Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening op de vertrouwenscommissie Lansingerland 2020)

Geldend van 08-05-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening op de vertrouwenscommissie Lansingerland 2020)

De gemeenteraad van de gemeente Lansingerland

Gelezen het voorstel van het Presidium,

gelet op:

  • -

    Wet van 4 november 2015 (Stb. 2015, 426) houdende wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet;

  • -

    de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet;

  • -

    de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

  • -

    de circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 29 september 2017;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de vertrouwenscommissie Lansingerland 2020

ONDERDEEL A: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel A.1 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit leden te benoemen door en uit de gemeenteraad. Het presidium doet een voorstel voor samenstelling (aantal en personen) aan de raad.

  • 2. De raad kan een raadslid, niet zijnde een fractievoorzitter, aanwijzen als technisch voorzitter van de commissie. De technisch voorzitter is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

  • 3. Indien de gemeenteraad geen technisch voorzitter heeft aangewezen, kiest de commissie een voorzitter uit haar midden.

  • 4. De commissie kiest een plaatsvervangend voorzitter uit haar midden.

  • 5. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel A.2 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en geeft uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 2. De raad kan bepalen dat de gemeentesecretaris ter ambtelijke ondersteuning aan de commissie wordt toegevoegd.

Artikel A.3 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft;

    • c.

      de burgemeester, voor zover met hem een gesprek plaats heeft.

  • 3. De commissie vergadert slechts als tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 24 uur voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste twee uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel A.4 Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van "geheim" door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van "geheim" gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4. Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 5. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel A.5 Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming, de herbenoeming en de klankbordgesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

ONDERDEEL B: BEPALINGEN INZAKE DE BENOEMING

Artikel B.1 Adviseur

  • 1. De gemeenteraad kan een of meer wethouders aan de commissie toevoegen als adviseur.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel A.3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel B.2 Informatie over en gesprek met sollicitant

De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

Artikel B.3 Contactpersoon en ondertekening

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden, onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken, gericht aan de voorzitter en gezonden aan het adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden, onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken, door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het adres van de secretaris verzonden.

Artikel B.4 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid een stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in het in artikel B.4 genoemde verslag opgenomen.

Artikel B.5 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

  • 2. Het verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van de concept aanbeveling van twee personen.

Artikel B.6 Ontbinding

Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

ONDERDEEL H: BEPALINGEN INZAKE DE HERBENOEMING

Artikel H.1 Adviseur

  • 1. De gemeenteraad kan een of meer wethouders aan de commissie toevoegen als adviseur.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel A.3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel H.2 Informatie over en gesprek met de burgemeester

  • 1. De commissie maakt vooraf aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning kenbaar op basis van welke informatiebronnen zij zich een oordeel zal vormen over het functioneren van de burgemeester. Daarbij baseert zij zich in ieder geval op de profielschets en de wettelijke taken van de burgemeester.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad, de commissaris van de Koning en de burgemeester te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt dat bij het verslag van bevindingen wordt gevoegd.

Artikel H.3 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid een stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in het in artikel H.4 genoemde verslag opgenomen.

Artikel H.4 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

  • 2. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester afspraken zijn gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze expliciet in het verslag van bevindingen vermeld.

Artikel H.5 Ontbinding

Lopende een procedure tot herbenoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de burgemeester bij Koninklijk Besluit is herbenoemd.

ONDERDEEL K: BEPALINGEN INZAKE DE KLANKBORDGESPREKKEN

Artikel K.1 Aantal

  • 1. De commissie houdt jaarlijks met de burgemeester een klankbordgesprek over het functioneren.

  • 2. Indien de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maakt, houdt de commissie tussentijds een klankbordgesprek.

  • 3. In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-dagengesprek plaats.

Artikel K.2 Voorbereiding en inhoud

  • 1. De commissie maakt voorafgaand aan de klankbordgesprekken aan de burgemeester kenbaar bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester.

  • 2. De commissie beschouwt het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de hand van de profielschets en aan de wettelijke taken van de burgemeester. Tevens betrekt de commissie hierbij het verslag van en de afspraken uit het vorige klankbordgesprek.

  • 3. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek.

  • 4. In het laatste klankbordgesprek voor de start van de herbenoemingprocedure geeft de commissie de burgemeester een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

Artikel K.3 Verslag

  • 1. Alvorens het verslag vast te stellen, krijgt de burgemeester de gelegenheid te reageren op het concept.

  • 2. Het verslag wordt getekend door de voorzitter van de commissie, de burgemeester en de griffier.

  • 3. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de raadsgriffier.

  • Het verslag wordt niet openbaar gemaakt.

  • 4. Een afschrift van het verslag wordt gezonden aan de commissaris van de Koning.

