Regeling vervallen per 01-01-2019

Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden

Geldend van 15-09-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op de Verordening Wmo 2018 gemeente Leeuwarden;

b e s l u i t

vast te stellen het:

Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden

Dit financieel besluit is vastgesteld op 4 september 2018.

Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. De begrippen die in dit Financieel Besluit gehanteerd worden hebben, tenzij anders aangegeven, de betekenis zoals omschreven in de wet en de verordening Wmo van de gemeente Leeuwarden.

De artikelen in dit Financieel Besluit zijn aanvullend op het landelijk vastgestelde Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de verordening van de gemeente Leeuwarden.

Artikel 2. Zorg in natura tarieven

1. De tarieven voor zorg in natura worden vastgesteld op basis van marktconsultatie en/of de prijs waarmee een aanbieder zich inschrijft bij een aanbesteding, welke indien van toepassing jaarlijks worden geïndexeerd.

De gunningen voor zorg in natura worden vastgesteld door het college. In deze gunningen zijn de tarieven per zorgaanbieder opgenomen.

De zorg in natura tarieven worden opgenomen in een Productenboek Sociaal Domein dat ter beschikking wordt gesteld aan de sociale wijkteams en de afdeling Publieke Dienstverlening.

Persoonsgebonden budget (PGB)

Artikel 3. Trekkingsrecht

1. Het college betaalt het PGB aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB betaalt, na het toekenningsbericht van het college, de zorgaanbieder met wie de bewoner een zorgovereenkomst is aangegaan. Voor eenmalige PGB’s heeft de SVB het college gemandateerd om deze uit te betalen.

Artikel 4. Verantwoording besteding PGB door bewoner

1. Een gedeelte van de verantwoording van het PGB vindt vooraf plaats via de zorgovereenkomst die de bewoner met de zorgaanbieder afsluit. Deze wordt goedgekeurd door de SVB (arbeidsrechtelijk) en de gemeente (zorginhoudelijk). Eenmaal per jaar vindt verantwoording aan de SVB achteraf plaats.

2. Iedere PGB budgethouder dient alle documenten die betrekking hebben op het PGB en de aanschaf van de voorziening dan wel de inhuur van een zorgaanbieder te bewaren.

3. De PGB budgethouder dient de in lid 2 betreffende documenten gedurende vijf jaar te bewaren en als daarom wordt gevraagd (een kopie van) de stukken aan de gemeente verstrekken.

De gemeente kan de stukken opvragen bij een steekproefsgewijze controle op de kwaliteit en/of rechtmatigheid van het PGB of een controle naar aanleiding van signalen over onjuiste besteding van het PGB door de budgethouder en/of de zorgaanbieder.

Artikel 5. Verplichtingen

1. De bewoner is verplicht om gedurende de gebruiksduur de getroffen voorziening of de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren.

Artikel 6. Algemene bepalingen bij PGB

1. Indien de gebruiksduur van de voorziening waarvoor een PGB is verstrekt nog niet is verstreken kan een (aanvullend) PGB worden verstrekt in de volgende situaties:

a. er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de voorziening noodzakelijk maken en/of

b. er is sprake van een calamiteit die de bewoner niet is te verwijten.

2. Indien een bewoner een voorziening middels PGB heeft en de voorziening niet meer gebruikt in de gemeente Leeuwarden, dient de bewoner of de nabestaande(n) binnen een redelijke termijn de restwaarde van de voorziening aan de gemeente terug te betalen of de voorziening in te leveren bij de gemeente.

3. De restwaarde van de nieuwwaarde van de voorziening bedoeld in lid 2 wordt berekend volgens onderstaande methodiek:

a. 0 - < 1 jaar: 70 %

b. 1 - < 2 jaar: 60 %

c. 2 - < 3 jaar: 45 %

d. 3 - < 4 jaar: 35 %

e. 4 - < 5 jaar: 25 %

f. 5 - < 6 jaar: 15 %

g. 6 - < 7 jaar: 5 %

4. Indien de bewoner met een PGB-voorziening deze voorziening binnen de afschrijvingstermijn van 7 jaar niet meer gebruikt, omdat deze niet meer adequaat is, wordt de restwaarde van de voorziening verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen PGB. De restwaarde van de voorziening wordt berekend volgens de afschrijvingsmethodiek zoals verwoord in lid 3.

Het PGB voor de instandhoudingskosten wordt verrekend voor de nog niet verstreken termijn.

