Regeling vervallen per 07-03-2019

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen

Geldend van 24-02-2011 t/m 06-03-2019

Intitulé

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen

Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Leeuwarden

Artikel 1 Algemene bepalingen

Deze bepalingen zijn vermeld in bovengenoemde beheersverordening.

Artikel 2 Openingstijden begraafplaatsen

De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

    • 1.

      Het begraven van lijken, het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as geschiedt op werkdagen tussen 10.00 en 15.00 uur en op zaterdagen tussen 11.00 en 13.00 uur. De laatst mogelijke tijdstippen voor een plechtigheid zijn daarmee op werkdagen om 15.00 uur en op zaterdagen om 13.00 uur.

    • 2.

      Op andere dagen en tijdstippen kunnen op aanvraag in bijzondere gevallen eveneens begrafe­nissen, asbezorgingen of andere plechtigheden plaatsvinden.

Artikel 4 Tijdsduur gebruik aula, gebruik mobiele geluidsinstallatie en catering.

Het gebruik van de ontvangstruimten, anders dan voor het formeren van de rouwstoet, wordt per half uur vastgelegd. Het gebruik van de mobiele geluidsinstallatie, van de cateringfaciliteiten en overige dienstverlening wordt per plechtigheid vastgelegd.

Artikel 5 Termijn van uitgifte, indeling graven, categorieën

    • 1.

      De uitgifteduur van een particulier graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis en een particuliere gedenkplaats bedraagt minimaal 10 jaar.

    • 2.

      De particuliere graven worden onderverdeeld in 2 categorieën, een 1e en een 2e afdeling; de Huizumerbegraafplaats behoort tot de 2e afdeling.

    • 3.

      In algemene graven worden 3 lijken begraven. Algemene graven worden op volgorde uitgegeven.

    • 4.

      Op de oude stadsbegraafplaats worden geen graven uitgegeven; hier vinden slechts asverstrooiingen plaats.

    • 5.

      Binnen de 2e afdeling op de Noorderbegraafplaats zijn gedeelten aangewezen voor het uitsluitend begraven van islamieten en kinderen, alsmede voor het begraven en bijzetten van urnen. Ook zijn gedeelten aangewezen voor algemene graven, voor het verstrooien van as en als gedenkplaats.

    • 6.

      Alle graven, categorieën en speciale gedeelten zijn op een plattegrond aangegeven; deze plattegrond is op verzoek beschikbaar.

    • 7.

      Binnen elke categorie particuliere graven en kelders kunnen -indien de ruimte daartoe aanwezig is en de situering dit toelaat- meerdere graven of kelders naast elkaar worden uitgegeven.

    • 8.

      In particuliere graven worden 2 lijken begraven; indien tevoren verzocht en als de plaatselijke situatie dit toelaat kan in een derde (onderste) laag worden begraven.

    • 9.

      In particuliere graven waar een grafrecht met de minimale termijn van 10 jaar wordt gevestigd, wordt slechts in de eerste (bovenste) laag begraven; wenst men toch begraving in een diepere laag, dan is de uitgiftetermijn minimaal 15 jaar.

    • 10.

      In alle categorieën particuliere graven kunnen meerdere asbussen worden bijgezet; op deze graven mogen ook urnen worden geplaatst, mits het deksel goed is afgesloten en de urn stevig op de ondergrond is bevestigd.

    • 11

      In de particuliere urnennissen kunnen maximaal 2 asbussen worden bijgezet.

    • 12

      In particuliere graven kunnen meerdere asverstrooiingen plaatsvinden.

Artikel 6 Grafbedekkingen, gedenktekens, naamplaatjes, afsluitplaten urnenkelders, grafkelders

    • 1.

      Voor het hebben van een grafkelder, een gedenkteken in de beeldentuin dan wel een naamplaatje op een van de gedenkzuilen op het strooiveld is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

    • 2.

      Voor het hebben van een grafbedekking of afsluitplaat die afwijkt van de in artikelen 8 en/of 9 van dit uitvoeringsbesluit vermelde voorschriften betreffende maatvoering en materiaalgebruik is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

    • 3.

