Algemene subsidieverordening Laren 2011

Geldend van 12-03-2011 t/m heden

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Laren 2011

De raad van de gemeente Laren;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 januari 2011, inzake de Algemene Subsidieverordening Laren 2011.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

I. de Algemene Subsidieverordening 2009 e.v., gemeente Laren in te trekken.

II. vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Laren 2011.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

a. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

b. gemeente:

gemeente Laren;

c. raad:

de gemeenteraad van Laren;

d. college:

college van burgemeester en wethouders van Laren;

e. subsidie:

de aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor geleverde goederen of diensten;

f. subsidieplafond;

het totale bedrag dat als subsidie in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting is opgenomen;

g. beleidsregel:

een bij raadsbesluit vastgestelde, algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

h. uitvoeringsregel:

een beschrijving van een gesubsidieerde activiteit waarin nadere regels zijn opgenomen betreffende de verstrekking van de subsidie;

i. kalenderjaar:

het jaar waarop de subsidie betrekking heeft lopende van 1 januari tot en met 31 december;

j. subsidietijdvak:

de maximale periode waarover subsidie wordt verleend en die is vermeld in het subsidieverleningsbesluit;

k. algemene reserve:

een reserve voor het afdekken van algemene risico’s en onvoorzienbare, niet uitstelbare en onvermijdelijke uitgaven, voor zover daarvoor geen dekking kan worden gevonden binnen de exploitatie. De algemene reserve dient als buffer voor eventuele rekeningtekorten en maakt onderdeel uit van het weerstandsvermogen;

l. egalisatiereserve:

een reserve om tot een gelijkmatige verdeling te komen van kosten en baten. Deze reserve wordt ingezet om toekomstige overschotten en tekorten op de exploitatie te verrekenen met deze reserve;

m. bestemmingsreserve:

een reserve waaraan een bepaalde bestemming is gegeven.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1 Deze verordening is van toepassing op de subsidiering van programma’s die zijn opgenomen in de programmabegroting, die jaarlijks wordt opgesteld.

  • 2 De raad stelt om de vier jaar beleidsregels vast waarin per programma kaderstellend de inhoudelijke doelstellingen worden omschreven.

  • 3 Het college stelt in uitvoeringsregels nadere regels vast betreffende de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie binnen de programma’s zoals bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1 Het college is bevoegd om, op basis van de door de raad vastgestelde beleidsregels en de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond, subsidies te verstrekken.

  • 2 Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

  • 3 Het college kan met de subsidieontvanger een overeenkomst sluiten ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 4 Subsidiesoorten

  • 1 Eenmalige subsidie: een subsidie die voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar wordt verleen voor een niet regelmatig terugkerende of incidentele activiteit.

  • 2 Meerjarige subsidie: een subsidie die voor de duur van maximaal vier jaar wordt verleend voor een structurele of regelmatig terugkerende activiteit.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 5 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1 De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de programmabegroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2 Het college stelt, met inachtneming van de door de raad vastgestelde programma’s en beleidsregels, nadere regels op omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 3 Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4 Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1 Een aanvraag voor een meerjarige subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 april in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2 Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt gedaan uiterlijk 8 weken voorafgaand aan de dag waarop de activiteiten waarvoor de subsidie is bedoeld, plaatsvinden.

  • 3 Het college kan op verzoek van de aanvrager andere termijnen stellen voor het indienen van een subsidieaanvraag.

Artikel 7 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1 De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een aanvraagformulier.

  • 2 Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens in het Nederlands:

    a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde beleidsregels;

    c. een begroting en dekkingsplan van de geraamde kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. De begroting bevat een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven die zijn verbonden met de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en waarbij de inkomsten en uitgaven zijn gespecificeerd per activiteit of per cluster activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    d. indien van toepassing bij een meerjarige subsidie, de stand van de algemene reserve op het moment van de aanvraag.

  • 3 Indien een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid voor de eerste keer een meerjarige subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4 Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 8 Indexering

  • 1 Een subsidie of subsidiecomponent kan jaarlijks, indien aangevraagd, worden bijgesteld op basis van een door het college vast te stellen indexering.

  • 2 Het college kan nadere richtlijnen vaststellen over de te hanteren compensatiemethodiek voor de vaststelling van de in lid 1 bedoelde indexering.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 9 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien:

a. de activiteit van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht is op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komt aan de gemeente of haar ingezetenen;

b. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de activiteit uit te voeren;

c. de aanvraag niet past binnen de programma’s van de gemeente;

d. het beoogde doel of de voorgenomen activiteit al op een andere wijze in belangrijke mate is voorzien;

e. de aanvraag niet is ontvangen binnen de in artikel 6 beschreven termijnen;

f. de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

g. door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een eenmalige subsidieaanvraag binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2 Het college maakt haar besluit kenbaar vóór 31 december van het jaar waarin de meerjarige subsidieaanvraag is ingediend.

