Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Participatiefonds gemeente Leek 2012

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Participatiefonds gemeente Leek 2012

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 februari 2012, voorstelnummer 101;

gelet op de relevante artikelen van de Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 vast te stellen de Verordening Participatiefonds gemeente Leek 2012.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    doelgroep:

    • 1.

      inwoners van de gemeente Leek van 18 jaar en ouder, die ten minste een jaar zijn ingeschreven als inwoner;

    • 2.

      met een inkomen uit of in verband met:

      • -

        arbeid;

      • -

        arbeidsongeschiktheid;

      • -

        AOW of pensioenvoorziening;

      • -

        Wet werk en bijstand;

      • -

        IOAW en IOAZ;

      • -

        Algemene nabestaandenwet;

      • -

        Wet op de studiefinanciering

    • 3.

      van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm ingevolge de Wet werk en bijstand en de Toeslagenverordening van de gemeente Leek;

  • b.

    gezinsleden: tot de doelgroep worden mede gerekend de thuisinwonende partner en de ten laste komende thuiswonende kinderen waarvoor kinderbijslag wordt ontvangen;

  • c.

    inkomen: bij de berekening van het inkomen kan rekening gehouden worden met:

    • -

      woonkosten, inclusief servicekosten, voor zover deze boven de huursubsidiegrens vallen;

    • -

      de eigen bijdrage voor kinderopvang, rekening houdende met de maximale uurprijs uit het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang;

  • d.

    vermogen: uitgesloten voor een vergoeding ingevolge het Participatiefonds zijn de inwoners van de gemeente Leek als bedoeld onder a met een vermogen van meer dan de in artikel 34 van de Wet werk en bijstand genoemde vermogensgrens. Voor de vaststelling van het vermogen zijn de bepalingen van de Wet werk en bijstand en de daarop gebaseerde verordeningen van de gemeente Leek van toepassing, met uitzondering van de daarin opgenomen bepalingen aangaande de door de aanvrager bewoonde eigen woning, woonwagen of woonschip;

  • e.

    eigen woning: bij de vaststelling van het vermogen wordt er geen rekening gehouden met het vermogen in de vorm van de door de aanvrager bewoonde eigen woning, woonwagen of woonschip;

  • f.

    begrafenis- of crematiekosten: met uitzondering van degenen die een eigen woning bezitten, wordt bij personen van 65 jaar en ouder de van toepassing zijnde vermogensgrens verhoogd met een doelvermogen voor de (aanvullende) kosten van de eigen begrafenis of crematie. Dit doelvermogen bedraagt € 2268,90 per persoon, minus de waarde van de per persoon afgesloten verzekeringen voor de eigen uitvaart. Als het berekende doelvermogen negatief is, wordt het buiten beschouwing gelaten;

  • g.

    belanghebbende: degene behorend tot de doelgroep wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

  • h.

    kalenderjaar: de tegemoetkoming in de kosten wordt toegekend voor het kalenderjaar waarin de aanvraag is ingediend; uiterlijk tot en met januari van het volgende kalenderjaar kunnen nog kosten over het voorgaande kalenderjaar worden gedeclareerd.

  • i.

    woonkosten:

    • 1.

      indien een huurwoning wordt bewoond, de op de aanvangsdatum van het lopende huurtoeslagvak per maand geldende huurprijs;

    • 2.

      indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan: de brandverzekering, de opstalverzekering en het eigenaarsdeel van de waterschapslasten;

  • j.

    doelgroepkinderen: kinderen met een (taal)achterstand, zoals aangewezen door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ).

Artikel 1.2. Doelstelling

De Verordening Participatiefonds gemeente Leek 2012 heeft tot doel om personen die tot de doelgroep behoren tegemoet te komen in de kosten van sociaal, culturele en sportieve activiteiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat om redenen van financiële aard niet wordt deelgenomen aan deze activiteiten

Hoofdstuk 2 Categorieën tegemoetkomingen

Artikel 2.1.

Vergoeding is per kalender jaar mogelijk als bijdrage in onder andere de volgende kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten:

  • a.

    abonnementen zwembad, schouwburg, musea en bibliotheek;

  • b.

    abonnement internet maximaal € 20,00 per maand;

  • c.

    abonnement op een krant;

  • d.

    contributie sport- en jeugd- en jongerenverenigingen;

  • e.

    individuele sportactiviteiten;

  • f.

    contributie ouderenverenigingen;

  • g.

    contributie kindervakantiewerk en buurtverenigingen;

  • h.

    contributie voor amateuristische kunstbeoefening;

  • i.

    cursusgeld van instellingen voor hobby, educatie of onderwijs;

  • j.

    eigen bijdrage muziekonderwijs;

  • k.

    eigen bijdrage peuteropvang/speelleeruren maximaal twee dagdelen van in totaal 6 uren per week met uitzondering van doelgroepkinderen;

  • l.

    excursies en schoolreizen;

  • m.

    80% van de zwemlessen ABC.

Hoofdstuk 3 Hoogte tegemoetkoming

Artikel 3.1. Tegemoetkoming

Aan personen genoemd in artikel 1.1. onder a. en b. kan een tegemoetkoming uit het Participatiefonds worden verstrekt. De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar maximaal € 200,00 per persoon, te verhogen met maximaal € 200,00 per ten laste komend kind.

