Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften met betrekking tot rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel 2014

Geldend van 05-06-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften met betrekking tot rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel 2014

De raad, de werkgeverscommissie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 april 2014, registratienummer 2014002627;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften met betrekking tot rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel 2014.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: (voormalig) medewerker van de gemeente Leek aangesteld (geweest) op grond van de arbeidsvoorwaardenregelingen (CAR/LLUWO);

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor bezwaarschriften;

  • d.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepalingen

  • 1. Er is een commissie voor bezwaarschriften in rechtspositionele aangelegenheden.

  • 2. Deze commissie is belast met het horen en het geven van advies in de gevallen dat door medewerkers op het gebied van rechtspositie van personeel bezwaar is gemaakt als bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie is samengesteld uit drie leden.

    • a.

      één lid en één of meer plaatsvervangende leden worden benoemd voor burgemeester en wethouders;

    • b.

      een tweede lid en één of meer plaatsvervangende leden worden benoemd door burgemeester en wethouders op voordracht van de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

    • c.

      de voorzitter wordt benoemd door burgemeester en wethouders op gezamenlijke voordracht van de leden genoemd onder a. en b.;

    • d.

      wanneer omtrent de voordracht van het onder c. genoemde lid/leden geen overeenstemming wordt bereikt, benoemen burgemeester en wethouders de voorzitter, gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

    • e.

      de commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 3. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtelijk secretaris aan die de commissie ondersteunt. Deze is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van 4 jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar.

  • 2. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen elk moment ontslag nemen. Zij dienen ontslag in bij burgemeester en wethouders. In een tussentijdse vacature wordt binnen 6 weken voorzien.

  • 3. De aftredende of ontslagnemende leden en plaatsvervangende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4. Degene die, op voordracht van, ter invulling van een tussentijds ontstane vacature tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, wiens plaats hij vervult, zou zijn afgetreden.

Artikel 5 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 6 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting, waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Als de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. Het horen vindt plaats achter gesloten deuren.

Artikel 9 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijkingen toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 10 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel 11 Niet deelneming aan behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Als de belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, dan vermeldt het verslag dit.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1. Als na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Als bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 12 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10 eerste lid ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het verwerende orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking daarvan.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Verordening behandeling bezwaarschriften met betrekking tot rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel (RA), zoals vastgesteld door de raad op 26 augustus 1996 ingetrokken.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Verordening bezwaarschriftencommissie rechtspositionele aangelegenheden 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 16 april 2014.
B.C. Hoekstra, voorzitter mevrouw F.M. Koop-Bouwman, wnd. raadsgriffier
Aldus besloten door de werkgeverscommissie van Leek,
d.d. 16 april 2014.
M.W.W. van der Linden R. Honnef
Aldus besloten in de vergadering
van burgemeester en wethouders
van de gemeente Leek,
d.d. 25 maart 2014.
B.C. Hoekstra, burgemeesterH.K. Hofman, secretaris