Regeling vervallen per 07-11-2013

Verordening inzake de winkeltijden Lansingerland 2011

Geldend van 01-06-2011 t/m 06-11-2013

Intitulé

Verordening inzake de winkeltijden Lansingerland 2011

Verordening inzake de winkeltijden Lansingerland 2011

De raad van de gemeente Lansingerland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

gelet op de Winkeltijdenwet 2010 en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen volgt:

Verordening inzake de winkeltijden Lansingerland 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Winkeltijdenwet.

b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet.

c. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag.

d. college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen zes weken.

  • 2 Het college kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1 Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2 In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaats;

d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daartoe gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1 De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a. en b. van de wet, gelden niet op ten hoogste 12, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor de hele gemeente.

Artikel 6 Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avond van zon- en feestdagen

Dit artikel is komen te vervallen (zie artikelsgewijze toelichting).

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1 Het college kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op de zondagen of feestdagen, ten behoeve van:

    a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    b. Het uitstallen van goederen;

    c tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2 De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 6.00 uur (nachtwinkels)

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2 De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 9 Vrijstellingsbesluit

De verboden, bedoeld in artikel 2, eeste lid van de wet gelden, om reden van gemeentegericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet voor nader door de gemeenteraad Lansingerland te bepalen deel of delen van de gemeente middels een vrijstellingsbesluit.

Artikel 10 Intrekken voorgaande regeling

De Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Overgangsregeling (afbouwregeling)

  • 1 Op aanvragen tot verlening, wijziging of intrekking van een ontheffing in de zin van artikel 6 Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007, ingekomen vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007 van toepassing.

  • 2 Op basis van het vorige lid worden door het college bij wijze van overgang naar het nieuwe rechtsregime ontheffingen verleend tot uiterlijk 31 december 2011, met dien verstande dat uitsluitend de bestaande ontheffinghouders voor de toepassing van deze overgangsregeling in aanmerking kunnen komen, opdat voor deze ontheffinghouders gedurende deze periode een ordentelijke afronding van de openstelling op zondag mogelijk wordt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Winkeltijdenverordening Lansingerland 2011'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Lansingerland 26 mei 2011.
De griffier, Kees van 't Hart
De voorzitter, Ewald van Vliet

1 Artikelsgewijze toelichting Verordening inzake de winkeltijden Lansingerland 2011

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar. De eerste twee leden van artikel 3 Winkeltijdenwet luiden:

  • 1. De gemeenteraad kan voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag. De beperking tot twaalf dagen per kalenderjaar geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

  • 2. De gemeenteraad kan, al dan niet onder het stellen van regels, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.

Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avond van zon- en feestdagen

Dit artikel steunde voorheen op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:

  • 4. Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel.

De gemeenteraad van Lansingerland heeft bij de vaststelling van deze verordening in lijn met het coalitieakkoord 2010-2014 Gemeente Lansingerland besloten geen mogelijkheid meer op te nemen tot het verlenen van een ontheffing in de zin van artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Artikel 4 luidt:

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden.

  • 2. Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

  • 3. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 8. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Artikel 7 luidt:

  • 1. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening te stellen regels, vrijstelling en op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop (art 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag plaatsvinden.

Artikel 9. Vrijstellingsbesluit

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde lid, aanhef en onder a van de wet luidt:

  • De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

    • a. op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt; (…....)

Door het wetsvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

  • a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

  • b. de zondagsrust in de gemeente, en

  • c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie.

Artikel 11. Overgangsregeling (afbouwregeling)

In deze verordening wordt met het overgangsrecht beoogd om een goede overgang te regelen van het vorige rechtsregime (Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007) naar het nieuwe rechtsregime (het voorliggende Winkeltijdenverordening Lansingerland 2011). Voor het vorige rechtsregime wordt verwezen naar het recht zoals dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening; de Winkeltijdenverordening Lansingerland 2011.

De gemeenteraad van Lansingerland heeft - na ampel beraad - in het kader van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ervoor gekozen het artikel 11 (overgangsrecht) in de verordening op te nemen.

Het eerste lid regelt dat het oude recht nog van toepassing blijft op de lopende procedures voor aanvragen om een ontheffing in de zin van artikel 6 Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007.

Aanvragen die vóór inwerkingtreding van de nieuwe verordening zijn ingediend, worden dus afgedaan volgens het oude recht. Ook op de eventuele rechtsbeschermingsprocedures (bezwaar en beroep) die op de besluiten op deze aanvragen volgen, blijft het oude recht van toepassing tot het moment dat de bedoelde besluiten onherroepelijk zijn geworden.

Het tweede lid bevat een afbouwregeling (overgangsrecht) voor de ontheffinghouders, die in 2010 op grond van artikel 6 Winkeltijdenverordening Lansingerland 2007 bij wijze van proef voor de duur van één jaar een ontheffing hebben gekregen om zon- en feestdagen tussen 16 en 20 uur op te mogen zijn.

De gemeenteraad van Lansingerland heeft ervoor gekozen voor de vorengenoemde ontheffinghouders deze overgangsregeling in de verordening op te nemen. De ratio van deze bepaling ligt in voorkoming van een situatie, waarbij deze ontheffinghouders door het schrappen van een ontheffingsmogelijkheid onevenredig in hun belang worden getroffen.

Aanvragen om een ontheffing om op zon- en feestdagen open te mogen zijn, die worden ingediend nadat de nieuwe verordening in werking is getreden, kunnen niet in behandeling worden genomen en zullen dus buiten behandeling worden gesteld. Door het schrappen van het ‘oude’ artikel 6 uit de nieuwe verordening ontbreekt immers een rechtsgrond.