Regeling vervallen per 01-01-2013

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Geldend van 04-02-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Mandaatregeling Lansingerland 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland en de burgemeester van de gemeente Lansingerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht Lansingerland;overwegende - dat op 4 januari 2007 het organisatiebesluit Gemeente Lansingerland in werking is getreden;- dat daarin de organisatiestructuur van het ambtelijk apparaat van de gemeente Lansingerland is beschreven als mede de taken van de organisatieonderdelen;- dat in dit mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het volgende

Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland

Artikel 1 Definities

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen verstaan we onder:

  • a.

    Besluit: een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Voorbereiding: het verrichten van handelingen, geen besluit zijn, voorafgaand aan het nemen van een besluit;

  • c.

    Uitvoering: het verrichten van handelingen, geen besluit zijnde, nadat een besluit is genomen;

  • d.

    ‘beslissen over’: verlenen, weigeren, intrekken of wijzigen;

  • e.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • f.

    Ondermandaat: het verlenen van mandaat door de gemandateerde aan een ander;

  • g.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • h.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;

  • i.

    Mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een bij functie in het mandaatregister genoemde functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • j.

    Gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

  • k.

    Plaatsvervanger: de daartoe aangewezen persoon;

  • l.

    Algemeen directeur: de gemeentesecretaris;

  • m.

    Portefeuillehouder: lid van het college van burgemeester en wethouders met specifieke bevoegdheden en aandachtsvelden;

  • n.

    Adjunct-directeur, afdelingshoofden: de in deze bevoegdheid benoemde functionaris, dan wel bij zijn afwezigheid, diens plaatsvervanger.  

Artikel 2 Schriftelijke verlening mandaat

  • 1 Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend.

  • 2 Een mandaat voor een bepaald geval wordt in beginsel schriftelijk verleend.

  • 3 In het geval dat een mandaat voor een bepaald geval in eerste instantie niet schriftelijk is verleend, gebeurt de schriftelijke vastlegging daarvan alsnog zo spoedig mogelijk na verlening.

Artikel 3 Register

  • 1 Het mandaatbesluit bevat in bijlage 1 een register waarin de bevoegdheden staan die aan het college en de burgemeester worden voorbehouden respectievelijk door het college en de burgemeester worden gemandateerd. 

  • 2 Het college en de burgemeester verlenen mandaat aan de 1ste functionaris voor de in het register genoemde algemene en bij zijn functie genoemde specifieke aangelegenheden.De 1ste functionaris die het mandaat van het college of de burgemeester ontvangen heeft, kan de door hem ontvangen bevoegdheden ondermandateren aan de 2de functionaris als bedoeld in het register.

  • 3 De 1ste functionaris die het mandaat van het college of de burgemeester ontvangen heeft, kan de door hem ontvangen bevoegdheden ondermandateren aan de 2de functionaris als bedoeld in het register.

  • 4 De 2de functionaris die het ondermandaat van de 1ste functionaris ontvangen heeft kan de door hem ontvangen bevoegdheden ondermandateren aan de 3de functionaris als bedoeld in het register.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1 Ondermandaat kan slechts worden verleend nadat de mandaatgever uitdrukkelijk heeft ingestemd met de inhoud van het ondermandaat.

  • 2 Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Overleg met portefeuillehouder

De gemandateerde treedt vóór uitoefening van het mandaat in overleg met de portefeuillehouder indien:a. De uitoefening van het mandaat leidt tot overschrijding van de begroting of het toegekende budget; b. De uitoefening van het mandaat, naar redelijkerwijs mag worden aangenomen, in verband staat met politiek gevoelige of zwaarwichtige aangelegenheden, of leidt tot beleidsvorming of precedentenwerking.

Artikel 6 Onderlinge afstemming en vervanging

  • 1 Medewerkers zijn verantwoordelijk voor de benodigde onderlinge afstemming bij de uitoefening van een mandaat.

  • 2 Bij afwezigheid van de gemandateerde kan de opgedragen bevoegdheid worden uitgeoefend door diens plaatsvervanger.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1 Bij de uitoefening van mandaat worden stukken als volgt ondertekend: - Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders: “Namens burgemeester en wethouders van Lansingerland,”- Als het gaat om de burgemeester: “Namens de burgemeester van Lansingerland,”gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde, zijn handtekening en zijn naam.

  • 2 Bij de uitoefening van een ondertekeningsmandaat zoals bedoeld in artikel 10:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden stukken als volgt ondertekend: - Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders: “Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit,”- Als het gaat om de burgemeester: “Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit,”gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde, zijn handtekening en zijn naam.

