij alle organisaties die momenteel subsidie van de gemeente ontvangen in hun beschikking voor 2013 vermeld dat 2013 het laatste jaar is waarin zij de subsidie ontvangen en dat vanaf 2014 alleen nog subsidie zal worden verstrekt op basis van de nieuwe beleidsdoelen die de gemeente heeft vastgesteld. De gemeente heeft, in het kader van behoorlijk bestuur, organisaties dus tijdig op de hoogte gesteld en ingelicht. De verantwoordelijkheid om de bedrijfsvoering van organisatie zo in te richten of aan te passen dat tijdig kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen in het subsidiebeleid ligt bij de organisaties. Organisaties kunnen daarnaast andere wegen van financiering of sponsoring zoeken voor hun activiteiten of de eigen bijdragen van gebruikers verhogen (profijtbeginsel).

De hoogte van het frictiebudget wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld bij de vaststelling van de begroting. Een meerjarige voorlopige financiële richtlijn is bij de vaststelling van de kadernota Sterke Samenleving, Ondersteunende Overheid vastgesteld en op basis hiervan is een benadering van het frictiebudget als volgt:

De hoogte van het frictiebudget voor 2014 wordt dus pas definitief bij het vaststellen van de programmabegroting door de raad in november 2013. De hier voorgestelde bedragen zijn een voorlopige richtlijn voor 2014 op basis van de door de raad vastgestelde systematiek voor de subsidiedoelen en de voorlopige financiële richtlijn op 31 januari 2013. Deze restrictie geldt ook voor de daaropvolgende jaren. Aan de hier genoemde bedragen kunnen geen rechten worden ontleend.

In het volgende hoofdstuk wordt aangegeven wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het frictiebudget en op welke wijze een aanvraag kan worden ingediend.

2. Regels Frictiebudget

Regel 1: Structurele subsidierelatie

1.De organisatie heeft minimaal drie achtereenvolgende jaren subsidie ontvangen van de gemeente, zodat sprake was van een structurele subsidierelatie.

Regel 2: Criteria

Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het frictiebudget dient de aanvraag te voldoen aan de volgende criteria:

• 1.

  De organisatie kan aantonen dat er een acuut financieel probleem ontstaat voor de organisatie door onontkoombare aantoonbare verplichtingen, zoals personeelslasten en huisvestingslasten;

• 2.

  De organisatie dient bij de aanvraag voor een frictiebijdrage een toekomstplan in waarin wordt aangegeven op welke manier en binnen welke termijn de organisatie het probleem oplost;

• 3.

  Er is bereidheid binnen de aanvragende organisatie om mee te denken;

• 4.

  Het college bepaalt of de aanvraag voldoet aan bovenstaande criteria.

Regel 3: Omvang bijdrage

De omvang van de bijdrage uit het frictiebedrag wordt als volgt bepaald:

• 1.

  Om in aanmerking te komen voor een bijdrage uit het frictiebedrag dient het op te lossen probleem minimaal een omvang te hebben van € 1.000,-;

• 2.

  De hoogte van de bijdrage uit het frictiebudget en de toekenning van de subsidie voor 2014 tezamen, wordt nooit hoger vastgesteld dan 100% van de subsidie die de organisatie in voorgaande jaren van de gemeente heeft ontvangen of hoger dan 100% van de begrootte huisvestings en/of personeelslasten;

• 3.

  Het college bepaalt of de organisatie in aanmerking komt voor een bijdrage en voor welk bedrag, op basis van het plan dat door de organisatie is ingediend.

Regel 4: Indiening en behandeling van de aanvragen

• 1.

  Aanvragen voor een bijdrage uit het frictiebudget zullen worden aangemerkt als een aanvraag voor een incidentele subsidie;

• 2.

  Aanvragen worden ingediend uiterlijk 8 weken na dagtekening van de subsidiebeschikking van het betreffende subsidiejaar;

• 3.

  Het college besluit uiterlijk 8 weken na de uiterlijke indieningstermijn indien het dossier compleet is;

• 4.

  Het college kan in urgente gevallen besluiten over een voorschot te beschikken.

Regel 5: Verplichtingen van de aanvrager

• 1.

  Aanvragen voor een bijdrage uit het frictiebudget dienen voorzien te zijn van een begroting van de betreffende organisatie over het kalenderjaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan, een begroting van het voorgaande kalenderjaar en de meest recente jaarrekening van de organisatie;

• 2.

  Aanvragen dienen daarnaast voorzien te zijn van documenten waarmee de onontkoombare verplichtingen worden aangetoond en een plan om het probleem op te lossen, als genoemd in Regel 2.1. en 1.2.

