Regeling vervallen per 01-01-2012

Handhavingsverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

Geldend van 06-10-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Handhavingsverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

De raad van de gemeente Leeuwarden;

gelezen  het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 juli 2011 ,

gelet op artikel 22, derde lid, onderdeel b  van de Wet werk en inkomen kunstenaars,

gezien het advies aan het college van burgemeester en wethouders van de Cliëntenraad Werk en Inkomen Leeuwarden van 8 juli 2011,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING HANDHAVING WET WERK EN INKOMEN KUNSTENAARS

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. belanghebbende: de kunstenaar die een uitkering ontvangt of heeft ontvangen van de gemeente Leeuwarden;

  • b. beleidsregel: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

  • c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

  • d. fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen;

  • e. hoogwaardig handhaven: een systematische aanpak van de handhavingsactiviteiten gericht op het verhogen van de spontane nalevingsbereidheid van de wet- en regelgeving;

  • f. misbruik: het ontvangen van een uitkering op grond van de WWIK, in strijd met de wettelijke voorschriften waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende is te wijten;

  • g. oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de WWIK, in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wet heeft bestaan;

  • h. uitkering: de uitkering ingevolge de WWIK;

  • i. WWIK: de Wet werk en inkomen kunstenaars.

  • 2.

    2. In deze verordening wordt onder belanghebbende mede verstaan de echtgenoot van de kunstenaar zoals bedoeld in artikel 2 van de WWIK.

Artikel 2

Toepassingsbereik

Deze verordening richt zich op het formuleren van voorschriften op het gebied van handhaving waaronder de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWIK.

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 3

Doelstellingen

Handhaving is gericht op:

  • a. bevordering van de zelfredzaamheid van de belanghebbende;

  • b. naleving van wet- en regelgeving ter voorkoming van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWIK;

  • c. instandhouding van het maatschappelijke draagvlak voor het sociale zekerheidsstelsel.

Artikel 4

Uitgangspunten

  • 1.

    Handhaving is ondersteunend en dienstbaar aan de doelstellingen van de gemeente in het kader van de WWIK.

  • 2.

    Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan een of meerdere verplichtingen voor de belanghebbende.

  • 3.

    Klantsituatie staat centraal.

  • 4.

    Balans tussen preventie en repressie.

  • 5.

    Een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de WWIK.

Artikel 5

Werkwijze

  • 1.

    Bij handhaving wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven toegepast.

  • 3.

    Deze werkwijze bevat samenhangende activiteiten op een viertal gebieden: a. vroegtijdig informeren;  b. optimaliseren van de dienstverlening; c. vroegtijdige detectie; d. daadwerkelijk sanctioneren.

  • 3.

    Het college geeft in beleidsregels invulling aan het tweede lid.

Artikel 6

Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

  • 1.

    Het college draagt zorg voor terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal van de kosten van de uitkering.

  • 2.

    Het college geeft in beleidsregels invulling aan het eerste lid.

Artikel 7

Afstemmen van de uitkering

Als de belanghebbende onvoldoende besef van verantwoordelijkheid toont voor de voorziening in het bestaan of de verplichtingen voortvloeiende uit de wet niet of onvoldoende nakomt, legt het college een maatregel op conform de Maatregelenverordening WWIK.

Artikel 8

Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1.

    Indien gedragingen van de belanghebbende tot benadeling leiden van de gemeente dan is het college verplicht een proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als het benadelingsbedrag hoger is dan de door het Openbaar Ministerie gehanteerde aangiftegrens.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid blijft de mogelijkheid om de uitkering  te kunnen aanpassen dan wel terug te vorderen toepasbaar.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Uitvoering

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 10

Hardheidsclausule

Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening

in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 11

Rapportage

Het college rapporteert jaarlijks aan de raad over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:  ‘Handhavingsverordening WWIK’.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 14

Deze verordening wordt ingetrokken per 1 januari 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 september 2011.

 

 

voorzitter,

 

 

 

griffier,

Algemene toelichting

Inleiding

Artikel 22, derde lid, aanhef en onderdeel b van de WWIK luidt als volgt: ”De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wet in het financiële beheer.”

Afgezien van deze korte bepaling  in de WWIK wordt niet nader aangegeven wat er precies in de in dit artikel bedoelde verordening  moet worden geregeld. De gemeente Leeuwarden is als centrumgemeente voor de gehele provincie Friesland verantwoordelijk voor de handhaving ingevolge de WWIK. Met de invoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening  aan gemeenten (Wet BUIG) zijn de centrumgemeenten 100% financieel verantwoordelijk zijn geworden voor de uitkering op grond van de WWIK, hetgeen als prikkel ervaren zal worden om meer aandacht te besteden aan handhaving. Aan de andere kant is adequaat handhaven zeer tijdrovend. Het zoeken naar methoden om zo effectief en efficiënt als mogelijk te handhaven ligt voor de hand.

