Regeling vervallen per 01-01-2016

Functiewaardering

Geldend van 17-02-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-1996

Intitulé

Functiewaardering

Functiewaardering

Procedureregeling functiewaardering

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Artikel 2 Toepassing

  • Artikel 3 De functiebeschrijving

  • Artikel 4 De functiebeschrijving

  • Artikel 5 Waardering van de functie

  • Artikel 6 Waardering van de functie

  • Artikel 7 De toetsingscommissie

  • Artikel 8 De toetsingscommissie

  • Artikel 9 De toetsingscommissie

  • Artikel 10 De bezwarencommissie

  • Artikel 11 De bezwarencommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    functie: het door een diensthoofd uit de organisatiedoelstellingen afgeleide geheel van bij elkaar passende hoofdtaken

  • b

    diensthoofd: de algemeen directeur van de dienst

  • c

    dienst: één van de gemeentelijke diensten

  • d

    functiewaardering: het op grond van de van toepassing zijnde systematiek toekennen van een salarisschaal aan een functie

  • e

    medewerk(st)er: de persoon die ingedeeld is op een functie

  • f

    bezwarencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10

  • g

    toetsingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 7

  • h

    functiewaarderingssysteem: het door b. en w. vast te stellen systeem van functiewaardering

  • i

    onderdeelcommissie: de onderdeelcommissie als bedoeld in artikel 15 lid 3 van de WOR van de dienst

Artikel 2 Toepassing

Lid 1

Deze regeling is van toepassing op iedere functie, waarvoor de bezoldiging wordt vastgesteld volgens de Bezoldigingsverordening van de gemeente Leeuwarden en waarbij wordt ingepast volgens bijlage II en IIa als bedoeld in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling.

Lid 2

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat het niveau van bepaalde functie niet vastgesteld wordt met toepassing van deze regeling.

Artikel 3 De functiebeschrijving

Lid 1

Om het niveau van een functie vast te kunnen stellen worden functiegegevens vastgelegd op een functie-informatieformulier. Aan dit formulier wordt zo mogelijk een organisatiebeschrijving van de organisatorische eenheid toegevoegd waarvan de functie deel uitmaakt. Burgemeester en wethouders stellen hiervoor een modelformulier vast.

Lid 2

Het diensthoofd is verantwoordelijk voor de vastlegging van de functiegegevens.

Lid 3

Hij draagt zorg voor het volledig invullen van de functie-informatieformulieren.

Lid 4

Hij bereidt het proces van vastlegging van de functiegegevens voor en voert dat uit.

Lid 5

Hij kan een hoofd van een organisatorische eenheid van zijn dienst belasten met de taken als bedoeld in de leden 3 en 4 en kan daarvoor regels geven.

Artikel 4 De functiebeschrijving

Nadat het diensthoofd de functie-inhoud heeft vastgesteld, beoordeelt hij of de functie voor waardering in aanmerking komt.

Artikel 5 Waardering van de functie

Lid 1

Het diensthoofd voorziet de voor waardering in aanmerking komende functie van een voorwaardering, inhoudende een gemotiveerde inpassing van de functie in een salarisschaal.

Lid 2

Hij stelt deze voorwaardering op aan de hand van het systeem van functiewaardering.

Lid 3

Het diensthoofd kan een hoofd van een organisatorische eenheid van zijn dienst belasten met de taak als bedoeld in lid 1 en kan hiervoor regels geven.

Lid 4

Het diensthoofd is verantwoordelijk voor de voorwaardering van de functie.

Artikel 6 Waardering van de functie

De onderdeelcommissie wordt in de gelegenheid gesteld desgewenst advies uit te brengen over de voorwaardering van het diensthoofd als bedoeld in artikel 5 aan de toetsingscommissie. Zij brengt dit advies uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de voorwaardering uit.

Artikel 7 De toetsingscommissie

Lid 1

De voorwaardering als bedoeld in artikel 5 wordt ter toetsing voorgelegd aan de toetsingscommissie.

Lid 2

De toetsingscommissie toetst de aan haar voorgelegde voorwaardering aan de toepassing van het systeem van functiewaardering. Zij bevordert dat het systeem op uniforme wijze wordt toegepast.

Lid 3

De toetsingscommissie is als volgt samengesteld:

  • -

    een vertegenwoordiger van de werkgever, aan te wijzen door burgemeester en wethouders;

  • -

    een vertegenwoordiger van de werknemers aan te wijzen door de gezamenlijke vakorganisaties vertegenwoordigd in de Commissie voor Georganiseerd Overleg;

  • -

    een functionaris van de sector P&O en Advies.

Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd. Deze heeft geen stemrecht.

Lid 4

De toetsingscommissie kan haar werkwijze vastleggen in een reglement.

Lid 5

De toetsingscommissie vergadert aan de hand van de toegezonden formulieren als bedoeld in artikel 3 die zijn voorzien van een voorwaardering.

Lid 6

De toetsingscommissie kan een diensthoofd horen over een uitgebrachte voorwaardering. Deze kan zich laten vertegenwoordigen door een P&O-functionaris.

Lid 7

De toetsingscommissie kan het diensthoofd verzoeken zijn voorwaardering nader schriftelijk toe te lichten.

Lid 8

De toetsingscommissie brengt binnen 2 maanden na ontvangst van de voorwaardering een eensluidend advies uit aan het diensthoofd. Het advies van de toetsingscommissie is bindend.

Lid 9

De toetsingscommissie vergadert zoveel als nodig is doch in elk geval binnen een maand na ontvangst van een voorwaardering als bedoeld in artikel 5.

Lid 10

De vergaderingen van de toetsingscommissie zijn niet openbaar. De leden behandelen de stukken vertrouwelijk en stemmen zonder last of ruggespraak.

Artikel 8 De toetsingscommissie

Het diensthoofd besluit binnen een maand na ontvangst van het advies van de toetsingscommissie.

Artikel 9 De toetsingscommissie

Het diensthoofd deelt een medewerker in op een functie en deelt hem deze beslissing mee.

Artikel 10 De bezwarencommissie

Lid 1

Een medewerker kan binnen 6 weken na ontvangst van de in artikel 9 bedoelde beslissing bezwaar maken tegen die beslissing als tegen het in artikel 8 bedoelde besluit.

Lid 2

Burgemeester en wethouders leggen het bezwaarschrift ter behandeling voor aan de door de gemeenteraad in het kader van de Algemene wet bestuursrecht ingestelde Bezwaarschriftencommissie personele aangelegenheden.

Lid 3

De Verordening behandeling bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden is van toepassing.

Lid 4

Burgemeester en wethouders nemen aan de hand van het advies een beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 11 De bezwarencommissie

Lid 1

Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot deze procedureregeling nadere regels vaststellen.

Lid 2

Deze regeling, die kan worden aangehaald als “Procedureregeling functiewaardering 1996” treedt terstond in werking en werkt terug tot en met 1 september 1996.