5. Bij een woningaanpassing in de vorm van vervanging van een keuken en natte cel wordt de hoogte van een PGB volgens onderstaande methodiek berekend:

a. 0 - < 5 jaar: 100 %

b. 5 - < 10 jaar: 75 %

c. 10 - < 15 jaar: 50 %

d. 15 - < 20 jaar: 25 %

e. >20 jaar: 0% (in verband met economische afschrijving)

Regionale Wmo voorzieningen

Artikel 7. Tarieven PGB regionale Wmo voorzieningen Beschermd Wonen en Opvang

1. Bij de vaststelling van de PGB tarieven wordt, conform de verordening Wmo van de gemeente Leeuwarden, onderscheid gemaakt tussen formele ondersteuning en informele ondersteuning.

a. het tarief voor formele ondersteuning wordt gebaseerd op 80% van het zorgdeel van het in natura tarief, dus exclusief het verblijfscomponent.

b. het tarief voor informele ondersteuning wordt gebaseerd op 60% van het gemiddelde zorg in natura tarief van ThuisPLUS A en ThuisPLUS B.

c. het tarief voor Logeren is gelijk aan het zorg in natura tarief voor Logeren.

d. het tarief voor Dagbesteding voor formele ondersteuning is gebaseerd op 80% van het zorg in natura tarief voor Dagbesteding en voor informele ondersteuning gebaseerd op 60% van het zorg in natura tarief voor Dagbesteding.

e. Voor Opvang is geen PGB tarief vastgesteld, omdat hiervoor geen PGB als verstrekkingsvorm mogelijk is.

2. Alle genoemde tarieven zijn maximum tarieven.

3. De maximum hoogte van de PGB tarieven zijn als volgt vastgesteld:

Voorziening en product

Maximale PGB formele ondersteuning

Maximale PGB informele ondersteuning

ThuisPLUS – intensiteit A – duurzaam: stabilisatie

€ 1.745per maand

ThuisPLUS – intensiteit B - training

€ 2.474 per maand

ThuisPLUS

€ 1.582,00 per maand

Intramuraal Beschermd Wonen 2018 – Pakket A – basis

€ 1.745,00 per maand

Intramuraal Beschermd Wonen 2018 – Pakket B - training

€ 2.474,00 per maand

Intramuraal Beschermd Wonen 2018 – Pakket C - gedrag

€ 2.812,00 per maand

Intramuraal Beschermd Wonen 2018 – Pakket D - somatiek

€ 3.631,00 per maand

Module Dagbesteding

€ 606,00 per maand

€ 454,00 per maand

Module Logeren

€ 42,00 per etmaal

€ 42,00 per etmaal

Module Verblijf kind bij ouder

n.v.t.

n.v.t.

Lokale Wmo voorzieningen

Artikel 8. Tarieven PGB lokale Wmo voorzieningen

1. Bij de vaststelling van de PGB tarieven wordt, conform de verordening Wmo van de gemeente Leeuwarden, onderscheid gemaakt tussen formele ondersteuning en informele ondersteuning.

a. het tarief voor formele ondersteuning wordt gebaseerd op 80% van het zorg in natura tarief

b. het tarief voor informele ondersteuning wordt gebaseerd op 60% van het zorg in natura tarief, met een maximum van €20,- per uur en een maximum vergoeding van €60,- per etmaal voor kortdurend verblijf (met zorg).

c. indien het om een hulpmiddel gaat, wordt de maximum hoogte van het PGB vastgesteld op basis van de verkoopprijs van de goedkoopst adequate door gecontracteerde aanbieder aangeboden voorziening.

2. De tarieven voor PGB zijn voor elke voorziening en product afzonderlijk berekend. Alle genoemde tarieven zijn maximum tarieven.

3. Het aantal uren, dagdelen, etmalen en kilometers wordt vastgesteld aan de hand van de noodzakelijke ondersteuning op basis van een gestelde indicatie.

4. De hoogte van het definitieve budget wordt vastgesteld op basis van het werkelijke uurtarief van de zorgaanbieder, danwel de werkelijke aanschafkosten én het door de bewoner opgestelde budgetplan, met een maximum van het in dit Financieel Besluit vastgestelde tarief.

Hulp bij Huishouden, (Praktische) Thuisondersteuning, Kortdurend verblijf, Persoonlijke verzorging en Dagbesteding

Artikel 9. Hoogte PGB tarieven Hulp bij Huishouden, (Praktische) Thuisondersteuning, Kortdurend verblijf, Persoonlijke verzorging en Dagbesteding