Artikel 8 Verantwoording

  • 1 De gemandateerde ziet erop toe dat bij de uitoefening van de bevoegdheden door of namens hem naast de toepasselijke wettelijke regelingen, de geldende interne regelingen en het ter zake vastgestelde beleid of de ter zake bestendige bestuurspraktijk in acht wordt genomen. 

  • 2 De afdeling Bestuurszaken controleert regelmatig door middel van een steekproef of de mandaatregeling consequent en juist wordt uitgevoerd.

  • 3 De afdeling Bestuurszaken rapporteert in een jaarverslag over de uitvoering van de toegekende mandaten. De bevindingen van artikel 8, onder 2, worden in dit verslag meegenomen.

Artikel 9 Schakelbepaling volmachten en machtigingen

Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1 Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking. 

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als "Mandaatregeling Lansingerland 2011".

  • 3 Alle voorgaande versies van de mandaatregeling Lansingerland zijn hierbij vervallen.

Ondertekening

Vastgesteld in Lansingerland op 11 januari 2011.
Burgemeester en wethouders van Lansingerland,
de secretaris, de burgemeester,
 
Drs. Ing. A. Eijkenaar E.H. van Vliet
De burgemeester van Lansingerland,
 
E.H. van Vliet

1 Mandaatregister Lansingerland 2011

 

MANDAATREGISTER LANSINGERLAND 2011

Mandaten, ondermandaten, volmachten en machtigingen

Inhoud

  • 1.

    Algemene mandaten

  • 2.

    Mandaten met betrekking tot personeel en organisatie

  • 3.

    Mandaten met betrekking tot strategische ontwikkeling

  • 4.

    Bestuurlijke mandaten

  • 5.

    Mandaten met betrekking tot vergunningverlening en handhaving

  • 6.

    Mandaten met betrekking tot financiën

  • 7.

    Mandaten met betrekking tot beheer en onderhoud

  • 8.

    Mandaten met betrekking tot publiekszaken

  • 9.

    Mandaten met betrekking tot economische zaken en welzijn

  • 10.

    Mandaten met betrekking tot projecten

  • 11

    Mandaten met betrekking tot informatievoorziening en faciliteiten

  • 12

    Mandaten aan niet-ondergeschikten

  • 13

    Machtigingen

 

 

 

1. Algemene mandaten:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

2. Mandaten met betrekking tot personeel en organisatie:

Bij besluiten tot vaststelling en wijziging van de bepalingen van de CAR/UWO geldt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn. De mandaten op grond van de CAR/UWO zijn talrijk; het zou niet inzichtelijk zijn al deze mandaten te vermelden. Er is daarom gekozen om in onderstaand overzicht alleen de uitzonderingen op te nemen, zijnde de bevoegdheden die het college aan zichzelf heeft gelaten, waarvan de algemeen directeur bij enkele bevoegdheden het voornemen uit mag spreken. Vervolgens worden nog drie bevoegdheden genoemd, die zijn gemandateerd aan externe organen ABP en Loyalis. De overige bevoegdheden op basis van de CAR/UWO zijn gemandateerd aan de algemeen directeur.

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

3. Mandaten met betrekking tot strategische ontwikkeling:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

4. Bestuurlijke mandaten:

 

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

5. Mandaten met betrekking tot vergunningverlening en handhaving:

Mandaten ten aanzien van de Algemene Plaatselijke Verordening:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Mandaten ten aanzien van bijzondere wetten:

afbeelding binnen de regeling

Mandaten ten aanzien van de markt:

afbeelding binnen de regeling

Mandaten ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening (zie voor aanvragen die ná 1 oktober 2010 zijn ontvangen ook de Wettelijke bepaling omgevingsvergunning in deze regeling):

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Mandaten ten aanzien van handhaving:

afbeelding binnen de regeling

Mandaten ten aanzien van de wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), voor aanvragen die zijn ingediend vanaf 1 oktober 2010:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

6. Mandaten met betrekking tot financiën:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

7. Mandaten met betrekking tot beheer en onderhoud:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

8. Mandaten met betrekking tot publiekszaken:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

9. Mandaten met betrekking tot economische zaken en welzijn:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

10. Mandaten met betrekking tot projecten:

afbeelding binnen de regeling

11. Mandaten met betrekking tot informatievoorziening en faciliteiten:

afbeelding binnen de regeling

12. Mandaten aan niet-ondergeschikten:

afbeelding binnen de regeling

13. Machtigingen:

afbeelding binnen de regeling

Toelichting op de Mandaatregeling Lansingerland 2011

Inleiding

 

