Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening bruggelden Leeuwarden 2014.

Geldend van 24-02-2014 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Verordening bruggelden Leeuwarden 2014.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk 380627);

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening bruggelden Leeuwarden 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

  • b.

    Vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen,

    welke wegens hun drijfvermogen worden

    gebezigd dan wel bestemd of geschikt

    zijn voor het vervoer te water van

    personen en/of goederen.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "bruggelden" wordt een recht geheven voor het van gemeentewege openen en geopend houden van:

  • a.

    de Eebrug voor het doorlaten van een vaartuig uit noordelijke richting;

  • b.

    de Verlaatsbrug voor het doorlaten van een vaartuig uit zuidelijke richting;

Artikel 3 Belastingplicht

De bruggelden worden geheven van de kapitein, de reder, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De bruggelden worden niet geheven van:

    • a.

      hospitaalschepen, waarop van toepassing is het bepaalde in artikel 1 van de internationale overeenkomst van 1904 (goedgekeurd bij de wet van 30 december 1905, no. 5383), betreffende aan hospitaalschepen te verlenen vrijstelling van rechten en heffingen.;

    • b.

      een roeivaartuig, behorende tot de uitrusting van een vaartuig, waarvoor de bruggen tegelijkertijd geopend of opengehouden is;

    • c.

      vaartuigen gebruikt voor het beroepsmatig vervoer van goederen;

    • d.

      vaartuigen rechtstreeks in gebruik zijnde voor rijks-, provinciale-, waterschaps- en gemeentedienst.

  • 2. Tijdens bepaalde, door het college van burgemeester en wethouders nader aan te wijzen evenementen, kan afgezien worden van de heffing van bruggelden.

Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De bruggelden bedragen voor het openen en geopend houden van:

    • a.

      de Eebrug

      per vaartuig €  7,00;

    • b.

      de Verlaatsbrug

      per vaartuig €   7,00;

  • 2. De bruggelden voor het bedienen van de bruggen, genoemd in het

    eerste lid, buiten de reguliere bedieningstijden bedraagt voor

    alle bruggen in Leeuwarden tezamen,

    per vaartuig, per uur €  60,00.

Artikel 6 Wijze van heffing

1.De bruggelden worden geheven bij wege van kennisgeving, zoals

aangegeven op de duidelijk zichtbaar geplaatste publicatieborden op of nabij de bruggen.

2.In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt bij contante betaling geen kwitantie afgegeven.

Artikel 7 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de bruggelden bij de doorvaart contant worden betaald.

De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de bruggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overdracht bevoegdheden door de raad

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het redactioneel aanpassen van deze verordening alsmede het wijzigen van de tarieven die voortvloeien uit hogere regelgeving.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van bruggelden.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening bruggelden Leeuwarden 2014”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Verordening bruggelden Leeuwarden 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2013,
De voorzitter,
De griffier.