1. De hoogte van de PGB tarieven zijn als volgt vastgesteld:

Voorziening en product

Maximale PGB formele ondersteuning

Maximale PGB informele ondersteuning

Hulp bij Huishouden

€ 18,72 per uur

€ 14.04 per uur

Hulp bij Huishouden – Dienstverlening Aan huis

€ 14.04 per uur *

Praktische Thuisondersteuning

€ 24,96 per uur

€ 18,72 per uur

Thuisondersteuning 2

€ 34,56 per uur

€ 20,00 per uur

Thuisondersteuning 3

€ 40,80 per uur

€ 20,00 per uur

Thuisondersteuning 4

€ 54,24 per uur

€ 20,00 per uur

Kortdurend verblijf 1 – dag zonder zorg

€ 32,00 per dag

€ 24,00 per dag

Kortdurend verblijf 2 – dag met zorg

€ 60,00 per dag

€ 45,00 per dag

Kortdurend verblijf 3 – etmaal zonder zorg

€ 48,00 per etmaal

€ 36,00 per etmaal

Kortdurend verblijf 4 – etmaal met zorg

€ 100,00 per etmaal

€ 60,00 per etmaal

Persoonlijke verzorging

€ 39,84 per uur

€ 29,88 per uur

Dagbesteding 1 – Stabiliseren/behouden licht

€ 27,84 per dagdeel

€ 20,88 per dagdeel

Dagbesteding 2 – Stabiliseren/behouden middel

€ 32,96 per dagdeel

€ 24,72 per dagdeel

Dagbesteding 3 – Stabiliseren/behouden zwaar

€ 41,84 per dagdeel

n.v.t.

Dagbesteding 4 – Bevorderen/verbeteren/ontwikkelen licht

€ 30,48 per dagdeel

€ 22,86 per dagdeel

Dagbesteding 5 – Bevorderen/verbeteren/ontwikkelen middel

€ 38,08 per dagdeel

€ 28,56 per dagdeel

Dagbesteding 6 – Bevorderen/verbeteren/ontwikkelen zwaar

€ 49,36 per dagdeel

n.v.t.

* Hulp bij Huishouden – Dienstverlening Aan Huis hoeft niet te voldoen aan de in de branche geldende kwaliteitseisen en wordt derhalve als informele ondersteuning aangemerkt.

Woonvoorzieningen

Artikel 10. Hoogte PGB voor aanpassing van woonwagens en woonschepen

1. Het PGB voor aanpassing van woonwagens of woonschepen die niet voldoen aan de voorwaarden, zoals genoemd in Artikel 19 van de Beleidsregels Wmo van de gemeente Leeuwarden, bedraagt maximaal

€ 1047,-.

Artikel 11. Hoogte verhuiskostenvergoeding

1. De hoogte van een verhuiskostenvergoeding voor verhuis-en herinrichtingskosten bedraagt maximaal

€ 3.134,-.

Artikel 12. Hoogte PGB woonvoorziening

1. De hoogte van het PGB voor aanschaf van een woonvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de adequate en financieel voordeligste woonvoorziening.

2. De adequate en financieel voordeligste woonvoorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

3. Indien een PGB voor aanschaf van een woonvoorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een PGB voor instandhoudingskosten worden toegekend.

4. Het PGB voor instandhoudingskosten wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de woonvoorziening.

Artikel 13. Hoogte PGB bij bouwkundige woonvoorzieningen

1. De hoogte van het PGB voor bouwkundige woonvoorzieningen wordt vastgesteld op het bedrag zoals vermeld in de door het college goedgekeurde offerte. Hierbij mogen de volgende kosten worden meegenomen:

a. De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.

b. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en komen alleen de materiaalkosten voor een PGB in aanmerking;

c. De risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991.

d. Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;

e. De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is (bijv. bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

f. De leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

g. Renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

h. De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen de oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden.

i. De door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

j. De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

k. De kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

l. De administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voor zover de kosten, bedoeld onder a tot en met m van dit artikel meer dan €1.046,- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van € 373,-.

m. Met (organisaties van) professionele verhuurders kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt over de uitvoering en financiering van aanpassingen indien de kosten € 750,- of minder bedragen.

Artikel 14. Hoogte PGB bezoekbaar maken woning

1. Het bedrag dat verstrekt wordt bij het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 3.134,-.

Artikel 15. Hoogte PGB aantal vierkante meters bouwen/grond en verharden van paden en terrassen

1. Het maximale aantal m2 per vertrek in een zelfstandige woning, dat in aanmerking wordt genomen bij een woningaanpassing is in onderstaand overzicht aangegeven:

max. aantal m2 waarvoor een PGB wordt verleend in geval van aanbouw van een vertrek

max. aantal m2 waarvoor een PGB wordt verleend in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek

Woonkamer

30

6

Keuken

10

4

Eenpers. slaapkamer

10

4

Tweepers. slaapkamer

18

4

Toiletruimte

2

1

Badkamer/wastafelruimte

2

1

Badkamer/doucheruimte

3

2

Entree/gang/hal

5

2

Berging

6

4

2. Het maximale aantal m2 verhard pad dat in aanmerking komt voor een PGB bedraagt 20 m2, bij:

a. Het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte;

b. Het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort.