Artikel 11 Verlening subsidie

  • 1 Bij besluit tot verlenen van subsidie bevat de subsidiebeschikking ten minste:

    a. een vermelding van de subsidiesoort, zoals beschreven in artikel 4;

    b. een omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt verleend;

    c. een omschrijving van het doel en resultaten van de activiteit;

    d. het tijdvlak waarop de subsidie betrekking heeft;

    e. een vermelding van de hoogte van het subsidiebedrag of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, of indien van toepassing de wijze waarop het bedrag wordt bepaald;

    f. indien voorschotten worden verleend, een vermelding van het bedrag van het voorschot, de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, en de termijnen van de voorschotten;

    g. een datum waarop het subsidiebedrag of voorschot wordt uitgekeerd;

    h. indien subsidie ten laste komt van een begroting die niet is vastgesteld, een vermelding dat de subsidie wordt verleend indien er voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld;

    i. indien ambtshalve of niet direct vastgesteld, een beschrijving waarin staat aangegeven wanneer en op welke wijze een verzoek omtrent vaststelling bij het college wordt ingediend;

    j. indien direct vastgesteld, een vermelding dat de subsidie direct is vastgesteld.

  • 2 Het college kan bij subsidieverlening de voorwaarde opnemen dat de subsidieontvanger meewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening, waarop de uitvoering van de activiteiten en de verplichtingen die aan de subsidieverlening verbonden zijn, nader worden bepaald.

  • 3 Het college is bevoegd verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 12 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Indien een subsidie tot 5.000 euro direct is vastgesteld vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2 Indien een subsidie tot 5.000 euro ambtshalve is vastgesteld wordt de subsidie 100% bevoorschot.

  • 3 Het college kan besluiten om tot bevoorschotting van subsidie over te gaan.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13 Meldingsplicht

  • 1 De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    a. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat de gesubsidieerde activiteiten niet of niet geheel worden verricht;

    b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden niet geheel of gedeeltelijk kunnen worden nagekomen;

    d. wijzigingen van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 2 De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 van de Awb.

Artikel 14 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan 5.000 euro, welke verleend worden voor eenmalige activiteiten of die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot 5000 euro

Indien de subsidie minder bedraagt dan 5.000 euro kan het college naast directe vaststelling ook een ambtshalve vaststelling toepassen. Bij een ambtshalve vaststelling kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 10.000 euro

  • 1 Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 10.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na afloop zijn van de activiteiten;

    b. bij een meerjarige subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat de in de subsidiebeschikking opgenomen doelstellingen zijn bereikt.

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf 10.000 euro

  • 1 Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 10.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na afloop van de activiteiten;

    b. bij een meerjarige subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en of de in de subsidiebeschikking opgenomen doelstellingen zijn bereikt;

    b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Bij een meerjarige subsidie is in het financieel verslag of jaarrekening de bestemmings- en/of egalisatiereserve opgenomen.

    c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    d. een accountantsverklaring, bij een aanvraag boven de 25.000 euro.

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Subsidievaststelling

  • 1 Het college stelt een subsidie die minder bedraagt dan 5.000 euro direct vast of ambtshalve. De ambtshalve vaststelling is binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn uitgevoerd.

  • 2 Het college stelt binnen 26 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 3 Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4 Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in artikel 16 en 17 genoemde termijnen is ontvangen, gaat het college 8 weken na een eenmalig schriftelijk rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Intrekken, wijzigen of beëindigen

Artikel 19 Intrekken of wijziging subsidieverlening of -vaststelling

Op grond van artikel 4:48, 4:49, 4:50 en 4:51 Awb kan het college een subsidieverlening en -vaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen.

Hoofdstuk 9 Overige bepalingen

Artikel 20 Reservevorming

  • 1 Dit artikel is van toepassing op een meerjarige subsidie.

  • 2 Indien er subsidie is verleend en de exploitatierekening over het betreffende jaar een batig saldo aangeeft, dient dit saldo te worden gereserveerd en in de balans worden opgenomen als “egalisatiereserve gemeente Laren”.

  • 3 Bij de subsidievaststelling wordt de egalisatiereserve hierop in mindering gebracht voor zover de toevoeging aan de reserve een bedrag gelijk of groter is dan 5% van het voor dat jaar vastgestelde subsidiebedrag. Indien blijkt dat de jaarlijkse toevoeging structureel is, kan het toe te kennen subsidiebedrag worden verlaagd.

  • 4 Voor het instellen van een bestemmingsreserve is toestemming vereist van het college. Aan de toestemming wordt een termijn verbonden en kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.

  • 5 Voor zover de bestemmingsreserve hoger blijkt te zijn dan de werkelijke kosten na realisering van de bestemming, dan wel de reserve binnen de gestelde termijn niet wordt gebruikt, wordt het overblijvende bedrag respectievelijk de gehele reserve toegevoegd aan de egalisatiereserve.

  • 6 Op grond van artikel 4:41 Awb is de subsidieontvanger een vergoeding verschuldigd aan het bestuursorgaan indien de verstrekte subsidie heeft geleid tot vermogensvorming.

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3 voor zover toepassing. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 22 Intrekking

De Algemene Subsidieverordening Laren 2009 e.v., gemeente Laren wordt ingetrokken.

Artikel 23 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie en verzoeken tot vaststelling die voor de dag volgend op de bekendmaking van de Algemene Subsidieverordening Laren 2011 zijn ingediend worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 2009 e.v, Gemeente Laren.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Subsidieverordening Laren 2011.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 23 februari 2011.
 
 
drs. T.W. Zwemmer                               drs. E.J. Roest
griffier                                                       voorzitter

Bijlage Bijlagen

Algemene Subsidieverordening Laren 2011 Toelichting