Regeling vervallen per 17-12-2010

Verordening, op het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

Geldend van 17-12-2010 t/m 16-12-2010

Intitulé

Verordening, op het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

De raad van de gemeente Laren;

 

gelezen het voorstel d.d. oktober 2000, nr. AC130/2000, van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende, dat het om praktische redenen gewenst is om de besluitvorming met betrekking tot de straatnaamgeving en huisnummering te regelen in een verordening, waarin tevens de toekenning tot uitoefening van de bevoegdheden expliciet wordt geregeld;

besluit vast te stellen de volgende:

 

Verordening, op het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

1. openbare ruimte: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen en plantsoenen, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.

2. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

3. gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

4. complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes, enzovoort).

5. afgebakend terrein: een terrein waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt.

6. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

7. nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie.

8. object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, of standplaats.

9. rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder.

10. uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Hoofdstuk II. Het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen of standplaatsen

Artikel 2

  • De raad verdeelt de gemeente zo nodig in wijken en buurten en duidt deze aan met nummers of namen.

  • De raad kan de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.

Artikel 3

  • Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op doeltreffende wijze zijn aangebracht.

Artikel 4

  • De door de raad aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan standplaatsen namen en nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Hoofdstuk III. Plaatsen van naam- en nummerborden

Artikel 5

  • Indien de raad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met een wijkaanduiding, borden met straatnamen, huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, gebouw, een muur, paal, schutting, of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat naamborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6

  • Tenzij door burgemeester en wethouders anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, aan te brengen op een wijze zoals in artikel 7, eerste lid, is bepaald.

  • De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen zes weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders aan te brengen.

  • Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

Hoofdstuk IV. Uitvoeringsvoorschriften

Artikel 7

  • Burgemeester en wethouders kunnen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vaststellen voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door de raad uitgegeven namen en door hen uitgegeven nummers, nadere registratieve voorschriften vaststellen.

Hoofdstuk V. Straf- overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Strafbepaling

  • Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 5 en 6, eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan de door burgmeester en wethouders aangewezen ambtenaren van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht als bedoeld in artikel 100, tweede lid, Woningwet.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze verordening op de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het benoemen van delen van de openbare ruimte en het nummeren van de daaraan liggende objecten.

Artikel 11 Overgangsbepaling

  • Namen en nummers, die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening straatnaamgeving en huis- nummering.

 

 

Vastgesteld door de gemeenteraad

op 25 oktober 2000.

 

 

 

L.H.Th. Hendriks, voorzitter                                 H.F.B. van Steden, secretaris