Beleidsregels Terugvordering WWB WIJ IOAW IOAZ 2010

Geldend van 14-08-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Terugvordering WWB WIJ IOAW IOAZ 2010

Het college van de gemeente Laren heeft de Beleidsregels Terugvordering WWB WIJ IOAW IOAZ 2010 vastgesteld.

Artikel 1 Algemeen

Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot:

a. het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 69 lid 3 en lid 4 van de Abw of artikel 54 lid 3 en lid 4 van de WWB, artikel 40 lid 3 en lid 4 van de WIJ, artikel 17, lid 3 en lid 4 van de IOAW en artikel 17, lid 3 en lid 4 van de IOAZ.;

b. het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering zoals neergelegd in de artikelen 78 tot en met 90 van de Abw, de artikelen 58 tot en met 60 van de WWB, de artikelen 54 tot en met 56 van de WIJ, de artikelen 25 en 26 van de IOAW en de artikelen 25 en 26 van de IOAZ.

Artikel 2 Herziening en intrekking

  • 1 Een besluit tot toekenning van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering wordt herzien of ingetrokken indien:

    a. Het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 17 lid 1 WWB, artikel 44, lid 1 van de WIJ, artikel 13, lid 1van de IOAW en artikel 13, lid 1 van de IOAZ, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering;

  • 2 Van het nemen van een herzienings- of intrekkingbesluit kan op grond van dringende redenen worden afgezien.

Artikel 3 Terugvordering

Bijstand, de inkomensvoorziening de uitkering IOAW uitkering of IOAZ uitkering wordt teruggevorderd in de gevallen zoals vermeld in deze beleidsregels.

Artikel 4 Ten onrechte verleende bijstand

Burgemeester en wethouders vorderen de bijstand, de inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of IOAZ uitkering terug van de belanghebbende voor zover deze bijstand, de inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of IOAZ uitkering:

a. ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

b. in de vorm van een geldlening is verleend en de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk worden nagekomen;

c. voortvloeit uit gestelde borgtocht;

d. ingevolge artikel 52 WWB, artikel 37 van de WIJ of artikel 4:95 Awb bij wijze van voorschot is verleend en nadien is vastgesteld dat geen recht op bijstand de inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of IOAZ uitkering bestaat;

e. anderszins onverschuldigd is betaald voor zover de belanghebbende dit redelijkerwijs had kunnen begrijpen, of:

f. anderszins onverschuldigd is betaald, waaronder begrepen dat:

I. de belanghebbende naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand,  inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering is verleend, over in aanmerking te nemen middelen als bedoeld in paragraaf 3.4 van de WWB, Hoofdstuk 4 van de WIJ, het inkomensbesluit IOAW of het Inkomensbesluit IOAZ beschikt of kan beschikken;

II. bijstand of de inkomensvoorziening is verleend met een bepaalde bestemming en naderhand door de belanghebbende vergoedingen of tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die bestemming.

g. terugvordering als bedoeld onder e. vindt niet plaats, indien de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de datum van verzending van het besluit tot terugvordering;

h. een bevoegdheid tot terugvordering kan, met uitzondering van gevallen waarbij sprake is van het schenden van de inlichtingenverplichting, niet worden uitgeoefend voor zover het betalingen betreft die gedaan zijn zes maanden of langer na de ontvangst van een signaal waaruit het uitvoeringsorgaan had moeten afleiden, dat ten onrechte of te veel werd betaald.

Artikel 5 Terugvordering van gezinsleden

  • 1 Onverminderd het bepaalde onder artikel 4 van deze beleidsregels worden kosten van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering indien de bijstand, de inkomensvoorziening de IOAW uitkering of IOAZ uitkering aan een gezin wordt verleend, van alle gezinsleden teruggevorderd.

  • 2 Indien de bijstand, de inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering als gezinsbijstand, gezinsinkomensvoorziening, gezins IOAW of gezins IOAZ uitkering aan gehuwden had moeten worden verleend, maar zulks achterwege is gebleven omdat belanghebbende de verplichting bedoeld in artikel 17 WWB, artikel 44 WIJ, artikel 13, lid 1 van de IOAW en artikel 13, lid 1 van de IOAZ niet of niet behoorlijk is nagekomen, worden de kosten van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering mede worden teruggevorderd van de gezinsleden met wier middelen als bedoeld in artikel 31 WWB, Hoofdstuk 4 van de WIJ, het inkomensbesluit IOAW of het Inkomensbesluit IOAZ bij de verlening van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering rekening had moeten worden gehouden.

  • 3 De onder 1 en 2 genoemde personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling van de kosten van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering die worden teruggevorderd.

Artikel 6 Afzien van het nemen van een terugvorderingsbesluit

Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een terugvorderingsbesluit indien:

a. het terug te vorderen bedrag lager is dan € 150,00;

b. hiertoe een dringende reden aanwezig is.