Er worden dagelijks in naam van de gemeente veel besluiten genomen, opdrachten verstrekt en overeenkomsten afgesloten. Het is voor een ieder van belang om te weten wie bevoegd is om zulke (rechts)handelingen te verrichten. De verdeling van deze bevoegdheden wordt geregeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland (hierna: Mandaatregeling Lansingerland). Door het verlenen van mandaat worden het college en de burgemeester ontzorgd van besluitvormingstaken, zodat zij zich meer kunnen richten op de bepaling van de hoofdlijnen en het stellen van doelen voor de (middel-)lange termijn. Verder kan het verlenen van een bevoegdheid in mandaat ervoor zorgen, dat de administratieve procedures sneller doorlopen kunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat de dienstverlening richting de burger kan verbeteren en de organisatie klantvriendelijker wordt, wat goed past in de doelstellingen van de gemeente Lansingerland, om de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk te verminderen.

 

De mandaatregeling heeft verschillende gebruikersgroepen. Ten eerste zijn er externe gebruikers, die willen weten of iemand al dan niet bevoegd is. Daarnaast zijn er interne gebruikers, die bij het voorbereiden van een beslissing naar de juiste bevoegde functionaris zoeken. Tot slot is natuurlijk voor functionarissen zelf van belang te weten, waarvoor zij gemandateerd zijn c.q. welke bevoegdheden zij gemandateerd hebben.

 

Onderscheid mandaat, volmacht en machtiging

 

In de toelichting wordt het begrip mandaat gebruikt voor de verdeling van de bevoegdheden. Formeel worden de bevoegdheden van het college en de burgemeester onderverdeeld in het verlenen van mandaat voor het nemen van publiekrechtelijke besluiten (bijv. vergunningverlening), het verlenen van volmacht voor privaatrechtelijke rechtshandelingen (bijv. opdrachtverstrekkingen) en het verlenen van machtiging voor andere handelingen (bijv. de voorbereiding van besluiten, zitting nemen in overlegverbanden, het houden van een toespraak, het voeren van onderhandelingen).

 

Verantwoordelijkheid

 

Het college respectievelijk de burgemeester blijft altijd verantwoordelijk voor een in mandaat genomen besluit. Van een functionaris wordt dan ook verwacht dat er voldoende politieke sensitiviteit aanwezig is om te kunnen beoordelen of een besluit wel in mandaat genomen mag worden. Daarnaast dient een functionaris bij de uitoefening van in mandaat gekregen bevoegdheden de wet- en regelgeving in acht te nemen. Tenslotte dient een functionaris te handelen in overeenstemming met gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid.

 

Uitgangspunten van het mandaatbesluit

 

Het systeem

Het mandaatbesluit gaat uit van een systeem waarbij het college en de burgemeester het merendeel van haar bevoegdheden mandateert aan de algemeen directeur, (de 1ste functionaris). De gemeentesecretaris kan vervolgens ondermandaat verlenen voor bepaalde bevoegdheden aan de in het mandaatregister genoemde 2de functionarissen. Dit zijn over het algemeen afdelingshoofden.

In de meeste gevallen kan de 2de functionaris opnieuw ondermandaat verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 3de functionarissen. Dit zijn over het algemeen teamleiders of medewerkers.

afbeelding binnen de regeling

Daarnaast is er nog een aantal bevoegdheden die gemandateerd zijn aan externe partijen.

 

Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie

Uitgangspunt is dat de bevoegdheden uiteindelijk zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Om integraal management serieus vorm te geven en toch de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie te leggen, worden de mandaten in principe verleend aan het afdelingshoofd (via de algemeen directeur), met de aantekening dat ondermandatering door het afdelingshoofd voor het dagelijkse werk wenselijk is. Dit brengt met zich mee dat een goede verantwoording van in mandaat genomen besluiten noodzakelijk is.

 

Verlenen ondermandaat

 

Een mandaatregeling is alleen zinvol als de daarin opgenomen informatie actueel is. De afdeling Bestuurszaken/juridische zaken houdt de verleende en ingetrokken ondermandaten bij in het register en publiceert deze. In de praktijk verstrekken de afdelingshoofden de besluiten tot het verlenen of intrekken van ondermandaten aan Bestuurzaken/juridische zaken. Ook ondermandaten zijn pas van kracht nadat deze bekendgemaakt zijn.

 

Budgetbevoegdheden

 

Degenen die bevoegd zijn opdrachten te verstrekken via het mandaatregister, mogen de gemandateerde begrotingsposten niet overschrijden. Onder het verlenen van een opdracht wordt verstaan het aangaan van een verplichting met financiële consequenties. De grensbedragen zijn genoemd in het register onder algemene mandaten.