Regeling vervallen per 01-01-2019

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Leek 2017

Geldend van 01-07-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Leek 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

gelezen het advies met registratienummer 2017002517;

gelet op de Jeugdwet 2015 en de artikelen 4 tot en met 13 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Leek 2017;

B E S L U I T :

vast te stellen: Nadere regels Jeugdhulp gemeente Leek 2017.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de verordening Jeugdhulp 2017.

Artikel 2 Persoonsgebonden budget

  • 1. In beginsel wordt een individuele voorziening bekostigd vanuit PGB alleen geleverd in de buurt van de verblijfplaats van de jeugdige (binnen het Westerkwartier dan wel de provincie Groningen, kop van Drenthe en/of Friesland).

  • 2. Levering van een PGB in het buitenland vindt in beginsel niet plaats, tenzij het college hiertoe schriftelijk toestemming geeft. De budgethouder verplicht zich bij een verblijf van langer dan vier weken in het buitenland dit te melden bij het college.

  • 3. Een PGB kan niet ingezet worden bij spoedeisende zorg en/of crisis.

  • 4. Een PGB kan niet worden ingezet voor pleegzorg.

  • 5. Een PGB voor informele zorg wordt alleen verstrekt als de benodigde zorg de gebruikelijke hulp te boven gaat.

  • 6. De budgethouder dient een door het college goedgekeurde schriftelijke overeenkomst te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde jeugdhulpverlener of jeugdhulpaanbieder. Het college toetst hierbij of de overeenkomst aansluit bij de toegekende indicatie en eventueel gemaakte afspraken.

  • 7. Het college behoudt zich het recht voor om die gevallen waarin er gerede twijfels zijn over de kwaliteit van de ondersteuning dan wel de veiligheid voor de jeugdige om in die gevallen de goedkeuring van de overeenkomst, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, tijdelijk te schorsen, in te trekken dan wel niet te verlenen.

Artikel 3 Eenmalige uitkering bij faillissement/overlijden

  • 1. Indien de budgethouder komt te overlijden of failliet gaat eindigt de zorgovereenkomst met de hulpverlener van rechtswege. De hulpverlener kan dan in aanmerking komen voor eenmalige uitkering ter hoogte van maximaal 4 weken van het laatst verdiende ontvangen PGB.

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een eenmalige uitkering moet er:

    • a.

      toestemming zijn verleend door het college; en

    • b.

      een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de SVB door de budgethouder of de nabestaanden; en

    • c.

      een geldig zorgovereenkomst zijn afgesloten; en

    • d.

      nog voldoende budget beschikbaar zijn.

Artikel 4 Formele en informele ondersteuning

  • 1. Formele ondersteuning is door de cliënt ingekochte professionele jeugdhulp en heeft betrekking op ondersteuning c.q. zorg die door derden vanuit een hulpverlenend beroep wordt verleend en voldoet aan de eisen gesteld in de wet en in artikel 7 van deze nadere regels.

  • 2. Een hulpverlenend beroep wordt aangenomen als de hulpverlener staat ingeschreven bij handelsregister, een BIG-registratie heeft of staat ingeschreven bij het Kwaliteitsregister Jeugd en/of is aangesloten bij één van de brancheorganisaties.

  • 3. Informele hulp is niet-professionele jeugdhulp verleend door iemand vanuit het sociale netwerk of iemand die door de cliënt zelf is gezocht en gevonden. Er hoeft tussen de cliënt en de hulpverlener geen bestaande relatie te zijn en de ondersteuning wordt niet verleend vanuit een hulpverlenend beroep.

Artikel 5 Gebruikelijke/boven gebruikelijke hulp

  • 1. Gebruikelijke hulp is de normale dagelijkse hulp die ouders of partners en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden.

  • 2. Ouders zijn verplicht de tot hun gezin behorende kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht aan hen te bieden, ook al is sprake van een kind met een ziekte, aandoening of beperking

  • 3. Er is in beginsel sprake van boven gebruikelijke hulp wanneer de voor het kind noodzakelijke hulp langdurig uitgaat boven de hulp die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft, voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen.

  • 4. In beginsel is sprake van langdurig noodzakelijke hulp, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, indien de ondersteuning langer dan 3 maanden noodzakelijk is.

Artikel 6 Familiegroepsplan/Ondersteuningsplan

  • 1. Een familiegroepsplan/ondersteuningsplan bevat op zijn minst:

    • a.

      de gestelde gezinsdoelen en de gemaakte afspraken over ondersteuning en jeugdhulp;

    • b.

      de wijze van onderlinge afstemming tussen de betrokkenen;

    • c.

      de gegevens van de betrokkenen en;

    • d.

      op welke wijze en wanneer de voortgang wordt geëvalueerd.

  • 2. Indien nodig biedt het college ondersteuning aan voor het opstellen van het familiegroeps-plan/ondersteuningsplan.

Artikel 7 Kwaliteit

  • 1. Naast de in de wet gestelde eisen voldoet de jeugdhulpaanbieder ten minste aan het volgende:

    • a.

      Een inschrijving in het handelsregister waaruit blijkt dat de activiteiten geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van jeugdhulp;

    • b.

      De Jeugdhulpaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag van alle personen die in hun opdracht ondersteuning verlenen. Deze verklaring is niet eerder afgegeven dan 3 maanden voorafgaand aan de datum waarop de hulpverlener voor de jeugdhulpaanbieder is gaan werken.

    • c.

      De geboden jeugdhulp is veilig en effectief en voldoet aan de professionele standaard zoals deze geldt voor de betreffende vorm van jeugdhulp.

    • d.

      De formele ondersteuning moet voldoen aan alle kwaliteitseisen op basis van de wet, gemeentelijke regelgeving, voorwaarden gesteld bij de inkoop en de geldende professionele standaard.

  • 2. Van aanbieders wordt verwacht dat zij personeel inzetten dat aantoonbaar geschikt is voor het uitvoeren van de opgegeven taak, welke is vastgelegd een vereiste overeenkomst.

  • 3. Een toets of het personeel geschikt is, kan blijken uit de basiscompetentieprofielen die zijn opgesteld door de branchevereniging.

  • 4. Ook ingehuurd personeel en ZZP'ers moeten kunnen voldoen aan de basiscompetentieprofielen.

  • 5. In aanvulling hierop kan het college nog nadere regels stellen over kwaliteit en op welke wijze hierop toezicht gehouden wordt en eventueel handhavend wordt opgetreden.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als Nadere regels Jeugdhulp gemeente Leek 2017.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017.

  • 3. Met ingang van de dag waarop de nadere regels Jeugdhulp Leek 2017 in werking treedt, worden de eerder vastgestelde gewijzigde Nadere regels Jeugdhulp gemeente Leek 2015 ingetrokken en komt deze te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering

van burgemeester en wethouders

van de gemeente Leek,

d.d. 11 april 2017.

B.C. Hoekstra, burgemeester M. Schomper, secretaris