ONDERDEEL S: SLOTBEPALINGEN

Artikel S.1 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel S.2 Ontbinding en wijziging van de samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden.

  • 2. De samenstelling van de commissie kan tussentijds worden aangepast.

Artikel S.3 Intrekking oude verordening

De Verordening op de vertrouwenscommissie 2017 wordt ingetrokken.

Artikel S.4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel S.5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de vertrouwenscommissie Lansingerland 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 april 2020

De griffier

Drs. Marijke Walhout

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Samenstelling (artikel A. 1)

De commissie bestaat uitsluitend uit leden van de raad waarbij het aan de gemeenteraad is al dan niet elke fractie in de commissie vertegenwoordigd te doen zijn. Verlies van het raadslidmaatschap betekent automatisch het einde van het lidmaatschap van de commissie. Tijdelijke vervanging is vanwege het bijzondere karakter van de procedure, waarin geheimhouding centraal staat, ongewenst, en is daarom in deze bepaling niet opgenomen.

De raad kan een technisch voorzitter benoemen. De technisch voorzitter is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht. Wordt er geen technisch voorzitter benoemd, dan kiest de commissie een voorzitter uit haar midden. Deze voorzitter is lid van de commissie en heeft stemrecht. In beide gevallen kiest de commissie een plaatsvervangend voorzitter uit haar midden.

Ambtelijke ondersteuning (artikel A.2)

Ambtelijke ondersteuning wordt door de griffier geleverd, en eventueel door de gemeentesecretaris als

plaatsvervangend secretaris. Ambtelijke ondersteuners en adviseurs hebben geen stemrecht.

Vergaderingen (artikel A.3)

Het moment van vergaderen moet vroegtijdig bekend zijn zodat de leden van de commissie en de andere

genodigden in staat zijn gehoor te geven aan de oproeping ter vergadering. Als er sprake is van een situatie die een spoedige bijeenkomst van de commissie vereist, kan een kortere termijn van oproeping worden ingesteld.

Geheimhouding (artikel A.4)

De geheimhoudingsplicht voor de vertrouwenscommissie vloeit rechtstreeks voort uit artikel 61c van de

Gemeentewet. De geheimhoudingsplicht omvat alle informatie, niets uitgezonderd: hetgeen tijdens de

vergadering is gewisseld, de stukken (de in artikel A.5 bedoelde verslagen inbegrepen) en alle andere

informatie die langs welke weg ook de commissie bereikt.

De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen.

De geheimhoudingsplicht brengt onder meer met zich dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

Archivering (artikel A. 5)

"Overbrenging" is de uiteindelijke formele overdracht van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats in de zin van artikel 12 van de Archiefwet 1995.

Het aanleveren van de archiefbescheiden direct na afronding van de procedure ter plaatsing in de

archiefbewaarplaats van de gemeente geschiedt door de secretaris van de commissie, omdat het college van BenW in die hoedanigheid geen toegang heeft tot deze stukken.

De Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 maken geen onderscheid naar de vorm van archiefbescheiden en zijn dus zowel op papieren als op digitale archiefbescheiden van toepassing.

Toevoegen van een adviseur (artikel B.1)

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Informatie over en gesprek met de sollicitant (artikel B.2)

Ingevolge artikel 61, vierde lid, van de Gemeentewet wordt door tussenkomst van de commissaris van de

Koning de door de commissie nodig geachte informatie verschaft. Gezien de belangen van alle betrokkenen is de procedure om tot een aanbeveling inzake de benoeming te komen, door de wetgever geheim verklaard. Dat betekent ook dat de commissie er voor moet zorgen dat bij de correspondentie en gesprekken die met de sollicitanten worden gevoerd in het kader van de aanbeveling inzake de benoeming, de privacy gewaarborgd is.

Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.

Contactpersoon en ondertekening (artikel B3)

Het eerste lid van deze bepaling doet vanzelfsprekend niets af aan de geheimhoudingsplicht.

Informatie kan per post en per e-mail verstuurd worden, waarbij de geheimhouding zo veel als mogelijk geborgd dient te worden.

Stemming (artikel B.4)

Met betrekking tot de stemming streeft de commissie naar unanimiteit. Kan een minderheid zich niet vinden in de uitkomst, dan wordt die in het verslag op passende wijze tot uitdrukking gebracht.

Verslag (artikel B. 5)

Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de commissie, nu de gemeenteraad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Als stelregel geldt dat het hele verloop van de procedure zowel procedureel als inhoudelijk in het verslag van bevindingen zijn weerslag krijgt.

Ten aanzien van benoeming dient bepaald te worden dat dit verslag in ieder geval wordt vergezeld van een conceptaanbeveling van twee personen.