Regel 6: Subsidieplafond en verdeelsystematiek

• 1.

  De voorlopige richtlijn voor het subsidieplafond voor deze regeling in 2014 is: € 375.000;

• 2.

  De gemeenteraad stelt het definitieve subsidieplafond vast tijdens de begrotingsvergadering november 2013;

• 3.

  Indien en voor zover na beoordeling van de aanvragen er meerdere aanvragen zijn die in aanmerking komen voor een bijdrage uit frictiebudget en er tevens sprake is van het bereiken van het subsidieplafond, wordt het beschikbare budget naar rato van de subsidiabele kosten verdeeld over de aanvragers.

Regel 7: Hardheidsclausule

• 1.

  Het college kan, in bijzondere gevallen, een regel of regels uit de beleidsregel frictiebudget buiten toepassing laten of daarvan afwijken, gelet op het belang van de aanvrager of indien dit leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het niet van toepassing verklaren van deze regel of regels wordt gemotiveerd in het besluit;

• 2.

  Als een bijzonder geval kan in elk geval worden aangemerkt dat er een aantoonbaar probleem ontstaat in het algemeen belang van overwegende aard van de samenleving door het wegvallen van een eerder gesubsidieerde activiteit die op geen enkele andere wijze kan worden gecompenseerd.

Regel 8: Uitsluitingen

• 1.

  Organisaties die activiteiten verrichten die niet vallen binnen de reikwijdte van de Algemene Subsidie Verordening Lansingerland 2014;

• 2.

  Aanvragen die na de uiterlijke indieningtermijn zijn ingediend.

Regel 9: Beëindiging Beleidsregel Frictiebudget

• 1.

  De Beleidsregel Frictiebudget eindigt op 31 december 2016, tenzij de raad besluit om voor 2017 en verder ook nog frictiebudget beschikbaar te stellen.

3. Werkwijze voor de organisaties

In onderstaande alinea’s wordt de werkwijze beschreven voor het aanvragen van een frictiebijdrage:

1. Organisatie wacht af op subsidiebeschikking eind 2013

In deze beschikking staat hoeveel subsidie de organisatie ontvangt in 2014. Op basis daarvan kan de organisatie onderzoeken of er een financieel probleem ontstaat door onontkoombare aantoonbare verplichtingen, zoals personeelslasten en huisvestingslasten. Indien de organisatie een financieel probleem constateert kan een aanvraag worden ingediend voor een frictiebijdrage.

Indien de organisatie constateert dat er een acuut probleem ontstaat in de bedrijfsvoering, dan kan de organisatie een aanvraag voor een voorschot indienen bij het college om de eerste maanden van 2014 door te komen.

2. Organisatie bekijkt de criteria uit de beleidsregel frictiebudget

In de regels (zie hoofdstuk 2) staat een aantal criteria waaraan een eventuele aanvraag moet voldoen, zoals de maximale omvang van de frictiebijdrage en indieningstermijnen. De organisatie onderzoekt of zij (kunnen) voldoen aan deze criteria.

3. Organisatie maakt een toekomstplan om het probleem in de toekomst op te lossen

Het frictiebudget is een tijdelijke overgangsregeling met een beperkt budget. De organisatie maakt een toekomstplan op welke manier en binnen welk termijn de organisatie het probleem oplost.

4. Indienen aanvraag frictiebudget

De aanvraag voor het frictiebudget verloopt via een door het college van B&W vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier is alleen digitaal in te vullen en beschikbaar op www.lansingerland.nl/subsidies. Als bijlage wordt het toekomstplan meegestuurd en de overige vereiste stukken.

5. Beslistermijn en bekendmaking frictiebijdrage

Het college beslist uiterlijk 8 weken na de uiterlijke indieningstermijn. De beslissing met een toelichting wordt via een beschikking aan de organisatie bekend gemaakt. Organisaties kunnen hiertegen bezwaar maken. De procedure hiervoor wordt beschreven in de beschikking.

6. Werkwijze 2015 en 2016

De Beleidsregel Frictiebudget is ook van toepassing in de jaren 2015 en 2016. We evalueren de beleidsregel eind 2014. Mochten er aanpassingen in de Beleidsregel Frictiebudget wenselijk zijn, dan zullen we beleidsregel voor 2015 opnieuw door het college laten vaststellen.

De hoogte van het frictiebudget voor 2015 en 2016 wordt pas definitief bij het vaststellen van de programmabegroting door de raad in november 2014 respectievelijk november 2015.