Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek

Geldend van 26-06-2014 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leek en de Lokale Leekster Uitwerkingsovereenkonist (CAR/LLUWO);

gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Leek.

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Paragraaf Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de CAR gemeente Leek;

    • 2.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de LLUWO;

  • b.

    salaris: het salaris als bedoeld in artikel 3:1; tweede lid onder b van de CAR gemeente Leek;

  • c.

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR gemeente Leek;

  • d.

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a van de CAR gemeente Leek, opgenomen in bijlage II en IIa van die regeling;

  • e.

    functierang: de volgens het gemeentelijk functiewaarderingssysteem voor de functie bepaalde rang;

  • f.

    aanlooprang: een rang beneden de functierang;

  • g.

    uitlooprang: een rang boven de functierang;

  • h.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • i.

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de CAR gemeente Leek;

  • j.

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b van de CAR gemeente Leek;

  • k.

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • l.

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR gemeente Leek;

  • m.

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder 1 van de CAR gemeente Leek.

Hoofdstuk II Salaris

Paragraaf Recht op salaris

Artikel 2

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag in gaat.

Paragraaf Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Paragraaf Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Paragraaf Salarisbedragen

Artikel 5

  • 1. De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR gemeente Leek, of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, waarvan de hoogte door het college van burgemeester en wethouders, is vastgesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leek, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

  • 5. Op verzoek van de ambtenaar kan het salarisbedrag als bedoeld in het eerste lid worden verlaagd ten behoeve van door burgemeester en wethouders vastgestelde bestedingsmogelijkheden. Aan deze verlaging kunnen burgemeester en wethouders nadere voorschriften verbinden.

Paragraaf Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 6

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert wordt, rekening houdende met de bepalingen in de "Regeling voor indeling van ambtenaren in dienst van de gemeente Leek in het rangenstelsel", binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

  • 4. Een verhindering wegens ziekte zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Paragraaf Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 7

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan, op grond van functioneren, een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend.

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 6 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Paragraaf Geen periodieke verhoging

Artikel 8

  • 1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, wordt o.g.v. het bepaalde in de "Regeling voor indeling van ambtenaren in dienst van de gemeente Leek in het rangenstelsel", de in artikel 6 bedoelde salarisverhoging achterwege gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, die met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog worden toegekend.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen die tot de beslissing hebben geleid.

Paragraaf Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 9

  • 1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

    • a.

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a van de CAR gemeente Leek, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

    • b.

      voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b van de CAR gemeente Leek, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar ten minste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeen kwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2. Voor zover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 6 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk III Instrumenten van flexibele beloning

Paragraaf Gratificatie

Artikel 10

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de LLUWO worden toegekend.

Paragraaf Groepsgratificatie

Artikel 11

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan groepsgratificatie worden toegekend.

Paragraaf Uitlooprang

Artikel 12

De ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan o.g.v. het bepaalde in de “Regeling voor indeling van ambtenaren in dienst van de gemeente Leek in het rangenstelsel” worden uitgeschaald in de voor zijn functie geldende uitlooprang, indien hij gedurende meerdere jaren goed heeft gefunctioneerd.

Paragraaf Arbeidsmarkttoelage

Artikel 13

  • 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. Het salaris en de toelage als bedoeld in het vorige lid bedragen samen nooit meer dan het maximum van de naasthogere schaal.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Paragraaf Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Artikel 14

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13.

Artikel 15

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 10 tot en met 13 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Hoofdstuk IV Overige toelagen en vergoedingen

Paragraaf Waarnemingstoelage

Artikel 16

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de LLUWO.

Paragraaf Overwerkvergoeding

Artikel 17

  • 1. Aan de ambtenaar die valt onder de standaardregeling voor werktijden en die door het college is aangewezen om werkzaamheden buiten het dagvenster te verrichten, wordt een buitendagvenstervergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:8 van de CAR/LLUWO.

  • 2. Aan de ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden, wordt voor het verrichten van overwerk een vergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in de artikelen 3:2 en 3:2:1 van de CAR/LLUWO.

  • 3. De ambtenaar die een functie bekleed waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is, heeft geen recht op een buitendagvenster- resp. overwerkvergoeding.

Paragraaf Toelage onregelmatige dienst

Artikel 18

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de CAR gemeente Leek, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR gemeente Leek.

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40% voor de uren op zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR gemeente Leek.

  • 3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Paragraaf Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Artikel 19

  • 1. Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 van de CAR/LLUWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2. De hoogte van de toelage wordt door burgemeester en wethouders nader geregeld.

Paragraaf Inconvenniëntentoelage

Artikel 20

  • 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per kalenderjaar die arbeid is verricht een toelage toegekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate.

  • 3. De hoogte van de toelage wordt door burgemeester en wethouders nader geregeld.

Paragraaf Kledingtoelage

Artikel 21

  • 1. De ambtenaar - wier kleding, op grond van de aard van de door hem te verrichten werkzaamheden in sterke mate aan slijtage onderhevig is of wier werkzaamheden het dragen van beschermende kleding noodzakelijk maakt - ontvangt hiervoor een vergoeding.

  • 2. De vergoeding, als bedoeld in lid 1, is niet van toepassing op ambtenaren die in aanmerking komen voor dienstkleding of een kledingpakket.

  • 3. De hoogte van de vergoeding wordt door burgemeester en wethouders nader geregeld.

  • 4. De ambtenaar ontvangt de vergoeding, rekening houdende met het maximum vastgestelde bedrag, op declaratiebasis.

Paragraaf Bedrijfshulpverleningstoelage

Artikel 22

  • 1. Aan de ambtenaar die geregistreerd staat als bedrijfshulpverlener wordt een toelage toegekend.

  • 2. De hoogte van de toelage wordt landelijk door het VNG vastgesteld.

Paragraaf Afbouwtoelage

Artikel 23

  • 1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 18, 19 en 20, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging en

    • b.

      de ambtenaar de toelage -als bedoeld in artikelen 18,19 en 20- direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2. De aflopende toelage wordt gedurende twee jaren uitgekeerd en bedraagt, per zes maanden, respectievelijk 100, 75, 50 en 25 procent van de oorspronkelijke toelage.

  • 3. De termijnen als genoemd in het tweede lid worden verdubbeld indien de ambtenaar langer dan 10 jaren zonder onderbreking de toelage heeft ontvangen.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste tot en met derde lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage -als bedoeld in artikel 18,19 en 20- een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelagen- als bedoeld in artikelen 18,19 en 20- direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 5. De in het eerste tot en met derde lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage -als bedoeld in artikelen 18, 19 en 20- heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 6. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

Paragraaf Referteperiode toelagen

Artikel 24

  • 1. De vergoedingen -als bedoel in artikel 18 tot en met 23- worden slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop een verhindering tot het vervullen van de betrekking wegens ziekte is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding of die beloning.

  • 2. Voorzover de ambtenaar op de datum als bedoeld in het eerste lid, minder dan drie kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest

Hoofdstuk V Overige bepalingen

Paragraaf Onvoorziene gevallen

Artikel 25

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Paragraaf Slotbepalingen

Artikel 26

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en kan worden aangehaald als de Bezoldigingsverordening gemeente Leek 2001.

  • 2. De Bezoldigingsverordening, zoals vastgesteld op 30 januari 1995 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Ondertekening

Leek, 10 juni 2002.
Burgemeester en wethouders van Leek,
mevrouw S. de Jong, burgemeester drs. J. de Noord, secretaris