Na de vaststelling van de aanbeveling door de raad, wordt slechts de naam van de als eerste

aanbevolen kandidaat openbaar gemaakt.

Ontbinding (artikel B.6)

Uit artikel S.2 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden; zo zou zij na de

benoeming ook de klankbordgesprekken met de burgemeester kunnen voeren, al dan niet in gewijzigde

(mogelijk verkleinde) samenstelling. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is sprake is van een lopende procedure inzake de benoeming.

Toevoegen van een adviseur (artikel H.1)

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Informatie over en gesprek met de burgemeester (artikel H.2)

De informatiebronnen die de vertrouwenscommissie gebruikt bij het komen tot een aanbeveling inzake de herbenoeming dienen voor zowel de burgemeester, de gemeenteraad als de commissaris van de Koning, vooraf helder te zijn.

De bevindingen die de commissie doet, dienen met de burgemeester besproken te worden. Als

vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de

burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college.

Stemming (artikel H.3)

Met betrekking tot de stemming streeft de commissie naar unanimiteit. Kan een minderheid zich niet vinden in de uitkomst, dan wordt die in het verslag op passende wijze tot uitdrukking gebracht.

Verslag (artikel H.4)

Van belang is dat de commissie met een concept voor de aanbeveling inzake de herbenoeming komt, waarop de raad over de aanbeveling heeft te besluiten. Eventuele afspraken over het functioneren van de burgemeester dienen volstrekt helder te zijn.

Ontbinding (artikel H.5)

Uit artikel S.2 volgt dat de commissie in stand blijft zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de herbenoeming.

Aantal (artikel K.l)

Geadviseerd wordt in ieder geval jaarlijks het functioneren van de burgemeester te bespreken, als opmaat naar de herbenoeming. Het klankbordgesprek wint aan kracht als dit het karakter heeft van gezamenlijke reflectie op het functioneren van het bestuur en de rol van de burgemeester daarin.

Vaak vindt een eerste 100- dagengesprek plaats. Ook daarvoor geldt deze verordening.

Voorbereiding en inhoud (artikel K.2)

Een goed klankbordgesprek valt of staat met een goede voorbereiding. De commissie bepaalt daarom de

informanten en deelt dit mee aan de burgemeester.

Als vertrekpunt zijn in ieder geval relevant de profielschets bij benoeming en de wettelijke taken van de

burgemeester, te weten zijn voorzitterschap van raad en college en zijn taken als eenhoofdig orgaan, in het bijzonder zijn verantwoordelijkheid voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. En verder zijn eventuele portefeuille als lid van het college.

Van al deze gesprekken worden verslagen opgemaakt. Die verslagen vormen de basis voor het volgende

klankbordgesprek. Door ruimte voor inbreng van de kant van de burgemeester wint het gesprek aan kracht.

Het verdient overigens aanbeveling de klankbordgesprekken met de raad in de planning af te stemmen op de gesprekken die de burgemeester met de commissaris van de Koning heeft over de ontwikkelingen in het functioneren van de burgemeester.

Verslag (artikel K.3)

Het verslag kan bondig en beknopt zijn, ook puntsgewijs. Wel is van belang dat het verslag een goed beeld geeft van het gesprek en de gemaakte afspraken, zodat degenen die het volgende klankbordgesprek voeren alsmede de commissaris van de Koning zich een goed beeld daarvan kunnen vormen. Daarom is het van belang ook de sfeer te schetsen, waarin het gesprek plaatsvond.

De raadsleden die niet hebben deelgenomen aan de klankbordgesprekken moeten op enig moment kennis kunnen nemen van het verslag omdat het immers een aanloop is naar besluitvorming over een aanbeveling tot herbenoeming, en het gesprek over de herbenoeming plaatsvindt tussen de commissaris en raad als geheel en niet slechts de leden van de raad die de klankbordgesprekken hebben gevoerd.

Wat in het klankbordgesprek gewisseld wordt, behoort tussen de raad en de burgemeester te blijven. Dat maakt dat het verslag dat van dat gesprek gemaakt wordt niet openbaar wordt gemaakt (vgl. artikel 61c van de Gemeentewet).

Onvoorziene gevallen (artikel S.l)

Dit artikel treft een voorziening inzake de bevoegdheid van de commissie in gevallen waarover bij verordening geen regeling is getroffen en de bevoegdheidsverdeling niet uit een andere norm voortvloeit.

Ontbinding van de commissie (artikel S.2)

De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure.

In geval de commissie een permanente status heeft, kan de samenstelling tussentijds worden aangepast, bijvoorbeeld indien het wenselijk wordt geacht de klankbordgesprekken in een kleinere kring te voeren.