Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Leerdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

overwegende de begrotingsvoorstellen 2015 en de wenselijkheid om de Marktgeldverordening 2014 te actualiseren;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 (Marktgeldverordening 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dagstandplaats: een voor één marktdag toegewezen plaats op het marktterrein;

  • b.

    vaste standplaats: een voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder toegewezen plaats op het marktterrein, gedurende de tijden die voor de markt zijn bestemd;

  • c.

    standwerkerplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

  • d.

    ingenomen strekkende meters: ter berekening van de ingenomen strekkende meters wordt in aanmerking genomen de frontbreedte en diepte die in gebruik is:

    • 1.

      voor het uitstallen van goederen met inbegrip van overkappingen van uitstalruimten, terwijl ook kisten, dozen, koffers, pakken en andere voorwerpen, die achter of naast de uitstalruimte worden geplaatst, voor de bepaling van de frontbreedte worden meegerekend;

    • 2.

      voor voertuigen van waaruit rechtstreeks wordt verkocht en/of welke mede als opslagruimte dienen;

    • 3.

      de ingenomen frontbreedte en diepte worden door de marktmeester vastgesteld;

  • e.

    afmeting marktkraam: de afmeting van een marktkraam wordt tenminste gesteld op 12 vierkante meter;

  • f.

    wachtlijst: de lijst als genoemd in artikel 2.7 van de Marktverordening Leerdam 1998, waarop degenen, die voor een standplaats in aanmerking willen komen, worden ingeschreven;

  • g.

    marktmeester: de als zodanig door het college aangewezen ambtenaar;

  • h.

    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van het college voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

  • i.

    openbare markt: de warenmarkt, welke krachtens besluit van het college op de daartoe aangewezen marktterrein, dag en tijd wordt gehouden;

  • j.

    jaar: een kalenderjaar;

  • k.

    maand: een kalendermaand;

  • l.

    dag: een etmaal.

  • m.

    marktdag: de dag welke is bedoeld in artikel 1.2 van de Marktverordening Leerdam 1998.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor van het innemen van een standplaats op de openbare markt.

  • 2.

    Het marktgeld wordt geheven van degene die een standplaats op de openbare markt inneemt, dan wel van degene aan wie een standplaats op de openbare markt is toegewezen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De maatstaf van heffing voor het marktgeld is het aantal vierkante meters dat met een standplaats wordt ingenomen of het aantal vierkante meters dat is toegewezen, gemeten naar de grootste lengtemaat en de grootste breedtemaat.

  • 2.

    Voor het innemen van een standwerkerplaats wordt het marktgeld geheven naar het aantal vierkante meters van de ingenomen standwerkerplaats.

Artikel 4 Belastingtarieven

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor:

    • a.

      een vaste standplaats per jaar per vierkante meter € 15,72 met een minimum frontbreedte van 4 meter en een diepte van 3 meter en een minimumbedrag van € 188,52

    • b.

      een dagplaats per marktdag per vierkante meter € 1,44 met een minimum van 12 vierkante meter

    • c.

      voor het innemen van standplaatsen van een grotere oppervlakte dan die, welke daarvoor is vastgesteld, per marktdag voor het meerdere per vierkante meter € 1,20

    • d.

      voor het innemen van een standwerkerplaats per marktdag € 15,70

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid wordt een gedeelte van een dag voor een gehele dag en een gedeelte van een vierkante meter voor een gehele vierkante meter gerekend.

Artikel 5 Belastingjaar en belastingtijdvak

  • 1.

    Voor vaste standplaatsen is het belastingjaar gelijk aan een kalenderjaar.

  • 2.

    Voor dagplaatsen en standwerkplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    Het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a genoemde marktgeld in deze verordening wordt geheven bij aanslag.

  • 2.

    Het in artikel 4, eerste lid, onderdelen b, c en d genoemde marktgeld in deze verordening wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of belastingtijdvak, zo dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor een standplaats in de loop van het belastingjaar begint, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht voor een standplaats in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde marktgeld als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld als bedoeld in artikel 6, eerste lid van deze verordening worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld als bedoeld in artikel 6, tweede lid van deze verordening worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Marktgeldverordening 2014’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de genoemde datum van ingang van de heffing in het derde lid van dit artikel, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Marktgeldverordening 2015’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van 11 december 2014
de griffier, de voorzitter,