Regeling vervallen per 24-07-2010

Deelverordening budgetsubsidiëring

Geldend van 24-07-2010 t/m 23-07-2010

Intitulé

Deelverordening Budgetsubsidiëring

De raad van de gemeente Laren;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. oktober 2000,

nr. B 131/2000;

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gelet op titel 4:2 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

 

gelet op artikel 3 van de Verordening algemene Subsidievoorwaarden 1999 van de gemeente Laren;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de volgende

 

DEELVERORDENING BUDGETSUBSIDIËRING

Paragraaf Begripsomschrijvingen

Artikel 1

De begripsomschrijving van de Verordening algemene Subsidievoorwaarden 2000 zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf Toepasselijkheid verordening

Artikel 2

  • 1 Deze verordening is van toepassing op alle aanvragen van instellingen voor toekenning van een subsidie, waarvan de gemeenteraad bepaald dat deze in beginsel voor een budgetsubsidie in aanmerking komen.

  • 2 Voorzover in de verordening niet anders is bepaald vinden de in de Verordening algemene Subsidievoorwaarden 2000 gestelde regels toepassing.

Paragraaf Overleg en beslissing

Artikel 3

  • 1 Burgemeester en wethouders treden naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om subsidie in overleg met de betrokken instelling teneinde te bewerkstelligen dat de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen is verworven en om de instelling in de gelegenheid te stellen haar zienswijze kenbaar te maken over de door de instelling te verrichten activiteiten casu quo taken en het door de gemeente ter beschikking te stellen subsidie.

  • 2 Burgemeester en wethouders maken in het voorstel aan de gemeenteraad in ieder geval melding van de afwijkende opvatting van de instelling en geven zij gemotiveerd aan waarom zij die opvatting niet delen.

  • 3 Indien de gemeenteraad het voorstel van burgemeester en wethouders niet volgt en een afwijkend besluit wil nemen wordt besluitvorming aangehouden en treden burgemeester en wethouders wederom met de betreffende instelling in overleg en wordt de instelling in de gelegenheid gesteld haar zienswijze kenbaar te maken over het voornemen van de gemeenteraad. Vervolgens vindt conform lid 2 de definitieve besluitvorming plaats.

Paragraaf Subsidiegrondslag

Artikel 4

Voor het jaarlijks aan een instelling toe te kennen budgetsubsidie wordt - bijzondere omstandigheden daargelaten - als uitgangspunt gehanteerd de door de gemeenteraad gesubsidieerde activiteiten met het daarbij behorende subsidiebedrag dat door de gemeenteraad aan die instelling in het voorafgaande jaar is toegekend.

Paragraaf Beslissing aanvraag budget-subsidie

Artikel 5

De beslissing op de aanvragen als bedoeld in artikel 3 worden door het college van burgemeester en wethouders door middel van een budget-subsidiebeschikking vóór 31 december van het jaar voorafgaande aan dat waarop de aanvragen betrekking hebben aan de desbetreffende instellingen medegedeeld.

Artikel 6

Een budget-subsidie relatie wordt telkens voor ten hoogste vier jaar aangegaan, waarbij onder jaar wordt verstaan een kalenderjaar.

Artikel 7

Aan het begin van een "budget-subsidieperiode wordt wanneer dit op basis van de beschikking is overeengekomen een startbudget vastgesteld. Dit budget wordt jaarlijks, tot het laatste jaar van deze periode - voorzover met de daaruit voortvloeiende uitgaven rekening is gehouden in de door de gemeenteraad vastgestelde en door gedeputeerde staten goedgekeurde gemeentebegroting - bijgesteld:

• op basis van de prijsontwikkelingen voor de niet-personelekosten; als indexcijfer zal hiervoor het percentage worden gehanteerd dat vastgesteld is voor de niet-personele kosten op de algemene uitkering uit het gemeentefonds; een instelling ontvangt aldus procentueel dezelfde compensatie als de gemeente ontvangt van het rijk voor de niet-personele kosten;

• op basis van de loonkostenontwikkeling voor de personele kosten als indexcijfer zal hiervoor het percentage worden gehanteerd dat vastgesteld is voor de personele kosten op de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

