Regeling vervallen per 21-02-2013

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leek

Geldend van 26-01-2012 t/m 20-02-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leek

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010, voorstelnummer 34;

gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leek.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: het bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier (ISD)

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand

  • c.

    WIJ: Wet investeren in jongeren

  • d.

    referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum

  • e.

    peildatum: de datum waartegen de langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd, dat wil zeggen de datum waarop een belanghebbende voor het eerst gedurende een ononderbroken periode van 36 maanden heeft voldaan aan de voorwaarden voor het recht op langdurigheidstoeslag

  • f.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

  • g.

    WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000

  • h.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de wet

  • i.

    WIJ-norm: de voor de jongere toepasselijke norm als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Wet investeren in jongeren vermeerderd of verminderd met de op grond van dat hoofdstuk door het bestuur vastgestelde verhoging of verlaging.

  • j.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken

Artikel 2 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 105% van de voor hem geldende bijstands- of WIJ-norm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden: € 498,00

    • b.

      voor alleenstaande ouders: € 447,00

    • c.

      voor een alleenstaande: € 349,00

    (de genoemde bedragen gelden per 1 januari 2009 en jaarlijkse indexering vindt plaats per 1 januari).

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3. Indien een van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, lid 1 van de wet dan wel artikel 2 of artikel 23, lid 1 van de WIJ komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 5a Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012

  • 1. Wijziging betekenis begrippen

    • a.

      Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

    • b.

      Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet.

  • 2. Laag inkomen vanaf 1 januari 2012

    Vanaf 1 januari 2012 wordt in deze verordening onder ‘laag inkomen’ als bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet, verstaan: een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Indien een van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts een van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2010.

  • 2. De Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Leek vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 maart 2009 wordt per 1 juli 2010 ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leek.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 15 december 2010.
B.C. Hoekstra, voorzitter J.A. Oosting, adjunct-griffier