Regeling vervallen per 01-01-2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2008

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden

1. Algemene regels rond verstrekking persoonsgebonden budget

1.1. Keuzevrijheid.

Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

1.2. Beperking.

Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats als op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager of diens vertegenwoordiger problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget.

2. Bijzondere regels rond persoonsgebonden budget voor roerende zaken (rolstoelen, hulpmiddelen en verplaatsingsmiddelen).

2.1. Hoogte van het budget.

De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld aan de hand van de kosten van de overeenkomstige naturaverstrekking, inclusief eventuele kosten voor onderhoud, service en verzekering gedurende de gebruiksduur van de voorziening.

2.2. Verplichtingen.

De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is het daarnaast verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het hulpmiddel. De normale gebruiksduur van een hulpmiddel is 7 jaar.

2.3. Betaling.

Het persoonsgebonden budget wordt rechtstreeks aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald. Het bedrag voor aanschaf of huur in één keer, het bedrag voor onderhoud, service en verzekering in jaarlijkse termijnen.

2.4. Verantwoording.

De belanghebbende dient binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

Daarnaast dient hij jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

2.5. Wijziging in de situatie.

Het verstrekken van een volgende voorziening binnen afloop van de normale gebruiksduur kan slechts in die gevallen waarin dat ook bij naturaverstrekking gebeurt, als wijziging in medische of andere relevante omstandigheden daartoe aanleiding geven.

2.7. Sportrolstoelen.

In afwijking van de hiervoor genoemde zaken wordt een sportrolstoel uitsluitend verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget. De hoogte van dit persoonsgebonden budget is een forfaitair bedrag van € 2.498,- . Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

3. Bijzondere regels rond persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden.

3.1. Hoogte van het budget.

De hoogte van een persoonsgebonden budget voor van hulp bij het huishouden wordt

per klasse per jaar vastgesteld op:

Klasse 1: € 920,- per jaar

Klasse 2: € 2.763,- per jaar

Klasse 3 € 5.067,- per jaar

Klasse 4 € 7.830,- per jaar

Klasse 5 € 10.594,- per jaar

Klasse 6 € 13.356,- per jaar.

terwijl bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend een uurbedrag van € 17,65 wordt gehanteerd.

3.2. Verplichtingen.

De belanghebbende dient schriftelijke overeenkomsten te sluiten met de door hem of haar ingeschakelde hulpverleners.

3.3. Betaling.

Het persoonsgebonden budget wordt, onder aftrek van de verschuldigde eigen bijdrage, rechtstreeks aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.

De volgende betalingsfrequentie is van toepassing op de jaarbedragen:

Klasse 1: het totale bedrag eens per jaar;

Klasse 2: de helft van het bedrag per halfjaar;

Klasse 3: een vierde van het bedrag per kwartaal;

Klasse 4 t/m 6: een twaalfde van het bedrag per maand.

3.4. Verantwoording.

De belanghebbende dient binnen 6 weken na ieder halfjaar, gerekend vanaf de ingangsdatum van het persoonsgebonden budget, een verantwoordingsformulier in te dienen.

Als het persoonsgebonden budget betrekking heeft op een periode korter dan een halfjaar, moet het verantwoordingsformulier binnen 6 weken na afloop van die periode worden ingediend.

4. Bijzondere regels rond persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen.

4.1. Hoogte van het bedrag.

a. Verhuiskosten.

Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 14 onder a van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden bedraagt € 2.836,-

b. Bouwkundige woonvoorzieningen.

De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor bouwkundige woonvoorzieningen wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college goedgekeurde offerte. Hierbij mogen de volgende kosten worden meegenomen:

  • 1.

    de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.

    Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • 2.

    de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991.

    Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • 3.

    het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;

  • 4.

    de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is (bijv. bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • 5.

    de leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

  • 6.

    de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

  • 7.

    renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • 8.

    de prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel van dit besluit;

  • 9.

    de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 10.

    de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • 11.

    de kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

  • 12.

    de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voor zover de kosten, bedoeld onder l tot en met 11 van dit artikelonderdeel meer dan € 946,- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van € 354,-.

c. Bezoekbaar maken woning.

Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning als genoemd in artikel 18, lid 2 tot en met 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden bedraagt € 2.836,-.

d. Niet bouwkundige of niet woontechnische voorziening.

De hoogte van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor niet bouwkundige of niet woontechnische voorzieningen wordt vastgesteld op de door het college goedgekeurde kosten van de voorziening, inclusief eventuele kosten voor onderhoud en service gedurende de gebruiksduur van de voorziening.

e.Forfaitair bedrag woonwagens en woonschepen.

Het forfaitaire bedrag voor aanpassing van woonwagens of woonschepen die niet voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in paragraaf 3.3.2. van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden bedraagt € 947,-.

4.2. Verplichtingen.

De belanghebbende is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.

4.3. Betaling.

a. Bouwkundige woonvoorzieningen.

De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor bouwkundige voorzieningen als bedoeld in artikel 4.1. onder b. en d. van dit besluit wordt rechtstreeks aan de eigenaar van de woning uitbetaald, met inachtneming van het volgende:

  • 1.

    De financiële tegemoetkoming wordt betaald na gereedmelding en vaststelling, zoals genoemd in artikel 4.4. onder a.

  • 2.

    Een persoonsgebonden budget voor bouwkundige voorzieningen kan slechts worden verstrekt aan de belanghebbende die tevens eigenaar is van de woning. Dit budget wordt uitbetaald na toekenning van de voorziening.

b. Niet bouwkundige woonvoorzieningen.

Het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming voor verhuiskosten of voorzieningen van niet bouwkundige of woontechnische aard wordt rechtstreeks aan de belanghebbende of dienst (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.

