Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen van de gemeente Leek 2017

Geldend van 31-12-2016 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen van de gemeente Leek 2017

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2016, registratienummer 2016008413;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen van de gemeente Leek 2017.

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeentelijke belastingen en heffingen: Onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

  • b.

    Doelgroep:

    • -

      natuurlijke personen, woonachtig in de gemeente Leek, die van de gemeente Leek een aanslag ontvangen inzake onroerendezaakbelasting(en), afvalstoffenheffing en/of rioolheffing;

    • -

      met een inkomen uit of in verband met:

      • -

        arbeid;

      • -

        arbeidsongeschiktheid;

      • -

        Algemene Ouderdomswet (AOW) of pensioenvoorziening;

      • -

        Participatiewet

      • -

        Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

      • -

        Algemene nabestaandenwet (ANW);

      • -

        Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);

      • -

        Wet op de studiefinanciering;

      • -

        belaste premie voor deeltijdwerk;

      • -

        fiscale heffingskortingen.

  • c.

    Bij de berekening van het inkomen kan rekening worden gehouden met:

    • -

      de minimale eigen bijdrage voor woonlasten;

    • -

      woonkosten, inclusief servicekosten voor zover deze boven de grens van de huurtoeslag vallen;

    • -

      de te betalen premie ziektekostenverzekering minus zorgtoeslag.

  • d.

    De fiscale heffingskortingen waarvoor men een voorlopige teruggaaf kan aanvragen bij de Belastingdienst worden, met uitzondering van het kindgebondenbudget en kinderopvangtoeslag, aangemerkt als inkomen, ongeacht of de voorlopige teruggaaf feitelijk wordt ontvangen.

  • e.

    Woonkosten:

    • -

      Indien een huurwoning wordt bewoond, wordt rekening gehouden met de te betalen huur minus de huurtoeslag.

    • -

      Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan het eigenaarsdeel van de onroerendezaakbelastingen.

  • f.

    Vermogen: Uitgesloten voor een vergoeding ingevolge het Participatiefonds zijn de minima als bedoeld onder b. met een vermogen van meer dan de in artikel 34 van de Participatiewet genoemde vermogensgrens.

    Voor de vaststelling van het vermogen zijn de bepalingen van de Participatiewet en de daarop gebaseerde verordeningen uitvoeringsregelingen van de gemeente Leek van toepassing, met uitzondering van de daarin opgenomen bepalingen aangaande de door de aanvrager bewoonde eigen woning, woonwagen of woonschip.

  • g.

    Eigen woning: Bij de vaststelling van het vermogen wordt geen rekening gehouden met het vermogen in de vorm van de door aanvrager bewoonde eigen woning, woonwagen of woonschip.

  • h.

    Datum vaststelling: Het inkomen en het vermogen worden vastgesteld op de datum van de aanvraag. Bij de ambtshalve toekenning aan bijstandscliënten van een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen wordt een peildatum gehanteerd die gelijk is aan de peildatum voor oplegging van de Onroerendezaakbelastingen.

  • i.

    Peildatum: 1 januari van het jaar waarop de aanslag gemeentelijke belastingen en heffingen betrekking heeft.

  • j.

    Meerinkomen: Dat deel van het totale inkomen dat de grens van 100% van de toepasselijke bijstandsnorm overschrijdt.

Hoofdstuk 2 De aanvraag

Artikel 2.1

Aan een ieder die op de peildatum een uitkering voor levensonderhoud ingevolge de Participatiewet (en/of het daarmee samenhangende Bbz) ontvangt van de gemeente Leek, waarbij het totale inkomen de inkomensgrens van 100% van de bijstandsnorm niet overschrijdt, wordt ambtshalve een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen toegekend.

Artikel 2.2

Aan een ieder die op de peildatum een uitkering voor levensonderhoud ingevolge de IOAW, IOW of IOAZ ontvangt wordt een aanvraagformulier en een brief met enige toelichting gezonden.

Artikel 2.3

Uitgezonderd de personen genoemd in artikel 2.1 van deze verordening, dient door een ieder schriftelijk een verzoek om een tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen in te worden gediend middels invulling van het daartoe bestemde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient voorzien van bewijsstukken binnen zestien weken na dagtekening van de aanslag van het betreffende kalenderjaar te worden ingeleverd.

Hoofdstuk 3 De tegemoetkoming

Artikel 3.1

De tegemoetkoming bedraagt 100% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen en heffingen voor degenen die tot de doelgroep behoren. Voor de afvalstoffenheffing bedraagt de tegemoetkoming 100% van het vaste deel en daarnaast vergoeding voor het variabele bedrag tot een maximum aantal kilogrammen per huishouden op jaarbasis. Dit maximum wordt jaarlijks vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.2

Degenen die een inkomen hebben van meer dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm, doch verder wel voldoen aan het gestelde in artikel 1 van deze verordening, dienen 80% van hun meerinkomen aan te wenden voor betaling van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen en heffingen, inclusief het vaste en variabele deel van de afvalstoffenheffing.

Voor het deel van de aanslag dat hieruit niet kan worden voldaan ontvangen zij een tegemoetkoming, met uitzondering van dat deel van de variabele kosten verschuldigd voor de aangeleverde kilogrammen dat het maximale aantal kilogrammen per huishouding, zoals genoemd in artikel 3.1 van deze verordening, overschrijdt.

Artikel 3.3

De tegemoetkoming wordt in mindering gebracht op de openstaande belastingschuld dan wel uitbetaald indien de schuld inmiddels is voldaan.

Hoofdstuk 4 Bestrijding armoedeval

Artikel 4.1

Degene die in het jaar voorafgaand aan de huidige aanvraag tot de doelgroep als bedoeld in artikel 1 van deze verordening behoorde en:

  • -

    in de periode tussen toen en de huidige aanvraag werk heeft aanvaard waarvan bij de bepaling van het recht op aanvullende algemene bijstand een deel wordt vrijgelaten, of waarvoor een belaste premie voor deeltijdwerk wordt verstrekt en

  • -

    waarvan het totale inkomen door deze vrijlating of premie is gestegen tot maximaal 125% van de toepasselijke bijstandsnorm

heeft recht op de volgende gedeeltelijke tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen en heffingen:

  • -

    in het eerste jaar volgend op de datum van werkaanvaarding of de datum van toekenning van de belaste premie: 66% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen/heffingen, inclusief het vaste deel van de afvalstoffenheffing, alsmede 66% van het daadwerkelijk verschuldigde variabele bedrag, voor zover dit het in artikel 3.1 aangehaalde maximum aantal kilogrammen per huishouden niet overschrijdt.

  • -

    in het tweede jaar volgend op de datum van werkaanvaarding of de datum van toekenning van de belaste premie: 33% van de opgelegde aanslag gemeentelijke belastingen/heffingen, inclusief het vaste deel van de afvalstoffenheffing, alsmede 66% van het daadwerkelijk verschuldigde variabele bedrag, voor zover dit het in artikel 3.1 aangehaalde maximum aantal kilogrammen per huishouden niet overschrijdt.

Artikel 4.2

Indien het gestelde in artikel 3.2 gunstiger is voor de in artikel 4.1 aangehaalde personen gaat artikel 3.2 voor.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1

In gevallen waarin de verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen 2017.

Artikel 5.3 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening tegemoetkoming gemeentelijke belastingen en heffingen van de gemeente Leek uit 2010 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Leek,

d.d. 21 december 2016.

B.C. Hoekstra, voorzitter mevrouw F.M. Bouwman, griffier