Regeling transitiefonds water en energie 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Watertechnologie:

* waterzuiveringstechnologie

* afvalwatertechnologie

* sensoren en water

* water besparing (reduceren drinkwatergebruik en verminderen hoeveelheid afvalwater)

* Watertechnologie en Agro en/of voedsel

Duurzame energie:

* zonne-energie

* duurzaam voortbewegen

* energie- innovatie in de bebouwde omgeving

* energie uit reststromen

* Duurzame energie en Agro en/of voedsel

Activiteit: het ontplooien van innovatieve projecten die binnen de gemeente Leeuwarden worden uitgevoerd op het gebied van watertechnologie en/of duurzame energie en die op dat gebied een positieve bijdrage leveren aan de groei van de werkgelegenheid in de gemeente Leeuwarden op het gebied van watertechnologie en/of duurzame energie;

Subsidiabele kosten: de kosten die rechtstreeks aan de te ondernemen activiteit zijn toe te rekenen.

Artikel 2 Subsidie-aanvraag

Subsidie kan worden verleend voor innovatieve projecten binnen de gemeente Leeuwarden op het gebied van watertechnologie en/of duurzame energie en die op dat gebied een positieve bijdrage leveren aan de groei van de werkgelegenheid in Leeuwarden op het gebied van watertechnologie en/of duurzame energie.

Subsidie kan worden verleend wanneer wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. De activiteit dient te worden uitgevoerd door een samenwerkingsverband van minimaal twee partijen als bedoeld in artikel 4;

b. De activiteit dient uiterlijk te zijn afgerond drie jaar na datum aanvraag subsidie.

De te verlenen subsidie bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten van de activiteit in de gemeente Leeuwarden, met een minimum van € 5.000,-- (zegge vijfduizend euro) en met een maximum van € 40.000,-- (zegge veertigduizend euro).

Per activiteit kan maximaal één subsidieaanvraag worden ingediend.

Artikel 3 Aanvullende subsidiebijdrage

Projecten die banen realiseren voor uitkeringsgerechtigden komen in aanmerking voor een aanvullende subsidiebijdrage. De hoogte van de aanvullende bijdrage is afhankelijk van de werkgelegenheid die het desbetreffende project oplevert. Het gaat daarbij om werkgelegenheid voor één of meer uitkeringsgerechtigden voor de duur van minimaal 1 jaar en meer dan 20 uur per week. Bij de eindafrekening van het project dient aangetoond te worden hoeveel werkgelegenheid het desbetreffende project voor uitkeringsgerechtigden uit Leeuwarden heeft opgeleverd. In onderstaande tabel is weergegeven hoe hoog de aanvullende bijdrage is. Deze bijdrage is afhankelijk van de hoeveelheid werkgelegenheid die het project voor uitkeringsgerechtigden oplevert.

Artikel 4 Toepassingsbereik

Deze regeling is van toepassing op kennisinstellingen en bedrijven welke ten tijde van aanvraag van de subsidie dan wel uiterlijk binnen één jaar na aanvraag zijn gevestigd in Leeuwarden.

Artikel 5

• 1.

  Aanvragen voor subsidie worden bij het College van burgemeester en wethouders ingediend tot uiterlijk zes maanden na aanvang van de activiteit.

• 2.

  Bij het indienen van een subsidieaanvraag worden de volgende gegevens overlegd:

• a.

  Een activiteitenplan waaruit blijkt:

• - Het aangevraagde subsidiebedrag;

• - De omschrijving, aanleiding, doelstelling, motivering en te verwachten effecten van de activiteit;

• b.

  Een sluitende en naar het oordeel van het college voldoende gespecificeerde en toegelichte begroting van inkomsten en uitgaven.

• 3.

  De aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

• 4.

  Uiterlijk één maand na uiterlijke datum van indiening wordt op de aanvraag beschikt door middel van een verleningsbeschikking.

• 5.

  Gelijktijdig met de verleningsbeschikking als genoemd, wordt desgevraagd een voorschot van ten hoogste 60% van het gevraagde subsidiebedrag verstrekt.

Artikel 6 Subsidieplafond

Voor 2013 wordt door het college van burgemeester en wethouders een subsidieplafond vastgesteld.

Artikel 7 Vaststelling van de subsidie

• 1.

  Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt overlegd:

• -

  een inhoudelijk eindverslag over de realisatie van het project waaruit tenminste blijkt in welke mate de doelstelling(en) en de verwachtte effecten van de activiteit behaald zijn;

• -

  specificatie en de hierbij behorende bewijzen van de gemaakte kosten overeenkomstig de ingediende begroting;

• -

  benodigde bewijzen ter onderbouwing van de gerealiseerde werkgelegenheid als bedoeld in artikel 3;

• -

  als aanvullende voorwaarde bij de subsidieverlening kan worden verzocht om een verklaring van een accountant;

• -

  bij de behandeling van het verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie bestaat de mogelijkheid dat overgegaan zal worden tot een verificatieonderzoek door een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke accountant. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek wordt vervolgens het definitieve subsidiebedrag vastgesteld;

• -

  de verleningsbeschikking als bedoeld in artikel 5 lid 4.

• 2.

  Het College van burgemeester en wethouders neemt een besluit tot vaststelling van de subsidie uiterlijk twaalf weken nadat de aanvraag tot vaststelling is ingediend. Het besluit geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

• 3.

  Indien binnen één jaar na de in de verleningsbeschikking genoemde einddatum van het project geen aanvraag tot vaststelling is ingediend, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld op € 0,00 (zegge nul euro).

Artikel 8 Citeertitel, inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling subsidie transitiefonds water en energie 2013” en treedt in werking één dag na publicatie.

Artikel 9 Horizonbepaling

De bekendmaking van deze regeling heeft plaatsgevonden op 27 februari 2013.