      De aanvraag voor een grafbedekking, afsluitplaat, gedenkteken of naamplaatje dient voor zover van toepassing vergezeld te gaan van een werktekening waarop ten minste dienen voor te komen: a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen; b. de soort en bewerking van de te gebruiken materialen; c. de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt, van metaal of van ander materiaal zijn; d. de aan te brengen tekst; e. het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van de grafbedekking daarop.

    • 4.

      Vergunningen voor naamplaatjes op de gedenkzuilen en voor gedenktekens in de beeldentuin worden verleend voor de tijd van 20 jaren; op aanvraag kan de vergunningtermijn worden verlengd.

    • 5.

      Grafkelders dienen te zijn opgebouwd uit steenachtig materiaal, met een maximale buitenmaat van 2.40 x 1.00 m en 1.60 m diep; grafkelders dienen water- en luchtdicht te worden afgesloten en aan de bovenzijde te zijn voorzien van een afsluitende betonplaat. Vergunningen voor grafkelders, grafbedekkingen en afsluitplaten worden verleend voor de tijd waarvoor het uitsluitend recht op het graf is verkregen.

    • 6.

      Het (doen) plaatsen of het (doen) verwijderen van grafbedekkingen of afsluitplaten is niet toegestaan zonder schriftelijke melding vooraf aan de beheerder; na plaatsing dient een digitale foto van de grafbedekking of afsluitplaat te worden gezonden naar begraafplaatsen@leeuwarden.nl.

    • 7.

      Het plaatsen van grafkelders, gedenktekens of het aanbrengen van een naamplaatje zonder vergunning is niet toegestaan.

    • 8.

      De afsluitplaten op de urnennissen kunnen in overleg met de beheerder worden gebruikt om deze te voorzien van de gewenste tekst; voor deze nissen mogen slechts natuurstenen afsluitplaten worden toegepast.

     

Artikel 7 Plaatsen grafbedekkingen, -kelders en gedenktekens

    • 1.

      Alle grafbedekkingen dienen zodanig te worden geplaatst dat de hoofdeinden op één lijn liggen,  tenzij het vanwege het gekozen ontwerp niet redelijk is dit te verlangen; in geval van twijfel beslist het college.

    • 2.

      Het (her-)plaatsen en opknappen van grafbedekkingen en het plaat­sen, openen en sluiten van  urnennissen en grafkelders geschiedt uitsluitend op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur; slechts met toestemming van de beheerder kan van deze tijd worden afgeweken. Tijdens plechtigheden mogen geen werkzaamheden in de nabijheid plaatsvinden, zulks ter beoordeling van de beheerder.

    • 3.

      Grafbedekkingen mogen niet tijdens een vorstperiode geplaatst worden.

    • 4.

      Afval, ontstaan bij werkzaamheden, dient dezelfde dag te worden afge­voerd.

    • 5.

      Op een grafbedekking mag geen reclameteken worden aangebracht.

Artikel 8 Materiaalgebruik grafbedekkingen, afdekplaten urnenkelders en gedenktekens

    • 1.

      Voor grafbedekkingen, afdekplaten en gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

    • 2.

      Van metalen grafbedekkingen moeten de holle ruimten opgevuld worden.

    • 3.

      Als fundering voor grafbedekkingen en gedenktekens dient een gewapend betonnen fundatie te worden aangebracht met dezelfde lengte en breedte als het monu­ment en met een dikte van minimaal 5 cm. De grafbedekking dient onlosmakelijk te zijn verbonden aan de fundering van gewapend beton.

    • 4.

      Indien de grafbedekking bestaat uit meerdere onderdelen dan moeten deze deugdelijk aan elkaar verbonden zijn.

    • 5.

      Staande grafmonumenten dienen goed verankerd te zijn op een voetstuk, grondplaat of rand en van doken van voldoende lengte te zijn voorzien.

    • 6.

      Met het oog op een deugdelijke constructie kunnen aanvullende eisen worden gesteld.

Artikel 9 Maatvoering grafbedekkin-gen, inrichting grafomrandingen

  • 1.

