Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2009

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2009

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Leerdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2009;

overwegende het begrotingsbesluit 2009 en de gewenste invoering van gedifferentieerde tarieven voor de afvalstoffenheffing;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2009.

(Verordening afvalstoffenheffing 2009).

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting bedraagt per perceel per jaar

€ 263,40

2. De belasting als bedoeld in het eerste lid wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van extra containers, per container per jaar

 

a. bestemd voor groente-, fruit-, tuinafval

€ 65,85

b. bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen

€ 131,70

 

 

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel driehonderdzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in één termijn uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld.

  • 2.

    Als de belasting in termijnen wordt ingevorderd door middel van voorschotnota’s van een Nutsbedrijf moet de belasting betaald worden volgens de met het Nutsbedrijf overeengekomen betalingsfrequentie.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Geen kwijtschelding wordt verleend van de belasting zoals bedoeld

  • 1.

    in artikel 3, tweede lid van deze verordening voor de extra containers;

  • 2.

    in artikel 7, tweede lid van deze verordening voor de voorschotnota’s, tenzij sprake is van een definitieve (eind- of jaar)afrekening.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 1997” citeertitel “afvalstoffenheffing 1997” van 19 december 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 13 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2009”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van 27 november 2008
de griffier, de voorzitter,