Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Leek 2014

Geldend van 06-02-2014 t/m 31-12-2020

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Leek 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

gelezen het advies met registratienummer 2013009811;

gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

gelet op de artikelen 2.19, eerste lid, 2.23, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

B E S L U I T :

vast te stellen de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Leek 2014.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.

Artikel 2 Vormen van sanctioneren

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:

  • a.

    herstelsanctie;

  • b.

    bestraffende sanctie.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1. De kwaliteitseisen waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.

  • 2. In deze Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Leek 2014 wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.

  • 3. In het afwegingsoverzicht, dat als bijlage aan deze beleidsregels is gevoegd, worden voor de prioritering en de hoogte van de bestuurlijke boete per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

  • 1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan een of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(en).

  • 2. Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:

    • a.

      stap 1: aanwijzing

    • b.

      stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang

    • c.

      stap 3: exploitatieverbod

    • d.

      stap 4: verwijdering uit het Landelijk Register Kinderopvang

  • 3. Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis, zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

  • 5. Bij het opleggen van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      prioriteit hoog: maximaal 2 weken

    • b.

      prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden

    • c.

      prioriteit laag: maximaal 6 maanden

Artikel 5

Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, of voorziening voor gastouderopvang) zal de registratie worden verwijderd uit het Landelijk Register Kinderopvang.

Hoofdstuk 3 Bestraffend traject

Artikel 6 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete

  • 1. Het college legt een bestuurlijke boete op bij:

    • a.

      overtredingen met de prioriteit 'hoog' zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage;

    • b.

      overtreding van een norm zoals genoemd in het afwegingsoverzicht onder 'overige overtredingen'.

  • 2. Bij overtredingen met een prioriteit 'gemiddeld' of 'laag', zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage, kan het college een bestuurlijke boete opleggen.

Artikel 7 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete, als bedoeld in artikel 1.72, eerste lid en artikel 2.28, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd.

  • 2. In afwijking van het vorige lid geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsoverzicht met 0,5 vermenigvuldigd kan worden.

Artikel 8 Recidive

Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:

  • a.

    1,5 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden;

  • b.

    2 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan.

Artikel 9 Matiging

  • 1. Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van:

    • -

      de ernst van de overtreding,

    • -

      de mate van verwijtbaarheid,

    • -

      de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

    • -

      de omstandigheden waarin de overtreder verkeert,

    boeteoplegging volgens deze beleidsregels onevenredig is.

  • 2. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn indien sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

Artikel 10 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag nadat deze bekendgemaakt is.

  • 2. Dit besluit kan aangehaald worden als Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Leek 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering
van burgemeester en wethouders
van de gemeente Leek,
d.d. 21 januari 2014.
B. Plandsoen, l.-burgemeesterH.K. Hofman, secretaris

Afwegingsoverzicht