Artikel 7 Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

In afwijking van de artikelen 4 en 5 van deze beleidsregels besluiten burgemeester en wethouders tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de teruggevorderde bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering indien:

a. naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en

b. naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, met uitzondering van de in artikel 8 onder b. van deze beleidsregels bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en

c. de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 8 Afzien van kwijtschelding wegens schuldenproblematiek

Kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel nummer 7 is niet mogelijk indien:

a. de terugvordering van bijstand, inkomensvoorziening, IOAW uitkering of IOAZ uitkering het gevolg is van verwijtbaar gedrag van de belanghebbende;

b. de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed of goederen, behoudens voor zover de vordering niet op die goederen verhaald kan worden.

Artikel 9 Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van terugvordering wegens schuldenproblematiek

  • 1 Het besluit tot afzien van terugvordering als bedoeld in artikel 7 van deze verordening, wordt eerst genomen als een schuldregeling tot stand is gekomen

  • 2 Indien een schuldregeling niet binnen 12 maanden tot uitvoering is gekomen, vervalt het besluit tot kwijtschelding wegens schuldenproblematiek automatisch.

Artikel 10 Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek

Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering op grond van artikel 7 van deze beleidsregels wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

a. de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of

b. onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 11 Kwijtschelding na het voldoen aan de betalingsverplichting

In afwijking van artikel 4 van deze beleidsregels besluiten burgemeester en wethouders van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien de belanghebbende:

a. gedurende drie jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;

b. gedurende drie jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;

c. gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of

d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost.

Artikel 12 Geen kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 8b van deze beleidsregels vindt niet plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voor zover zij niet op die goederen verhaald kunnen worden.

Artikel 13 De invordering van teruggevorderde bijstand: het besluit tot invordering

In het terugvorderingsbesluit delen burgemeester en wethouders aan de belanghebbende mede:

a. tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of IOAZ uitkering wordt teruggevorderd;

b. de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de ten onrechte ontvangen bijstand, inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of de IOAZ uitkering dient terug te betalen;

c. op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, ten uitvoer zal worden gelegd.

Artikel 14 Verplichtingen met betrekking tot de invordering

  • 1 Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in het terugvorderingsbesluit of dat met de belanghebbende op grond van een minnelijke regeling tot stand is gekomen, geldt als een opgelegde betalingsverplichting.

  • 2 Burgemeester en wethouders verrichten onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Nadere bepalingen over de frequentie en termijnen van het door burgemeester en wethouders te verrichten heronderzoek zijn opgenomen in het heronderzoeksplan van de intergemeentelijke afdeling sociale zaken Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van belanghebbende of in het kader van een schuldenregeling de aflossingscapaciteit op een lager bedrag vaststellen.

  • 4 Indien tijdens de looptijd van de minnelijke betalingsregeling een tweede vordering in het kader van beleidsregel nummer 2 sub a, ontstaat wordt de minnelijke regeling beeindigd.

Artikel 15 Verrekening en beslaglegging

Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een minnelijke betalingsregeling, of een eerder opgelegde betalingsverplichting niet meer nakomt, dan wordt het terugvorderingsbesluit ten uitvoer gelegd door middel van:

a. verrekening met de maandelijks verleende bijstand, inkomensvoorziening, de IOAW uitkering of de IOAZ uitkering ingevolge de WWB, de WIJ, de IOAW, de IOAZ of de Bbz op grond van artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid;

b. een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

c. beslag in de zin van het Tweede boek van het wetboek van Burgerlijke rechtsvordering; of

d. een conservatoir beslag in de zin van het Derde Boek van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.

Artikel 16 Rente en kosten

  • 1 Indien wordt overgegaan tot verrekening of beslaglegging als bedoeld in artikel 15 van deze beleidsregels dan kan de vordering worden verhoogd met rente en met de kosten, die voortvloeien uit de invordering, alsmede met de kosten die door derden worden gemaakt om de vordering voor of namens burgemeester en wethouders te innen.

  • 2 Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering worden verhoogd met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten. Loonbelasting en de premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtige is, alsmede de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, worden teruggevorderd, voor zover deze belasting, premies en vergoeding niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en vergoeding.

Artikel 17 Nadere invulling van beleid

In gevallen waarin deze beleidsregels inzake terugvordering en invordering van verleende bijstand niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1 Deze regeling treedt na publicatie met terugwerkende kracht in werking tot:

    a. 1 juli 2009: voor de bevoegdheden van opschorting, herziening, intrekking, terugvordering van algemene bijstand alsmede ten aanzien van het verhalen van kosten van bijstand;

    b. 1 oktober 2009: voor de bevoegdheden van opschorting, herziening, intrekking, terugvordering van de inkomensvoorziening alsmede ten aanzien van het verhalen van de kosten van de inkomensvoorziening.

  • 2 Deze regeling treedt na publicatie in werking met ingang van 1 januari 2010 voor de bevoegdheden van opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van de IOAW en IOAZ uitkering.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren in de vergadering van 13 juli 2010.

Bijlage Bijlagen

Beleidsregels Terugvordering WWB WIJ IOAW IOAZ 2010 Toelichting