Paragraaf De beschikking

Artikel 8

In de beschikking voor budgetsubsidiëring als bedoeld in artikel 5 wordt in ieder geval aangegeven:

a. de door de instelling te verrichten activiteiten casu quo taken waarover overeenstemming is bereikt, met zo mogelijk opgave van aard, omvang en intensiteit van de activiteiten casu quo taken;

b. de hoogte van het gemeentelijke budgetsubsidie;

c. de periode waarvoor de overeenkomst is aangegaan;

d. het gemeentelijk beleid op het terrein of de terreinen waarop de activiteiten casu quo taken betrekking hebben;

e. de wijze van uitbetalen van het subsidie.

Paragraaf Rapportage

Artikel 9

  • 1 Uiterlijk vier maanden na de periode waarvoor het subsidie is toegekend, dient de instelling te rapporteren in hoeverre zij de overeengekomen activiteiten casu quo taken uitgevoerd hebben.

  • 2 Indien aan een instelling voor een langere periode dan één jaar subsidie is verleend, dient de instelling binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar verslag uit te brengen over de voortgang van haar activiteiten als van de financiële ontwikkelingen.

  • 3 Indien de instelling er niet in is geslaagd de overeengekomen activiteiten casu quo taken volledig uit te voeren geeft zij de redenen hiervoor aan.

  • 4 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd andere richtlijnen te stellen aan de vorm waarin de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde rapportages dienen plaats te vinden.

Paragraaf Terugvordering en opheffing

Artikel 10

  • 1 Aan de hand van de in artikel 9 bedoelde rapportages stellen burgemeester en wethouders uiterlijk binnen 4 maanden na ontvangst van de eindrapportage vast of de overeengekomen activiteiten casu quo taken, zowel naar aard, omvang en intensiteit in redelijke mate zijn uitgevoerd en tevens of aan de overige bepalingen van de overeenkomst is voldaan.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord de desbetreffende raadscommissie, besluiten over te gaan tot terugvordering van het subsidie, of een deel daarvan, indien het in het vorige lid bedoelde oordeel negatief uitvalt. Alsdan is de instelling verplicht - na schriftelijke aanzegging - het teruggevorderde subsidie onverwijld terug te betalen.

  • 3 Alvorens een besluit te nemen als bedoeld in het vorige lid treden burgemeester en wethouders in overleg met de instelling.

Artikel 11

Indien een budget-subsidie-ontvangende instelling wordt opgeheven, dient het bestuur daarvan onmiddellijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders.

Paragraaf Overige bepalingen

Artikel 12

  • 1 Indien aan een instelling voor een langere periode dan een jaar subsidie is verleend mogen eventuele exploitatie-overschotten worden aangewend voor het volgende jaar; voor eventuele tekorten zal binnen de exploitatie van het volgende jaar compensatie moeten worden gevonden.

  • 2 In afwijking van het eerste lid van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders, onder door hen te stellen voorwaarden, toestemming verlenen een batig saldo aan te wenden voor de vorming van of toevoeging aan een algemene reserve.

Artikel 13

Wijzigingen in de statuten, de stichtingsakte, het reglement en in de samenstelling van het bestuur dienen terstond schriftelijk ter kennis van burgemeester en wethouders te worden gebracht.

Paragraaf Bijzondere bijvoegdheden

Artikel 14

  • 1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

    a. een of meer bepalingen van deze verordening in bijzondere gevallen niet van toepassing te verklaren;

    b. naast de bepalingen van deze verordening bijzondere voorwaarden aan het verlenen van een budget-subsidie te verbinden.

  • 2 Burgemeester en wethouders horen de desbetreffende commissie voordat zij aan het bepaalde in het eerste lid, onder b, toepassing geven.

Paragraaf Slotbepaling

Artikel 15

Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "budget-subsidieverordening voor de gemeente Laren", treedt in werking op de dag na haar vaststelling en is voor het eerst toepasbaar op de voor het subsidiejaar 2001 aangevraagde subsidies.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Laren op 25 oktober 2000
 
de secretaris,                                                     de voorzitter,