Hoogwaardig handhaven

Teneinde de kwaliteit van het handhaven te verbeteren, past Leeuwarden de werkwijze van de Hoogwaardige handhaving toe. Het uiteindelijke doel van het hoogwaardig handhaven is dat de belanghebbende de wet- en regelgeving uit zichzelf naleeft. Om dit te bereiken wordt gebruik gemaakt van een aantal samenhangende maatregelen op het gebied van:

  • .

    het vroegtijdig informeren van de klanten over de regelgeving, zodat een juist beeld ontstaat van de rechten en plichten in de WWIK en daarmee ook de verwachtingen;

  • .

    het bevorderen van de acceptatie van de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende controlepraktijk door de dienstverlening te optimaliseren en onnodige belemmeringen weg te nemen;

  • .

    het toepassen van het principe van controle op maat; een vroegtijdige detectie en afhandeling van signalen zal klanten het gevoel geven dat er voldoende hoge pakkans bestaat;

  • .

    daadwerkelijke sanctionering; deze dient dusdanig te zijn dat de klant de sanctie proportioneel en ook als afschrikwekkend ervaart.

De kunst van hoogwaardige handhaving is om preventieve en repressieve elementen in samenhang uit te voeren, zodat ze elkaar wederzijds versterken.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1   Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begrippen die in deze verordening worden gehanteerd nader verklaard. En voor zover begrippen niet worden verklaard, wordt aansluiting gezocht bij gelijkluidende omschrijvingen in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

sub e. fraude.

De gemeente wordt voor het verkrijgen van inlichtingen en informatie van belanghebbende meer en meer afhankelijk van de ketenpartners. Van belang daarbij is ook het verbod op meervoudige uitvraag van gegevens. Tot fraude moet dan ook niet alleen worden gerekend het verstrekken door belanghebbende van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan het college, maar ook de onjuiste of onvolledige inlichtingen die het college verkrijgt via de ketenpartners. Dit alles uiteraard binnen de grenzen van het bepaalde van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Artikel 2   Toepassingsbereik

Dit artikel geeft aan wat de strekking van deze verordening is. Met andere woorden wat wordt er geregeld. Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Artikel 3   Doelstellingen

Het bevorderen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende staat centraal. Handhaving kan als instrument worden ingezet om de klant te motiveren en te activeren om met kunst zelfstandig in het bestaan te voorzien, al dan niet in een gemengde beroepspraktijk. Op deze wijze wordt de zelfredzaamheid van de belanghebbende vergroot.

Handhaving heeft betrekking op de naleving van wet- en regelgeving en het in stand houden van het maatschappelijke draagvlak. De geloofwaardigheid van de lokale overheid is in het geding als er niet adequaat wordt omgegaan met gemeenschapsgelden.

 

Artikel 4 Uitgangspunten

Wanneer er invulling wordt gegeven aan het handhavingsbeleid wordt rekening gehouden met de hier vermelde uitgangspunten.

De belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor het bevorderen van zijn zelfredzaamheid. Als de belanghebbende onvoldoende zijn verantwoordelijkheid neemt kan de gemeente handhaving inzetten om belanghebbende alsnog te bewegen uitkeringsonafhankelijk te worden.

Het is van belang om een balans tussen preventie en repressie te realiseren. Middels preventie wordt draagvlak verkregen om eventuele repressieve instrumenten te kunnen inzetten.

Voor de WWIK geldt als uitgangspunt dat de rechten en plichten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ook de gemeente onderschrijft deze invalshoek. Het recht op uitkering  is altijd verbonden aan de plicht zich naar vermogen in te zetten om middels kunst in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.

Indien belanghebbende zijn plichten niet nakomt heeft dit automatisch gevolgen.

Bij het streven naar een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van het beleid is voor wat betreft de inzet van de handhavingsinstrumenten voortdurend een evenwichtige afweging tussen de uitgangspunten noodzakelijk.

Artikel 5 Werkwijze

Om de naleving van de wet- en regelgeving te realiseren wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven gehanteerd. Hoogwaardig handhaven gaat er vanuit dat de naleving van wet- en regelgeving spontaan wordt bevorderd als:

  • .

    de belanghebbende goed geïnformeerd is met betrekking tot de regelgeving en de daarin opgenomen rechten en plichten;

  • .

    de uitvoeringsorganisatie zo weinig mogelijk organisatorische en procedurele drempels opwerpt, zodat de belanghebbende de regelgeving en de controlepraktijk die eruit voortvloeit kan accepteren;

  • .

    ingeval van overtreding van de regels de gevoelsmatige pakkans voldoende hoog is; dit kan worden bereikt door het controle op maat principe: hoe meer risico des te intensiever de benodigde controle;

  • .

    een opgelegde en uitgevoerde sanctie proportioneel is maar ook voldoende preventief werkt.

De wijze waarop de gemeente Leeuwarden als centrumgemeente in het kader van de WWIK, bovenstaande onderdelen in onderlinge samenhang uitvoert, wordt door het college in beleidsregels geformuleerd.

Artikel 6 Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 7 Afstemmen van de uitkering

De Maatregelenverordening WWIK ziet op het afstemmen van de uitkering in de situaties als genoemd in dit artikel.

Artikel 8 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 9  Uitvoering.

Uiteraard is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van de verordening. Indien noodzakelijk kunnen daarvoor nadere regels worden opgesteld.

Artikel 10 Hardheidsclausule

De hardheidsclausule is in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen. De eventuele toepassing van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.

Artikel 11  Rapportage

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen goed vormgeven als beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Het college zal de raad jaarlijks voorzien van informatie over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de handhavingsverordening. Tevens zal, indien noodzakelijk, ook worden gerapporteerd of het college gebruik heeft gemaakt van de zogenaamde “hardheidsclausule”.

Artikel 12 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 14 Intrekking

Deze verordening wordt per 1 januari 2012 ingetrokken omdat de Wet werk

en inkomen kunstenaars op deze datum komt te vervallen.