Beleid voor de toepassing van de Wet Bibob voor de beleidsterreinen horeca en seks-inrichtingen in de gemeente Laren

Geldend van 05-09-2003 t/m heden

Intitulé

Beleid voor de toepassing van de wet bibob voor de beleidsterreinen horeca en seks-inrichtingen in de gemeente laren.

Het college resp. de burgemeester van Laren, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Overwegende:

 

Artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur geeft bestuursorganen de bevoegdheid een vergunning op grond van de Drank- en horecawet en op grond van de APV als het gaat om horeca-inrichtingen en seks-inrichtingen te weigeren of in te trekken indien - kort samengevat - ernstig gevaar bestaat dat de vergunning gebruikt wordt om uit strafbare feiten verkregen geld te gebruiken, zwart geld wit te wassen of strafbare feiten te plegen.

Besluit:

 

Teneinde deze beoordelingen te kunnen uitvoeren heeft hun college resp. de burgemeester een vragenlijst vastgesteld welke bij een aanvraag om vergunning ex artikel 3 van de Drank- en horecawet en/of artikel 2.3.1.2 van de APV tegelijk met het aanvraagformulier volledig ingevuld dient te worden ingediend.

Bij de vragenlijst dient door een startend ondernemer - waaronder tevens wordt verstaan een ondernemer die minder dan drie jaren als zodanig actief is - een ondernemingsplan te worden overgelegd. Door een al langer als zodanig werkend ondernemer dient een balans en verlies- en winstrekening over de voorgaande drie jaren te worden overgelegd.

Artikel

De beoordeling zal in elk geval in volle omvang geschieden bij nieuwe aanvragen om vergunning, zowel in geval van volledig nieuwe bedrijfsvestigingen als in geval van een overname van een bestaand bedrijf.

 

Bij aanvragen om een vergunning ex artikel 3 van de Drank- en horecawet van een bestaande onderneming, welke aanvraag beperkt is tot de wijziging van een leidinggevende, behoeft de vragenlijst in principe niet te worden ingediend. Het college kan echter in zo'n geval steekproefsgewijs een onderzoek instellen.

In elk geval stelt het college resp. de burgemeester een diepgaand onderzoek in, indien de officier van justitie overeenkomstig artikel 26 Wet Bibob hem heeft gewezen op de wenselijkheid het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet, om advies te vragen (zg. tip-junctie van de officier van justitie).

Inwerkingtreding:

Dit beleid treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking.

Bekendmaking:

Dit beleid zal worden bekend gemaakt door middel van publicatie in huis-aan-huisblad Laarder Courant De Bel. Voorts zal het worden geplaatst op de website van de gemeente. Daarnaast zal ervan mededeling worden gedaan aan de Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland en aan Horeca Nederland.

Ondertekening

Laren N.-H., 25 augustus 2003
Burgemeester en wethouders van Laren,
 
ing. H. Boelmans                          drs. E.J. Roest
secretaris,                                      loco burgemeester
 
De burgemeester van Laren,
 
drs. E.J. Roest