4.4. Verantwoording.

a. Bouwkundige woonvoorzieningen.

1. Financiële tegemoetkoming:

Direct na voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na de datum van de toekenning van de voorziening, verklaart degene aan wie de financiële tegemoetkoming wordt betaald dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van de financiële tegemoetkoming. De gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de financiële tegemoetkoming is verleend en van de op de werkzaamheden betrekking hebbende nota's. Het bedrag van de vaststelling mag maximaal 10% hoger zijn dan het bij de toekenning begrote bedrag van de kosten. Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de verwachting bestaat dat de kosten meer dan 10% zullen afwijken van het begrote bedrag, dient de belanghebbende hierover onverwijld in contact te treden met het college.

2. Persoongebonden budget:

Direct na voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na de datum van toekenning van de voorziening, verklaart degene aan wie het persoonsgebonden budget is uitbetaald, dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

Deze gereedmelding gaat vergezeld van de op de werkzaamheden betrekking hebbende facturen. De gereedmelding leidt niet tot nabetaling.

b. Niet bouwkundige woonvoorzieningen.

De belanghebbende dient, voor zover het persoonsgebonden budget is gebruikt voor de aanschaf van roerende zaken, binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

Daarnaast dient hij, indien van toepassing, jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

Voor zover het bedrag is gebruikt voor een verhuizing, geldt de adreswijziging als verantwoording.

4.5. Te verwerven grond.

Het maximale aantal m2 per vertrek in een zelfstandige woning, wat in aanmerking wordt genomen op grond van artikel 4.1, lid b, onder 8 van dit besluit, is in onderstaand overzicht aangegeven:

A B

max. aantal m2 waar- max. aantal m2 waar-

voor een financiële voor een financiële

tegemoetkoming wordt tegemoetkoming wordt

verleend in geval van verleend in geval van

aanbouw van een vertrek. uitbreiding van een

reeds aanwezig vertrek

vertrek:

woonkamer 30 6

keuken 10 4

eenpers. slaapkamer 10 4

tweepers. slaapkamer 18 4

toiletruimte 2 1

badkamer

  • -

    wastafelruimte 2 1

  • -

    doucheruimte 3 2

entree/gang/hal 5 2

berging 6 4

Het maximale aantal m2 verhard pad dat in aanmerking komt voor vergoeding bedraagt 20 m2, bij:

  • -

    het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte;

  • -

    het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort.

5. Bijzondere regels rond het persoonsgebonden budget voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel (vervoersvoorzieningen).

5.1. Hoogte van het budget.

a. Geïndiceerden collectief vervoer.

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de belanghebbende die in aanmerking kan komen voor deelname aan het collectieve vervoer, maar die op grond van artikel 22, lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden kiest voor een persoonsgebonden budget, bedraagt € 545,- per jaar

b. Kilometervergoedingen.

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor belanghebbenden die geen gebruik van het collectief vervoer kunnen maken en die recht hebben op een individuele kilometervergoeding bedraagt:

  • 1.

    bij het gebruik van een particuliere auto: € 604,- per jaar;

  • 2.

    bij gebruik van een taxi: € 2.916,- per jaar;

  • 3.

    bij gebruik van een rolstoeltaxi: € 4.477,- per jaar.

c. Autoaanpassing.

De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld aan de hand van de kosten van de overeenkomstige naturaverstrekking, inclusief eventuele kosten voor onderhoud en service gedurende de gebruiksduur van de voorziening.

5.2. Verplichtingen.

De belanghebbende dient de frequentie en de bestemmingen van de gemaakte reizen bij te houden en taxibonnen of overige betalingsbewijzen gedurende een periode van één jaar te bewaren.

5.3. Betaling.

Het persoonsgebonden budget wordt rechtstreeks, in kwartaaltermijnen, aan de belanghebbende of diens (wettelijke) vertegenwoordiger uitbetaald.

5.4. Verantwoording.

Burgemeester en wethouders controleren steeksproefgewijs aan de hand van de bescheiden als bedoeld in artikel 5.2 of het persoonsgebonden budget overeenkomstig het doel waarvoor het is toegekend is besteed.

6. Eigen bijdragen Hulp bij het huishouden.

6.1 Grondslag eigen bijdrage bij naturaverstrekking.

De grondslag voor de eigen bijdrage voor de hulp bij het huishouden die in natura wordt verstrekt bedraagt € 12,40 per daadwerkelijk geleverd uur hulp.

6.2. Grondslag eigen bijdrage bij verstrekking als persoonsgebonden budget.

De grondslag voor de eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden die in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt bedraagt 60 % van het bedrag per klasse zoals genoemd in artikel 3.1 van dit besluit.

6.3. Omvang eigen bijdragen.

a.

Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt € 11,66 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 16.301,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

b.

Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt 11,66 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 14.365 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

c.

Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 16,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 21.002,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

d.

Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 16,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 19.759 dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 % bedraagt.

7. Samenhangende afstemming.

7.1. Samenhangende afstemming.

Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek inzake het advies ex artikel 31 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning indien van toepassing aandacht besteed aan:

  • a.

    de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager;

  • b.

    de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

  • c.

    de woning en de woonomgeving van de aanvrager;

  • d.

    de psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager;

  • e.

    de sociale omstandigheden van de aanvrager;

  • f.

    de compensatiebehoefte van de aanvrager.

Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten.

8. Slotbepalingen.

8.1. Vaststelling en inwerkingtreding.

Dit besluit is vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Leeuwarden en treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

8.2. Citeertitel.

Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit maatschappelijke ondersteuning Leeuwarden”.