Gedragscode Integriteit Medewerkers

a. Als medewerker van de gemeente Lansingerland leg je een ambtseed of ambtsgelofte af;

b. Je houdt je bij de uitvoering van je werkzaamheden aan hetgeen je bij deze eed of gelofte hebt verklaard en je bent daarop aanspreekbaar.

a. Je ontvangt van de gemeente een brochure waarin het integriteitbeleid en de gedragscode beknopt is beschreven, nieuwe medewerkers ontvangen deze brochure bij indiensttreding;

b. Jij, je leidinggevende en je collega’s stellen het integriteitbeleid met enige regelmaat in het werkoverleg aan de orde zodat mogelijke verstoringen tijdig worden gesignaleerd en besproken.

a. Binnen de gemeente Lansingerland is een aantal medewerkers aangewezen als intern deskundige met wie zaken aangaande ongewenst gedrag, integriteit, gedragsregels en (vermoedens van) misstanden of ambtsmisdrijven in eerste instantie kunnen worden besproken;

b. Van deze medewerkers, waartoe in elk geval de leidinggevenden en de P&O–adviseurs behoren, worden extra eisen gesteld met betrekking tot geheimhouding, gespreksvaardigheid en vermogen tot begeleiden van gevoelige of complexe situaties.

a. Naast de in artikel 3. genoemde interne deskundigen heeft de gemeente Lansingerland contracten afgesloten met enkele externe instanties van wie desgewenst deskundige of specialistische medewerkers kunnen worden ingeschakeld bij de behandeling van (vermoedens van) misstanden en ambtsmisdrijven, daarbij moet met name worden gedacht aan een vertrouwenspersoon, bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werk en andere specialismen;

b. Deze externe deskundigen of specialisten zijn bij de behandeling gebonden aan de in deze gedragscode opgenomen afspraken.

a. Ongewenst gedrag is over het algemeen eenzijdige aandacht die tot uiting komt in verbaal, nonverbaal of fysiek gedrag dat als ongewenst of dwingend wordt ervaren door degene op wie het gedrag gericht is;

b. Je onthoudt je als medewerker van de gemeente Lansingerland van ongewenst gedrag;

c. Je maakt het door jou als ongewenst of dwingend ervaren of waargenomen gedrag bespreekbaar;

d. Je kunt je hierin desgewenst laten bijstaan door een van de in de artikelen 3 en 4 genoemde interne of externe deskundigen.

a. Bij melding en behandeling van (vermoedens van) misstanden en ambtsmisdrijven, ook wel klokkenluiderregeling genoemd, is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing;

b. Als je een vermoeden van een misstand of een ambtsmisdrijf wilt melden, doe je dit bij je leidinggevende, of bij een interne of externe deskundige, zoals genoemd in artikelen 3 en 4;

c. Als je melding doet van een vermoeden van een misstand of ambtsmisdrijf wordt jouw identiteit pas bekend gemaakt als jij daarom verzoekt of als dat gezien het stadium van de behandeling noodzakelijk is, de deskundige die jouw melding in ontvangst heeft genomen treedt tot dat moment op als contactpersoon.

a. Van de melding van een vermoeden van een misstand of ambtsmisdrijf wordt de algemeen directeur zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld;

b. Na de melding van een vermoeden van een misstand of ambtsmisdrijf stuurt de algemeen directeur een ontvangstbevestiging en stelt hij een onderzoek in;

c. Binnen zes weken stelt de algemeen directeur de medewerker c.q. de contactpersoon schriftelijk op de hoogte van zijn bevindingen en het door hem ingenomen standpunt. Dit standpunt wordt ook ter kennisname gebracht van de burgemeester;

d. Als de medewerker het niet eens is met het onder c) genoemde standpunt of er gehandeld is in strijd met de in de Awb genoemde termijnen, kan de medewerker melding doen bij de Landelijke

e. Commissie Klokkenluiders;

f. In het geval dat de algemeen directeur betrokken is bij een melding zoals genoemd onder a), dan treedt het college op als behandelend orgaan.

a. Je bewaart vertrouwelijke stukken en dossiers in afgesloten kasten;

b. Contacten met de pers verlopen via de communicatiemedewerkers en/of het College.