    De afmetingen van particuliere graven zijn 2 x 1 meter (op enkele gedeelten -afdeling 01 en afdeling 02 G ged. en H- zijn deze maten 2 x 1,3 meter), van particuliere kindergraven 1,2 x 0,8 meter en van particuliere urnengraven 0,75 x 0,75 meter. Indien meerdere graven binnen een categorie naast elkaar worden uitgegeven, worden de afmetingen in de breedte verruimd met 20 cm per grafruimte.

  • 2.

    De maximale maten van grafbedekkingen zijn (lengte x breedte x hoogte):

  • - op particuliere graven: 2 x 0,8 x 1 m (op de gedeelten met ruimere grafmaten max. 1 m breed);

  • - op particuliere kindergraven: 1,2 x 0,5 x 0,85 m;

  • - op particuliere urnengraven: 0,75 x 0,75 x 0,75 m (indien de ruimte het toelaat);

  • - op een algemeen graf: 0,6 x 0,6 x 0,6 m.

  • 3.

    Staande natuurstenen grafbedekkingen dienen minimaal 8 cm dik te zijn; liggende zerken minimaal 6 cm dik.

  • 4.

    Grafranden dienen minimaal 6 cm hoog en 12 cm breed te zijn; de ruimte binnen de grafrand mag worden opgevuld. Indien men kiest voor het toepassen van los materiaal dient het graf te worden afgebakend met natuurstenen banden binnen de maten van het graf en dient vooraf antiworteldoek te zijn aangebracht.

  • 5.

    Op het algemene deel voor foetussen mogen grafstenen worden aangebracht overeenkomstig model en uitvoering als aanwezig op het ‘Monument voor bijzondere kinderen’.

Artikel 10 Naambordjes op de gedenkzuilen

  • 1.

    Het soort materiaal is messing dat verkleurt naar bronsachtig, de hoogte van de bordjes is 5 cm; de positionering van de bordjes op een van de zuilen op het strooiveld wordt per geval in overleg met de aanvrager vastgesteld door de beheerder; de positie van individuele bordjes volgt een vastgelegd stramien, waarbinnen vrijheid bestaat in de lengte van de bordjes, de keuze van de zuil en de zijde daarvan waarop het bordje wordt aangebracht.

  • 2.

    De bordjes worden door de beheerder aangebracht en verwijderd.

Artikel 11 Winterharde gewassen, onderhoud beplanting en los materiaal, afval

  • 1.

    Winterharde gewassen op de graven moeten door snoei binnen de vastgestelde maten van de graven blijven, met een maximale hoogte van 50 cm.

  • 2.

    Doodgegane, sterk verwaarloosde of hinderlijke beplanting kan worden verwijderd.

  • 3.

    Indien gekozen is voor los materiaal binnen de grafomranding dient dit door de rechthebbende zelf te worden onderhouden (onkruidvrij houden, aanvullen indien nodig).

  • 4.

    Indien de rechthebbende er voor kiest binnen de maten van het graf doch buiten de grafbedekking beplanting aan te brengen (vaste planten, bolgewassen, e.d.) dan dient hij dit zelf te onderhouden.

  • 5.

    Losse vazen, bloempotten en ander materiaal dat geen dienst doet op of nabij het graf, dient te worden afgevoerd en mag niet achter de grafbedekking worden achtergelaten.

Artikel 12 Tijdelijk grafmonument

Ter overbrugging van de tijd tussen de begrafenis of bijzetting en de plaatsing van een eventuele grafbedekking, kan gebruik worden gemaakt van een tijdelijk grafmonument. De aanvraag hiertoe wordt gedaan via het aanvraagformulier voor het begraven van een lijk of de bezorging van as.

Tijdelijke grafmonumenten worden per minimale tijdsduur van één maand verhuurd.

De huurder kan binnen deze tijdelijke grafbedekking naar eigen keuze en voor eigen rekening los materiaal toepassen of deze opvullen met bijvoorbeeld teelaarde en beplanting.

Voor de verwijdering van deze opvulling na afloop van de huurtermijn worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 13 Slotbepalingen

    • 1.

      Deze nadere regels treden in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

    • 2.

      Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen’.

    • 3.

      Na inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit wordt het Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen 2010 ingetrokken (vastgesteld op 23 november 2009).