Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening precariobelasting Leeuwarden 2018

Geldend van 10-03-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening precariobelasting Leeuwarden 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

Verordening precariobelasting Leeuwarden 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. een jaar: een kalenderjaar;

  • b. een kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • c. een maand: een kalendermaand;

  • d. een week: een kalenderweek;

  • e. een dag: een tijdvak van 24 uren, aanvangend te 0.00 uur;

  • f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

  • g. meetbrief: een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de maat en het laadvermogen van een vaartuig;

  • h. lengte vaar- en voertuigen: grootste lengte, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief. Is er geen meetbrief of het betreft een voertuig, dan wordt de grootste lengte ambtshalve vastgesteld;

  • i. woonschip: een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning en niet zijnde een onroerende zaak volgens hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • j. woonwagen: een voertuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning en niet zijnde een onroerende zaak volgens hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • k. bedrijfsschip: een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als bedrijf en niet zijnde een onroerende zaak volgens hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel, waarvoor een vergunning verplicht is.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, het voorwerp of de voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene die ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar de maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Vrijstellingen

  • 1. De belasting wordt niet geheven voor:

    • a.

      voorwerpen, werken of inrichtingen die aan de gemeente toebehoren of bij haar in gebruik zijn;

    • b.

      voorwerpen of werken, welke door of vanwege het Rijk, de provincie en waterschap voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht of geplaatst;

    • c.

      voorwerpen of werken, welke in een uitsluitend algemeen belang voorzien, of welke uitslui-tend worden gebezigd voor goede doelen;

    • d.

      voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden voor zolang het gebruik door de aanvrager duurt.

    • e.

      evenementen van buurt- en wijkverenigingen.

  • 2. In afstemming met de betreffende portefeuillehouder van het college, is de heffingsambtenaar bevoegd om voor een of meerdere jaren een vrijstelling van 25 of 50% op de reguliere tarieven toe te passen, wanneer in een bijzondere situatie de vergunninghouder aantoonbaar minder profijt van zijn vergunning heeft dan normaal gesproken mag worden verwacht.

Artikel 6 Tarieven

  • 1. De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in het tweede tot en met het vierde lid.

  • 2. Bij het hebben van voorwerpen op of boven openbare gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.

  • 3. Bij het hebben van voorwerpen onder openbare gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 4. Bij het plaatsen of uithangen van letterreclame, wordt de ruimte tussen de letters mede geacht in gebruik te zijn genomen.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting waarvoor een jaartarief geldt, wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.

Artikel 10 Tijdstip van betalen en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet dan wel op het moment waarop een aanvraag voor het hebben van voorwerpen is ingediend, dan wel het hebben van voorwerpen, een aanvang heeft genomen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting bedoeld in onderdeel 9.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend. Binnen de kaders van de wet wordt de meest ruimhartige vorm voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek gehanteerd.

Artikel 12 Bevoegdheid tot aanwijzing zones

De aanwijzing van de zones waar tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 terrassen mogen staan, kan geschieden door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 13 Overdracht bevoegdheden door de raad

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het redactioneel aanpassen van deze verordening en de bijbehorende tarieventabel alsmede het wijzigen van de tarieven die voortvloeien uit hogere regelgeving.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening precariobelasting Leeuwarden 2018".

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening precariobelasting Leeuwarden 2017", vastgesteld bij raadsbesluit Leeuwarden van 6 november 2017, voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 3 april 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten tot de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 januari 2018.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1 - Tarieventabel precariobelasting Leeuwarden 2018

Mits vergunningplichtig, bedraagt het tarief voor:

1.

Bouw gerelateerd:

1.1

bouwmaterialen, grond, keten, loodsen, bouwwerken,

steigers en stellingen ingenomen of door een schutting of op

een andere wijze afgesloten grond per m², per week

€ 1,02

met een minimum totaalheffing van

€ 25,90

1.2

een schutting als onder 1.1 bedoeld, indien deze tevens

voor reclamedoeleinden wordt gebruikt, naast het bedrag

onder 1.1, een bedrag geheven over de door reclame in

beslag genomen oppervlakte van de zijde van de schutting

waar op reclame wordt aangebracht per m², per week

€ 3,42

2

Uitzonderingen onderdeel 1:

De in onderdeel 1 genoemde belasting wordt niet

geheven van bouwmaterialen, grond, keten enz. geplaatst op

gronden en bouwstraten, gelegen in nog in ontwikkeling

zijnde bestemmingsplannen gericht op stads- c.q.

dorpsuitbreiding.