Artikel 3.2. Tegemoetkoming deelname peuteropvang/speelleeruren

Het bedrag genoemd in artikel 3.1. wordt verhoogd met een bedrag ter hoogte van de verschuldigde ouderbijdrage aan een geregistreerde kinderopvang met peuteropvang/speelleeruren maximaal twee dagdelen van in totaal zes uren per week met uitzondering van doelgroepkinderen in de gemeente Leek per ten laste komend kind.

Artikel 3.3. Tegemoetkoming onderwijs

  • a.

    Het bedrag genoemd in artikel 3.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 67,00 per jaar per kind dat basisonderwijs of speciaal onderwijs geniet. De tegemoetkoming is uitsluitend voor de kosten van schoolreisjes, schoolkampen, tassen, fietsen, regenkleding, agenda, kaftpapier en schriften.

  • b.

    Het bedrag genoemd in artikel 3.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 134,00 per jaar per kind dat speciaal/voortgezet onderwijs geniet. De tegemoetkoming is uitsluitend voor de kosten van schoolreisjes, schoolkampen, tassen, fietsen, regenkleding, agenda, kaftpapier en schriften.

  • c.

    De kosten van deelname aan het onderwijs tot maximaal het bedrag van € 220,00 per kind per schooljaar dat voor het eerst deelneemt aan het speciaal/voortgezet volledig dagonderwijs.

De kosten bestaan uit maximaal de volgende bedragen:

€ 25,00 voor een rekenmachine;

€ 150,00 voor een fiets;

€ 30,00 voor een schooltas;€ 15,00 voor een etui en pennen.

Artikel 3.4.

(vervallen)

Artikel 3.5. Uitsluiting van aanspraak

Bewoners van een asielzoekerscentrum komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming uit het Participatiefonds.

Hoofdstuk 4 De procedure

Artikel 4.1. Aanvraagprocedure voor mensen met een WWB-uitkering

  • 1. Een tegemoetkoming wordt op individuele aanvraag toegekend nadat de kosten zijn gemaakt.

  • 2. Een aanvraag tot het verkrijgen van een vergoeding van de kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten wordt bij burgemeester en wethouders ingediend door middel van een daarvoor geëigend aanvraagformulier, inclusief nodige bewijsstukken omtrent inkomen en vermogen.

  • 3. Op het aanvraagformulier wordt vermeld op welk gezinslid de aanvraag betrekking heeft.

  • 4. Van de kosten worden bij de aanvraag betalingsbewijzen ingeleverd. Hieruit blijkt voor wie de kosten zijn, wanneer de kosten gemaakt zijn, waar de kosten betrekking op hebben en wat de hoogte is.

  • 5. De aanvragen worden met een beschikking afgehandeld.

  • 6. Bij het aanvraagformulier dienen de betreffende betalingsbewijzen van de gemaakte kosten te worden gevoegd. Zonder deze bewijzen kan niet tot uitbetaling overgegaan worden.

  • 7. Genoemde procedure volstaat eenmaal per jaar. Na vaststelling van het recht op een tegemoetkoming kan bij ongewijzigde omstandigheden worden volstaan met het inleveren van bonnetjes, waarna, na verificatie bij de ISD op het recht op een WWB-uitkering, tot uitbetaling overgegaan kan worden.

Artikel 4.2. Aanvraagprocedure voor mensen zonder WWB-uitkering

  • 1. Een tegemoetkoming wordt op individuele aanvraag toegekend nadat de kosten zijn gemaakt.

  • 2. Een aanvraag tot het verkrijgen van een vergoeding van de kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten wordt bij burgemeester en wethouders ingediend door middel van een daarvoor geëigend aanvraagformulier, inclusief nodige bewijsstukken omtrent inkomen en vermogen.

  • 3. Op het aanvraagformulier wordt vermeld op welk gezinslid de aanvraag betrekking heeft.

  • 4. Van de kosten worden bij de aanvraag betalingsbewijzen ingeleverd. Hieruit blijkt voor wie de kosten zijn, wanneer de kosten gemaakt zijn, waar de kosten betrekking op hebben en wat de hoogte is.

  • 5. De aanvragen worden met een beschikking afgehandeld.

  • 6. Bij het aanvraagformulier dienen de betreffende betalingsbewijzen van de gemaakte kosten te worden gevoegd. Zonder deze bewijzen kan niet tot uitbetaling overgegaan worden.

Artikel 4.3. Tijdstip van aanvraag

Aanvragen en bonnetjes kunnen op ieder moment in het lopende kalenderjaar worden ingediend, mits de kosten hoger zijn dan € 25,00 of tot het moment dat in het kalenderjaar geen rekeningen meer te verwachten zijn. Uiterlijk tot en met januari van het volgende kalenderjaar kunnen nog kosten over het afgelopen kalenderjaar worden gedeclareerd.

Artikel 4.4. Uitbetaling

Uitbetaling vindt plaats na toekenning.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5.2. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Participatiefonds gemeente Leek 2012.

Artikel 5.3. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Gelijktijdig met het inwerkingtreden van deze verordening vervalt de Verordening Participatiefonds gemeente Leek, die op 6 januari 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld.

  • 3. Deze verordening werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 7 maart 2012.
B.C. Hoekstra, voorzitter W. Loonstra, griffier