Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2015

Geldend van 24-12-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2015

De raad van de gemeente Laren;

Gelezen voorstel 2014/57 d.d. 4 november 2014 van burgemeester en wethouders;

Gelet op de artikelen 228, 216 en 156 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2015

Artikel 1 Voorwerp van belasting; belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, heeft.

Artikel 3 Heffingsgrondslag

De belasting wordt geheven naar het aantal eenheden, bepaald en berekend aan de hand van de in deze verordening opgenomen tarieven, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 4 en 5.

Artikel 4 Oppervlakte

  • 1. Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.

  • 2. Bij het hebben van voorwerpen onder gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, wordt de oppervlakte bepaald op die, uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.

Artikel 5 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor de toepassing van de tarieven wordt verstaan onder:

    • a.

      een jaar: een kalenderjaar;

    • b.

      een kwartaal: een kalenderkwartaal;

    • c.

      een maand: een kalendermaand;

    • d.

      een week: een kalenderweek;

    • e.

      een dag: een etmaal;

    • f.

      een dagdeel: een ochtend (6-12 uur), middag (12-18 uur), avond (18-24 uur) of nacht (0-6 uur).

  • 2. Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het belastingtijdvak resteren.

Artikel 6 Tarief

  • 1. Voor het hebben van voorwerpen op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond ten behoeve van een evenement, per dag of een gedeelte daarvan, niet zijnde de dagen bestemd voor op- en afbouw,:

    • a.

      Plein 1945, voor een gedeelte € 200,-

    • b.

      Plein 1945, gehele plein € 400,-

    • d.

      alle overige locaties € 200,-

    voor evenementen die 2 weken of meer achtereenvolgend plaatsvinden geldt een maximum bedrag wat aan precario in rekening wordt gebracht van € 2.000,-

  • 2. Voor het hebben van bouwmaterialen, werken of inrichtingen in, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd, per m² of indien het een stut, schoor, paal, tuitouw of daarmee gelijk te stellen voorwerp betreft, per voorwerp:

    • a.

      per week of een gedeelte daarvan € 2,13

    • b.

      per maand € 7,16

    • c.

      per jaar € 73,28

  • 3. Indien het een hekwerk betreft, per strekkende meter:

    • a.

      per dag € 0,71

    • b.

      per week € 1,42

    • c.

      per maand € 3,70

    • d.

      per jaar € 22,38

  • 4. Objecten onder openbare gemeentegrond, te weten leidingen, kabels, kokers, buizen, draden of soortgelijke voorwerpen per strekkende meter, per jaar € 1,17

  • 5. Voor het hebben van objecten, ten behoeve van het transport van gas, elektriciteit, warmte of water onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, te weten leidingen, kabel, kokers, buizen, draden of soortgelijke voorwerpen, wordt in afwijking van de leden5 en 6, geheven per strekkende meter, per jaar € 2,39

  • 6. Objecten boven openbare gemeentegrond, te weten leidingen, kabels, kokers, draden of soortgelijke voorwerpen per strekkende meter, per jaar € 2,13

  • 7. Voor het plaatsen van banken, tafeltjes en stoelen, tochtschermen, bloemen- of plantenbakken e.d. bij caféterrassen, per m², per maand € 4,92

  • 8. Een rijwielrek of -blok, per m², per jaar € 43,85

  • 9. Een automatisch verkoop- of ander toestel per ½ m² frontoppervlakte,per jaar € 36,54

  • 10. Voor het hebben van kramen, kiosken, wagens, tenten en dergelijke voor de verkoop van waren, alsmede voor het uitstallen van goederen, uitgezonderd het plaatsen of uitstallen daarvan op de marktplaatsen gedurende de aangewezen marktdagen, per m²:

    • a.

      per dag € 2,13

    • b.

      per week € 7,16

    • c.

      per maand € 29,23

    • d.

      per jaar:

      • -

        gedurende één dag per week € 73,28

      • -

        gedurende twee dagen per week € 109,77

      • -

        gedurende drie dagen per week € 146,46

      • -

        gedurende vier dagen per week € 183,11

      • -

        gedurende vijf dagen per week € 219,70

  • 11. Voor het plaatsen van een afzetbak (container), zeecontainer/bouwkeet, per m²:

    • a.

      per dag € 0,96

    • b.

      per week € 1,98

    • c.

      per maand € 6,70

    • d.

      per jaar € 59,33

  • 12. Voor het tijdelijk plaatsen van een kantoor- of winkelgebouw, per m²:

    • a.

      per dag € 1,67

    • b.

      per week € 3,35

    • c.

      per maand € 12,28

    • d.

      per jaar € 107,18

  • 13. Voor het in gebruik nemen van een parkeerplaats voor het maken van filmopnames, per parkeerplaats, per dagdeel € 16,75

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De in deze verordening genoemde belasting, waarvoor een jaartarief geldt, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of een gedagtekend besluit, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 3. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet, de nota of het besluit.

Artikel 9 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

  • 1.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeente grond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.

  • 2.

    het hebben van voorwerpen en werken ten behoeve van percelen, waarvan de gemeente krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht de genothebbende is, met uitzondering van die percelen, welke aan derden zijn verhuurd;

  • 3.

    de door Post NL en/of KPN aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek;

  • 4.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 5.

    het hebben van voorwerpen of werken, welke daar ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 6.

    het hebben van halteborden, wachthuisjes en dergelijke ten dienste van openbare middelen van vervoer;

  • 7.

    het hebben van buizen tot lozing van faecaliën, van huishoud- of hemelwater, welke rechtstreeks aansluiten op de gemeentelijke riolering;

  • 8.

    het hebben van voorwerpen, gebruikt voor activiteiten, niet zijnde evenementen o.g.v. artikel 2:25 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening Laren 2010, met een politiek, godsdienstig, geestelijk, wereldbeschouwelijk, sociaal, weldadig doel dan wel, voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit, voor activiteiten met een sportief, cultureel, recreatief of mediadoel;

  • 9.

    het hebben van borden tot verhuur of verkoop van woningen of percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of te verkopen woningen of percelen zijn bevestigd.

  • 10.

    het hebben van oplaadpalen en daarbij behorende kabels, leidingen en andere voorwerpen voor het opladen van (mede) elektrisch aangedreven auto’s, motoren, brom- en scootmobielen en fietsen.

Artikel 10 Ontheffing

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het heffingstijdvak.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening Precariobelasting 2014", vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van 18 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2014.
drs. T.W. Zwemmer
griffier
drs. E.J. Roest
voorzitter