a. Je neemt geen geschenken of attenties aan, tenzij sprake is van situaties zoals genoemd onder b);

b. In de sfeer van representatie en public relations kunnen kleine attenties worden ontvangen en gegeven. Hierbij wordt als kader gehanteerd:

• ·

  het moet gaan om kleine attenties;

• ·

  de uitwisseling vindt in alle openbaarheid plaats;

• ·

  er is geen directe relatie met geleverde of te leveren diensten;

c. Attenties die dit kader te buiten gaan worden door jou geweigerd of teruggegeven, waarna je melding doet bij je leidinggevende en de gemeente de betrokken relatie schriftelijk inlicht over de overwegingen bij de weigering of teruggave.

a. Je neemt geen lunches of diners aan en vermijdt lunches of diners met mogelijke opdrachtgevers of leveranciers, tenzij sprake is van een combinatie met een zakelijke bespreking die direct in het belang is van de gemeente en de functionele uitoefening van de functie;

b. Het aannemen van een lunch of diner in het kader van een zakelijke bespreking vereist van te voren bespreking met en een akkoord van je leidinggevende.

a. Je neemt geen reizen of andere uitstapjes naar bijvoorbeeld evenementen aan;

b. Je overlegt functionele reizen en andere uitstapjes naar bijvoorbeeld evenementen die in het belang van de gemeente zijn vooraf met je leidinggevende, je kunt dan ook een beroep doen op een reis– of verblijfkostenvergoeding overeenkomstig de geldende voorschriften;

c. Buitenlandse reizen en uitnodigingen daarvoor worden altijd vooraf besproken in het Directieberaad, waarbij doel en beleidsdoelstellingen worden afgewogen, waarbij het gemeentelijk belang doorslaggevend is;

d. In geval van buitenlandse reizen en uitnodigingen daarvoor voor directieleden worden deze altijd vooraf besproken in het College, waarbij doel en beleidsdoelstellingen worden afgewogen, waarbij het gemeentelijk belang doorslaggevend is.

a. Voor bepaling van de functionaliteit van gemaakte en te declareren kosten worden de volgende kaders gehanteerd:

• ·

  met de kosten is het belang van de gemeente gediend;

• ·

  de kosten vloeien voort uit de uitvoering van je functie;

b. Je declareert gemaakte kosten binnen drie maanden na het ontstaan ervan op het daarvoor vastgestelde declaratieformulier waarbij je de originele bewijsstukken hebt gevoegd;

c. Je declaraties worden afgewikkeld volgens de binnen Lansingerland vastgestelde administratieve procedure, waarbij rekening wordt gehouden met de geldende fiscale of wettelijke bepalingen;

d. Kosten die op een andere wijze worden vergoed kunnen niet gedeclareerd worden;

e. In geval van twijfel over een declaratie wordt deze voorgelegd aan de leidinggevende.

a. Je bent op grond van artikel 15:1:16 van de CAR/UWO verplicht opgave te doen van (al dan niet betaalde) nevenfuncties, nevenwerkzaamheden en het werken in een eigen bedrijf, hiervan wordt een registratie bijgehouden;

b. Je voert geen nevenfuncties, nevenwerkzaamheden of werk in een eigen bedrijf uit als die in het verlengde liggen c.q. kunnen liggen van het beleidsterrein waarin je werkzaam bent en waardoor belangenverstrengeling kan ontstaan.

a. Je voorkomt bij privaat–publieke samenwerkingsrelaties (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen;

b. Je neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die je onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

a. Gemeentelijke materialen en voorzieningen omvatten de voor de werkuitvoering noodzakelijke materialen, gereedschappen en voorzieningen, inclusief internet–, intranet– en emailvoorzieningen;

b. Voor het gebruik van internet, intranet en email is een apart protocol opgesteld dat aan iedere (nieuwe) medewerker wordt uitgereikt, het protocol is tevens te benaderen via de homepage van het intranet;

c. Je maakt geen gebruik van gemeentelijke materialen en voorzieningen voor privédoeleinden;

d. Je neemt geen gemeentelijke materialen en voorzieningen mee naar huis, tenzij je van deze materialen en voorzieningen gebruik moet maken voor het vervullen van je functie tijdens bijvoorbeeld thuiswerken, telewerken of bereikbaarheidsdienst;

e. Je kunt op basis van een bruikleenovereenkomst de beschikking krijgen over gemeentelijke materialen en voorzieningen als dit voor je functie noodzakelijk is.