3

Voorstellingstenten:

3.1

het plaatsen van een tent voor het houden van

voorstellingen door een:

3.1.1

groot circus, per dag

€ 165,50

3.1.2

klein circus, per dag

€ 82,73

4

Funderingen, luifels, balkons, e.d.:

4.1

funderingen, perrons, aanlegsteigers, vlonders en plankieren

per m², per jaar

€ 5,20

4.2

luifels, balkons, koekoeken, erkers, uitbouwen,

overbouwingen en dergelijke onderdelen van bouwwerken,

indien meer dan 0,50 m¹ buiten de gevellijn uitstekend

per m², per jaar

€ 5,20

5

Buizen en kabels, leidingen en duikers:

5.1

buizen, kabels of andere geleidingen, trekdraden en

tuidraden, pers- en of zuigleidingen, duikers en zinkers,

niet bestemd voor de afvoer van fecaliën of van huishoud-

of hemelwater

5.1.1

per meter, per jaar

€ 6,16

5.1.2

per meter, per maand

€ 1,02

6

Terrassen, banken, tafeltjes, stoelen, tochtschermen e.d.:

6.1

terrassen geplaatst op openbare grond aangegeven op de bij

deze verordening met zones aangegeven kaart:

6.1.1

zone 1 per m² per jaar

€ 36,39

6.1.2

zone 2 per m² per jaar

€ 9,98

6.2

per m2 terras op het Wilhelminaplein op Koningsdag

€ 0,20

6.3

een verkooppunt voor etenswaren op Koningsdag

€ 107,10

7

Houden van verkopingen:

7A

A tarief : stad Leeuwarden en de Groene Ster

7.1

een overdekte, aan drie zijden gesloten verkoopwagen (geen

handwagen of dergelijke), voorzien van een toonbank, met

inbegrip van eventueel voor uitstalling in gebruik zijnde

naastliggende openbare gemeentegrond

7.1.1

per m², per dag

€ 2,12

7.1.2

per m², per week

€ 5,38

7.1.3

per m2, per maand

€ 21,56

7.1.4

met een minimum totaalheffing van

€ 7,20

7.2

een overdekte, aan drie zijden gesloten handwagen of

daarmee gelijk te stellen vervoermiddel, al dan niet voorzien

van een luifel met inbegrip van eventueel voor uitstalling in

gebruik zijnde naastliggende openbare gemeentegrond

7.2.1

per m², per dag

€ 1,02

met een minimum per dag van

€ 7,20

7.2.2

per m², per week

€ 3,11

7.3

het uitstallen van verkoopwaren, het plaatsen van rekken enz.,

7.3.1

tot een oppervlakte van 5 m² tot 5m², per week

€ 7,20

indien meer dan 5 m² grond in beslag wordt genomen

voor elke m² meer, per week

€ 2,29

7.3.2

tot 5 m², per maand

€ 26,02

voor elke m² meer, per maand

€ 5,22

7.3.3

tot 5 m², per jaar

€ 260,54

voor elke m² meer, per jaar

€ 52,23

7B

B tarief: overige locaties

7.4

een overdekte, aan drie zijden gesloten verkoopwagen (geen

handwagen of dergelijke), voorzien van een toonbank, met

inbegrip van eventueel voor uitstalling in gebruik zijnde

naastliggende openbare gemeentegrond,

per verkoopwagen,

7.4.1

één dag

€ 29,40

7.4.2

één maand

€ 88,20

7.4.3

een kalenderjaar

€ 793,80

7C

C tarief: overige locaties voormalig Littenseradiel en

Leeuwarderadeel

7.5

een overdekte, aan drie zijden gesloten verkoopwagen (geen

handwagen of dergelijke), voorzien van een toonbank, met

inbegrip van eventueel voor uitstalling in gebruik zijnde

naastliggende openbare gemeentegrond,

per verkoopwagen,

7.5.1

één dag

€ 21,00

7.5.2

één maand

€ 63,00

7.5.3

een kalenderjaar

€ 567,00

8

Openbare evenementen:

8.1

het houden van evenementen op openbare grond (op- en afbouwdagen worden meegerekend), voor de niet-genoemde locaties geldt per m² per dag

€ 1,02

met een maximum van per dag

€ 152,25

8.1.1

het houden van evenementen op openbare grond (op- en afbouwdagen worden meegerekend) voor onderstaande locaties met een maximum bedrag per dag. Het bedrag wat in rekening wordt gebracht is afhankelijk van hoeveel ruimte er in gebruik wordt genomen van een locatie (25%, 50% of 100%).

Waagplein met een maximum van per dag

€ 101,50

Wilhelminaplein met een maximum van per dag

€ 253,75

Oldehoofsterkerkhof met een maximum van per dag

€ 253,75

Lange Pijp met een maximum van per dag

€ 50,75

De Groene Ster – festivals

De Groene Ster – (overige evenementen) met een maximum van per dag

€ 152,25

Prinsentuin (m.u.v. gebruik muziekkoepel) met een maximum van per dag

€ 253,75

Gouverneursplein/ Hofplein met een maximum van per dag

€ 253,75

Mata Hariplein/ Groot Schavernek met een maximum van per dag

€ 101,50

Fryslânplein met een maximum van per dag

€ 761,25

Halbertsmaplein Grou (m.u.v. gebruik muziekkoepel) met een maximum van per dag

€ 253,75

9

Plaatsen van vaartuigen en voertuigen:

9.1

een woonschip, bedrijfsschip of woonwagen, per meter

9.1.1

per kwartaal

€ 9,28

9.1.2

per half jaar

€ 18,60

9.1.3

per jaar

€ 37,26

9.2

andere vaartuigen en voertuigen dan genoemd in onderdeel 9.1, per meter

9.2.1

per maand

€ 2,41

9.2.2

per kwartaal

€ 7,28

9.2.3

per half jaar

€ 14,58

9.2.4

per jaar

€ 29,19

10

Benzinepompen, leidingen, service-installaties:

10.1.

een installatie voor levering van benzine of andere

motorbrandstof, met inbegrip van de daarbij behorende

leidingen,

10.1.1

voorzien van 1 aftappunt, per stuk, per jaar

€ 605,55

10.1.2

elk bij dezelfde installatie extra aangebracht aftappunt,

per stuk, per jaar

€ 302,79

10.2

een mengpomp voor benzine en olie ten behoeve van

bromfietsen per stuk, per jaar

€ 202,02

10.3

een verplaatsbaar aftappunt voor motorbrandstof,

per aftappunt, per jaar

€ 202,02

10.4

een water- of luchtaftappunt, per stuk, per jaar

€ 76,79

10.5

een aftakleiding behorend bij een op particulier terrein

10.5.1

staande benzine- of oliepompinstallatie per aftapleiding,

per jaar

€ 302,79

10.5.2

een staande installatie voor het toedienen van water of lucht

per aftapleiding, per jaar

€ 50,08

10.6

een perron of voetstuk, per m², per jaar

€ 20,38

10.7

een lichtmast of blikvanger, per stuk, per jaar

€ 30,04

10.8

een luifel of overkapping van een perron of voetstuk, voor

zover deze meer dan 50 cm buiten het perron of voetstuk

uitsteekt per m², per jaar

€ 10,62

10.9

een benzine- of oliebewaarplaats of een dergelijke installatie,

behorende bij een in onderdeel 10.1 en 10.5 bedoelde

installatie, met inbegrip van vulput en leidingen, met een

inhoud van

5000 liter en daar beneden, per stuk, per jaar

€ 302,79

tussen 5001 liter t/m 10.000 liter, per stuk, per jaar

€ 501,99

meer dan 10.000 liter, per stuk, per jaar

€ 605,55

10.10

een vulpunt en/of geleiding, in verbinding met een niet in

openbare gemeentegrond gelegen bewaarplaats voor

motorbrandstof, per stuk, per jaar

€ 25,18

11

Reclamevoorwerpen:

11.1

een reclamebord, uithangbord, letteropschrift, letterreclame,

embleem, reclamekastje, vitrine of andere dergelijke

voorwerpen zonder kunstverlichting en voor zover meer dan

0,50 m buiten de gevellijn uitsteekt

11.1.1

indien de oppervlakte van het bord enz. niet meer bedraagt

dan 0,50 m²,

11.1.1.1

per stuk, per jaar

€ 10,62

11.1.1.2

per stuk, per week

€ 1,02

11.1.2

indien de oppervlakte van het bord enz. meer bedraagt dan

0,50 m², doch niet meer dan 1,00 m² bedraagt

11.1.2.1

per stuk, per jaar

€ 21,16

11.1.2.2

per stuk, per week

€ 2,04

11.1.3

indien de oppervlakte van het bord enz. meer bedraagt dan

1.00 m²,

11.1.3.1.

per stuk, per jaar

€ 30,04

11.1.3.2

per stuk, per week

€ 3,30

11.2

een lichtbak, lichtreclame, verlicht reclamebord,

letterlichtreclame, lamp of lantaarn met opschrift of reclame,

verlicht reclamekastje of vitrine en dergelijke voorwerpen en

voor zover meer dan 0,50 m buiten de gevellijn uitsteekt

11.2.1

indien de oppervlakte van het bord enz. niet meer bedraagt

dan 0,50 m²,

per stuk, per jaar

€ 14,97

11.2.2

indien zij meer dan 0,50 m², doch niet meer dan 1,00 m² bedraagt,

per stuk, per jaar

€ 35,79

11.2.3

indien zij meer dan 1,00 m² bedraagt

per stuk, per jaar

€ 78,43

11.3

uitstalling, per m², per jaar

€ 48,91

met een minimum per jaar van

€ 97,91

11.4

losse reclameborden, per stuk, per jaar

€ 97,91

11.5

Reclames van korte duur

11.5.1

Het tarief bedraagt voor het hebben van reclameobjecten,

aangebracht in de vorm van sanwichborden of vergelijkbaar (alleen geldend in voormalig Boarnsterhim Noord)

11.5.1.1

voor 1 t/m 15 locaties

gedurende maximaal 21 dagen

11.5.1.1.2

per dag

€ 5,05

11.5.2

Het tarief bedraagt voor het hebben van reclameobjecten,

aangebracht in de vorm van prikbordjes of verwijsbordjes

11.5.2.1

per 10 bordjes

per dag

€ 14,66

11.5.3.

Het tarief bedraagt voor

het hebben van een reclameobject, aangebracht in de vorm van een spandoek

11.5.3.1

per dag

€ 14,66

11.5.4

Het tarief bedraagt voor het hebben van een reclameobject,

aangebracht in de vorm van een reclameschutting

11.5.4.1

gedurende maximaal 14 dagen

per 14 dagen

€ 62,47

11.6

Indien de reclames niet direct na afloop van de overeengekomen periode worden verwijderd of in het geval van foutieve of clandestiene plaatsing van reclames, vindt verwijdering ervan door of vanwege de gemeente plaats.

11.6.1

Het tarief bedraagt voor deze verwijdering

11.6.1.1

per verwijderd driehoeksbord, prik-/verwijsbordje of een soortgelijk reclameobject

€ 28,48

11.6.1.2

per verwijderd spandoek

€ 56,97

11.6.1.3

per verwijderde reclameschutting

€ 85,48

12

Opslag voor het plaatsen van goederen en voorwerpen op

kade, oevers en steigers:

12.1

een opslag

12.1.1

per m², per dag of korter

€ 0,20

met een minimum van

€ 10,62

12.1.2

per m², per week

€ 0,69

met een minimum van

€ 10,62

12.1.3

per m², per maand

€ 1,58

met een minimum van

€ 10,62

12.1.4

per m², per jaar

€ 13,66

Behorende bij het raadsbesluit van 2 januari 2018.

De griffier,

Bijlage 2 Kaart horecagebied precariobelastingen 2018

afbeelding binnen de regeling