Regeling vervallen per 01-01-2012

Spaarloonregeling

Geldend van 30-06-1994 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1994

Intitulé

Spaarloonregeling

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Leek, d.d. 20

mei 1994, nr. 209;

gelet op het bepaalde in de Wet van 1 november 1993, Staatsblad 1993, 573;

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

B E S L U I T :

vast te stellen de Spaarloonregeling.

Hoofdstuk Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder: '

  • a.

    werkgever: de gemeente Leek;

  • b.

    deelnemer: de werknemer die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 vrijwillig deelneemt aan deze regeling;

  • c.

    spaarinstelling: de instelling die van overschrijving van het spaarloon zonder verdere administratie verplichtingen van de werkgever:

    • -

      spaartegoeden van de deelnemer administreert;

    • -

      verzoeken om deblokkering beoordeeld op grand van de voor de spaarloonregeling

    • -

      geldende wettelijke bepalingen; en

    • -

      de belastbare opnames van spaartegoeden ten behoeve van belastinginhouding overschrijft naar de werkgever, voor zover niet op andere wijze tot belastingafdracht wordt overgegaan.

  • d.

    spaarloon: elk overeenkomstig de bepalingen van de regeling op de spaarrekening gestort bedrag;

  • e.

    spaarrekening: de bij de spaarinstelling ten name van de deelnemer geopende rekening.

Hoofdstuk Deelneming

Artikel 2

  • 1. De deelname aan de spaarregeling is vrijwillig.

  • 2. Deelname staat open voor: medewerk(st)ers in dienst van de gemeente Leek met een dienstverband voor onbepaalde tijd.

  • 3. Nieuw indiensttredende werknemers kunnen burgemeester en wethouders verzoeken hun bij vorige werkgevers opgebouwde saldo in te brengen in de spaarloonregeling van de gemeente Leek, onder overlegging van de jaaroverzichten en een opgave van het gespaarde bedrag in het lopende jaar onder de voorwaarde dat de vorige spaarinstelling daaraan haar medewerking verleent.

Artikel 3

  • 1. Het op de speciale spaarrekening van de deelnemer te storten bedrag zal per kalenderjaar niet meer mogen bedragen dan het in artikel 31, tweede lid, letter f van de Wet op de Loonbelasting 1964 genoemde maximum. Op de speciale spaarrekening mogen alleen stortingen worden verricht indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 31, tweede lid, letter f van de Wet op de Loonbelasting 1964.

  • 2. (Vervallen)

  • 3. Het spaarloon wordt zonder aftrek van loonheffing en sociale premies op het maandsalaris van de deelnemer ingehouden en overgemaakt naar zijn spaarrekening.

  • 4. Deelname aan de spaarregeling eindigt bij beëindiging van de dienstbetrekking of indien de deelnemer zulks schriftelijk verzoekt.

Hoofdstuk Uitvoering

Artikel 3

Het spaarloon van een bepaald kalenderjaar zal nadat het gedurende tenminste 4 kalenderjaren gerekend vanaf de eerste januari volgend op het jaar van bijschrijving op de spaarrekening heeft gestaan, overgeboekt worden naar de door de deelnemer opgegeven tegenrekening.

Artikel 4

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 kan het spaarloon geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen en zal het op verzoek van de deelnemer worden overgeboekt naar zijn tegenrekening indien:

    • a.

      Eigen woning: De opname wordt aangewend voor de verwerving van een tot hoofdverblijf dienende eigen woning door deelnemer of diens echtgeno(o)t(e). Onder eigen woning wordt mede verstaan een lidmaatschap van een coöperatie waarvan de leden enkel op grand van hun lidmaatschap het recht van uitsluitend gebruik hebben van een aan de coöperatie in eigendom toebehorend gebouw, dan wel van een afzonderlijk gedeelte van een zodanig gebouw. De hier bedoelde vrije opname moet uiterlijk plaatsvinden binnen een maand na het passeren van de notariële (transport)akte.

    • b.

      Levensverzekering: De opname wordt aangewend ter voldoening van premies of koopsommen verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering gesloten door de deelnemer of diens echtgeno(o)t(e).

    • c.

      Effecten: De opname wordt aangewend voor belegging in effecten, mits: de effecten onbezwaard deel uitmaken en deel uit blijven maken van het vermogen van de deelnemer. Bij verkoop van effecten binnen de in artikel 3 genoemde termijn van vier kalenderjaren, dient de opbrengst - tot het bij aankoop ten laste van de spaarloonrekening voor die aankoop opgenomen bedrag - onverwijld op de spaarloonrekening te worden teruggestort. Indien de opbrengst niet toereikend is, is het toegestaan de terugstorting aan te vullen uit eigen middelen tot het bij aankoop ten laste van de spaarloonrekening opgenomen bedrag.

    • d.

      Met ingang van 1 januari 2005 wordt ook als erkend bestedingsdoel erkend:

      de door de deelnemer of zijn/haar partner gemaakte kosten voor kinderopvang als bedoeld in artikel 16c, vierde lid van de Wet op de Loonbelasting 1964, met dien verstande dat van de hiervoor bedoelde kosten maximaal een zesde (1/6) deel als erkend bestedingsdoel wordt erkend. Voor de toepassing van dit erkende bestedingsdoel wordt onder partner verstaan hetgeen daaronder in artikel 2 van de Wet Kinderopvang wordt verstaan.

      Zodra dit bestedingsdoel wordt opgenomen in de "uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen"zal het bepaalde in de Uitvoeringsregeling omtrent dit bestedingsdoel gelden, tenzij de werkgever en/of de instelling (bank/verzekeringsmaatschappij) anders hebben/heeft aangegeven. Indien wordt besloten om dit erkende bestedingsdoel niet op te nemen in de "Uitvoeringsregeling

      werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen"zal dit erkende bestedingsdoel komen te vervallen zodra het besluit om dit bestedingsdoel niet op te nemen definitief is.

  • 2. De deelnemer die in de gevallen genoemd onder a. tot en met d. wenst te beschikken over het spaarloon dient hiertoe schriftelijk bewijs te overleggen aan de spaarinstelling.

Artikel 5

Indien de deelnemer bij aanvaarding van een betrekking elders tijdig daartoe verzoekt en de betreffende spaarinstelling(en) daartoe de gelegenheid bieden, kan het spaarloon op een spaarloonrekening geldend bij de nieuwe werkgever worden overgemaakt.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders beslissen in alle gevallen waarin over de uitleg van de bepalingen van deze regelingen verschil van inzicht bestaat.

Artikel 7

De regeling kan worden aangehaald als spaarloonregeling. Na inwerkingtreding werkt de regeling terug tot 1 januari 1994.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek, 30 mei 1994.
mevrouw S. Langendijk-de Jong, voorzitter
drs. J. de Noord, secretaris