Toeslagenverordening WWB 2012-A

Geldend van 02-02-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Toeslagenverordening WWB 2012-A

De raad van de gemeente Laren

gelezen het voorstel 2012/46 d.d. 23 oktober 2012 van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 8 lid 1 onder d, artikel 8 lid 2 onder b en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

vast te stellen de Toeslagenverordening WWB 2012-A

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving en bereik

1. Alle begrippen, die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

2. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet werk en bijstand

b. toeslag: de toeslag genoemd in artikel 25, lid 2 van de wet

c. bijstandsnorm : de op grond van paragraaf 3.2 van de wet op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3. van de wet, door het college vastgestelde verhoging of verlaging;

d. norm: de normen als bedoeld in artikel 21 van de wet;

e. woonkosten:

1. Indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

2. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

3. Deze verordening is van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar, die niet in een inrichting verblijven.

4. In geval van een gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijn.

5. Voor de toepassing van deze verordening wordt niet als "een ander" aangemerkt:

a. een inwonend kind tot 21 jaar;

b. een inwonend kind vanaf 21 jaar indien dit kind een in aanmerking te nemen inkomen heeft van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs genoemd in   artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering.

6. Voor de toepassing van deze verordening wordt een gezin beschouwd als “een ander”.

Hoofdstuk 2 Categorieën

Artikel 2 Categorieën

1. Voor belanghebbenden ten aanzien van wie de bijstand kan worden verhoogd of verlaagd, geldt een categorieaanduiding als nader uitgewerkt in dit artikel.

2. De categorieën worden aangeduid als:

a. alleenstaande;

b. alleenstaande ouder;

c. gehuwden.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder

Artikel 3 Verhogingen norm alleenstaande of alleenstaande ouder

1. De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn ten laste komende kinderen of met thuisinwonende kinderen als bedoeld in artikel 25 van de wet, in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verhoogd met een toeslag van 100 procent.

2. De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 100 procent, indien hij zijn kosten niet kan delen met een ander.

3. De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 50 procent indien hij zijn kosten met een ander kan delen.

4. De norm voor een alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 25 procent, indien hij zijn kosten met twee of meer anderen kan delen.

Hoofdstuk 4 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag

Artikel 4 Verlagingen norm gezin

1. De norm wordt lager vastgesteld indien de gehuwden hun kosten kunnen delen met één of meer anderen.

2. De verlaging op grond van dit artikel bedraagt 50 procent van de toeslag als de gehuwden hun kosten kunnen delen met één ander.

3. De verlaging op grond van dit artikel bedraagt 75 procent van de toeslag als de gehuwden hun kosten kunnen delen met twee of meer anderen.

Artikel 5 Verlaging bij ontbreken woonkosten

De norm of de toeslag wordt verlaagd met 75 procent van de toeslag als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet als gevolg van het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden of het niet aanhouden van een woning. 

Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaande van 21 en 22 jaar

1. De verlaging bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

a. 100 procent van de toeslag indien het een jongere van 21 jaar betreft;

b.  50 procent van de toeslag indien het een jongere van 22 jaar betreft.

2. In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de toeslag, die op grond van artikel 3 van deze verordening zou worden toegekend, indien deze minder bedraagt dan de verlaging, waartoe toepassing van lid 1 van dit artikel zou leiden.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 7 Anticumulatie

1. De bijstandsnorm van de alleenstaande of alleenstaande ouder bedraagt:

    1. minimaal de norm genoemd in artikel 21, sub a of artikel 21 sub b van  

        de wet.

    2. maximaal de norm genoemd in artikel 21,sub a of artikel 21 sub b van

        de wet, verhoogd met de maximale toeslag van artikel 25, lid 2 van de

        wet.

2. De bijstandsnorm voor gehuwden bedraagt:

    1. minimaal de norm genoemd in artikel 21 sub c van de wet, verlaagd

        met de maximale toeslag van artikel 25, lid 2 van de wet.

    2. maximaal de norm genoemd in artikel 21 sub c van de wet.

Artikel 8 Uitvoering

1. Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

2. In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Citeerwijze

Deze verordening kan worden aangehaald als "Toeslagenverordening WWB 2012-A”. 

Artikel 10 Inwerkingtreding

1. De Toeslagenverordening WWB2012-A treedt in werking op de 8e dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

2. Tot uiterlijk 1 januari 2013 is deze verordening niet van toepassing op personen bedoeld in artikel 78w lid 1 van de wet;

3. De Toeslagenverordening WWB 2012 is tot uiterlijk 1 januari 2013 uitsluitend van toepassing op personen als bedoeld in artikel 78w lid 1 van de wet.

4. Per 1 januari 2013 vervalt de Toeslagenverordening WWB 2012.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 19 december 2012.
 
drs. T.W. Zwemmer                              drs. E.J. Roest
griffier                                                       voorzitter
 
 

Bijlage Bijlagen

Toeslagenverordening 2012-A, Toelichting