Organisatiebesluit Leeuwarden 2014

Artikel 1 Structuur ambtelijke organisatie

• 1.

  Aan het hoofd van de ambtelijke organisatie staat de gemeentesecretaris.

• 2.

  De hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie bestaat uit vakdiensten, de Concernstaf en de eenheid Concerncontrol.

• 3.

  De vakdiensten zijn:

• * Algemene Zaken;

• * Stadsontwikkeling en –beheer;

• * Welzijn.

• 4.

  Aan het hoofd van elke dienst staat een directeur.

• 5.

  Diensten zijn opgedeeld in sectoren.

• 6.

  Aan het hoofd van elke sector staat een sectormanager.

Artikel 2 Gemeentesecretaris

• 1.

  De gemeentesecretaris:

• a.

  draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van ons college en van de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan;

• b.

  is de eerste adviseur van ons college en van de burgemeester;

• c.

  is algemeen directeur van de ambtelijke organisatie;

• d.

  is voorzitter van het Directieteam;

• e.

  is bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden;

• f.

  is belast met al het overige dat hem bij mandaat is opgedragen.

• 2.

  Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris fungeren de directeuren van de vakdiensten, het hoofd van de Concernstaf en de secretaris van ons college in een door ons vastgestelde volgorde, als loco-secretaris.

Artikel 3 Directieteam

• 1.

  Het directieteam is het hoogste orgaan voor gemeentebrede afstemming en coördinatie.

• 2.

  Onder voorzitterschap van de gemeentesecretaris vormen de directeuren het Directieteam.

• 3.

  Het Directieteam besluit over de inrichting van de diensten in sectoren en/of andere organisatorische eenheden.

• 4.

  Het Directieteam kan besluiten tijdelijk af te wijken van de in dit besluit geldende organisatiestructuur door het instellen van project-, stuur-, of werkgroepen.

Artikel 4 Directeur

• 1.

  De directeur:

  • a.

    staat aan het hoofd van een dienst;

  • b.

    draagt zorg voor de voorbereiding, uitvoering en verantwoording van die onderdelen van de programmabegroting die zijn dienst betreffen;

  • c.

    maakt deel uit van het Directieteam;

  • d.

    is voorzitter van het managementteam van zijn dienst;

  • e.

    is belast met al het overige dat hem bij mandaat is opgedragen.

• 2.

  Bij afwezigheid van de directeur fungeert zijn door ons aangewezen plaatsvervanger of een collega directeur als zijn vervanger.

Artikel 5 Sectormanager

• 1.

  De sectormanager:

  • a.

    staat aan het hoofd van een sector van een dienst;

  • b.

    draagt zorg voor de voorbereiding, uitvoering en verantwoording van die onderdelen van de programmabegroting die zijn sector betreffen;

  • c.

    maakt deel uit van het managementteam van de dienst waartoe zijn sector behoort;

  • d.

    is belast met al het overige dat hem bij mandaat is opgedragen.

• 2.

  Bij afwezigheid fungeert een collega sectormanager of de directeur als zijn vervanger.

Artikel 6 Hoofd Concernstaf

• 1.

  Het hoofd Concernstaf:

  • a.

    staat aan het hoofd van de Concernstaf;

  • b.

    adviseert en ondersteunt de gemeentesecretaris en in zijn opdracht (de leden van) ons college, de burgemeester en het Directieteam;

  • c.

    draagt zorg voor een aantal specifieke taken, waaronder:

  • *

    het ontwikkelen en regisseren van de gemeentelijke begrotingscyclus;

  • *

    het opstellen van het financieel meerjarenperspectief;

  • *

    het toetsen van de ambtelijke voorstellen aan ons college.

• 2.

  Bij afwezigheid fungeert een van de senior adviseurs van de Concernstaf als zijn vervanger.

Artikel 7 Concerncontroller

• 1.

  De concerncontroller:

  • a.

    staat aan het hoofd van de eenheid Concerncontrol;

  • b.

    adviseert (gevraagd en ongevraagd) de gemeentesecretaris over en ziet toe op de doelmatigheid, kwaliteit, doeltreffendheid en rechtmatigheid van de gemeentelijke bedrijfsvoering;

  • c.

    adviseert ons college over het uitvoeren van audit- en controlonderzoeken;

  • d.

    dient in uitzonderlijke situaties, met voorbijgaan aan de hiërarchische lijn, ons college te informeren en te adviseren over belangrijke misstanden;

  • e.

    informeert de Rekenkamer over het (voorgenomen) gemeentelijk audit- en onderzoekprogramma en stemt dit af met de voornemens van de Rekenkamer;

  • f.

    is voorzitter van het overleg met de controllers.

• 2.

  Bij afwezigheid wordt de concerncontroller vervangen door een van de controllers.

Artikel 8 Controller

• 1.

  De controller:

• a.

  adviseert (gevraagd en ongevraagd) de directeur over en ziet toe op de doelmatigheid, kwaliteit, doeltreffendheid en rechtmatigheid van de bedrijfsvoering van de betreffende dienst;

• b.

  dient in uitzonderlijke situaties, met voorbij gaan aan de hiërarchische lijn, de gemeentesecretaris te adviseren over belangrijke misstanden;

• c.

  neemt deel aan het overleg in het managementteam van de betreffende dienst;

• d.

  neemt deel aan het controllersoverleg.

• 2.

  Bij afwezigheid van de controller wordt deze vervangen door een van de andere controllers of de concerncontroller.

Artikel 9 Hoofd Financiele Dienstverlening

Het hoofd van de sector Financiële Dienstverlening:

• a.

  treedt naast zijn reguliere taken als sectormanager op als ambtenaar bedoeld in het tweede lid, letters b, c, d, en e van artikel 231 van de Gemeentewet en is als zodanig belast met de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken;

• b.

  is belast met de gemeentelijke financiering in het algemeen en de uitvoering van het Financieringsbesluit op grond van de Financiële Verordening, in het bijzonder;

Artikel 10 Gemeentearchivaris

• 1.

  De gemeentearchivaris is belast met het toezicht op de archieven en het beheer van de archiefbewaarplaats als bedoeld in de Archiefwet.

• 2.

  De gemeentearchivaris wordt door ons college benoemd.

Artikel 11 Rampenbestrijding

In een GRIP-situatie (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure) is het Leeuwarder rampenplan c.q. het regionale crisisplan en de daarin vastgelegde verdeling van bevoegdheden van toepassing.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag nadat wij dit hebben vastgesteld. Op dat moment vervalt het op 21 juli 2011 vastgestelde Organisatiebesluit Leeuwarden 2011, het op 16 maart 2010 vastgestelde Organisatiebesluit Boarnsterhim 2009 en de op 17 december 1996 vastgestelde Instructie voor de secretaris van de gemeente Boarnsterhim.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Organisatiebesluit gemeente Leeuwarden 2014”