3. Het maximale aantal m2 voor de aanleg van een verhard terras dan wel aanpassing van een bestaand terras direct bij een woonruimte, dat in aanmerking komt voor een PGB bedraagt 6 m2.

Artikel 16. Hoogte PGB kosten van onderhoud, keuring en reparatie

1. Alleen de werkelijk gemaakte kosten van onderhoud, keuring en reparatie aan de hieronder genoemde producten of onderdelen komen in aanmerking voor een PGB:

a. trapliften;

b. rolstoel- of plateauliften;

c. woonhuisliften;

d. hefplateauliften;

e. de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, blad of wastafel;

f. elektromechanisch openings- en sluitingsmechanisme van deuren;

g. toiletten met onderspoel-föhninrichting.

Artikel 17. Hoogte PGB bij tijdelijke huisvesting

1. Het persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting is gebaseerd op artikel 13, lid 1 van de Wet op de huurtoeslag (maximum bedrag per 1-1-2018 is € 710,68 per maand).

Artikel 18. Voorrang verhuizing boven woningaanpassing

1. De voorrang van verhuizing geldt als de aanpassing van de huidige woning meer bedraagt dan €10.000,-.

Artikel 19. Huurderving

1. Het minimale bedrag van de kosten van huurderving is €50,- per maand.

Artikel 20. Hoogte PGB bij cara-sanering

1. Het PGB voor woningsanering betreft uitsluitend kosten die noodzakelijk zijn voor vervanging van vloerbedekking en/of gordijnen in verband met cara of allergische aandoeningen.

De maximale hoogte van het persoonsgebonden budget wordt gebaseerd op de in lid 2 en 3 van dit artikel genoemde bedragen en afschrijvingspercentages.

2. Voor vloerbedekking en raambedekking gelden de volgende normbedragen per m2 inclusief bijkomende kosten als egaliseren, leggen, ophangen etc.

a. Vinyl (PVC) vloerbedekking (rolstoelgeschikt) per strekkende meter van 4 meter breed: maximaal € 70,15

b. Gordijnen/lamellen per m2 raamoppervlak: maximaal € 24,42

3. Afschrijvingspercentages: Bij het bepalen van de hoogte van een PGB wordt rekening gehouden met afschrijving van de te vervangen stoffering, door toepassing van de volgende afschrijvingspercentages op de in lid 2 genoemde normbedragen.

Gebruiksduur

Tot 2 jaar

Tot 4 jaar

Tot 6 jaar

Tot 8 jaar

Ouder dan 8 jaar

Hoogte PGB

100%

75%

50%

25%

Nihil*

* omdat de artikelen economisch afgeschreven zijn

Artikel 21. Aanvang werkzaamheden en controle PGB woningaanpassingen

1. Het college verstrekt slechts een PGB indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

a. Niet reeds een begin met de werkzaamheden is gemaakt voordat het college op de aanvraag heeft beschikt;

b. De door het college aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing zal worden verricht;

c. Aan de onder b genoemde personen inzicht wordt geboden in de vereiste bescheiden en tekeningen welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

d. De onder b genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de beoogde woningaanpassing.

Artikel 22. Gereedmelding, rechthebbenden en vaststelling en uitbetaling PGB bouwkundige voorzieningen

1. Direct na voltooiing van de werkzaamheden, maar uiterlijk binnen 15 maanden na de datum van toekenning van de voorziening, verklaart degene aan wie het PGB is uitbetaald, dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

2. Deze gereedmelding gaat vergezeld van de op de werkzaamheden betrekking hebbende facturen. De gereedmelding leidt niet tot nabetaling meer dan genoemd in lid 3 van dit artikel.

3. Het bedrag van de vaststelling mag maximaal 10% hoger zijn dan het bij de toekenning begrote bedrag van de kosten. Indien tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de verwachting bestaat dat de kosten meer dan 10% zullen afwijken van het begrote bedrag, dient de bewoner hierover onverwijld in contact te treden met het college.

4. Het PGB wordt toegekend en uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte of aan diens (wettelijke) vertegenwoordiger.

Artikel 23. Gereedmelding, rechthebbenden en vaststelling en uitbetaling PGB niet-bouwkundige voorzieningen

1. De bewoner dient, voor zover het PGB is gebruikt voor de aanschaf van roerende zaken, binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

2. Daarnaast dient hij, indien van toepassing, jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

3. Voor zover het bedrag is gebruikt voor een verhuizing, geldt de adreswijziging als verantwoording.

Vervoersvoorzieningen

Artikel 24. Verplichtingen

1. De bewoner is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte zaak voldoende te laten onderhouden, zoals genoemd in artikel 9. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is het daarnaast verplicht om minimaal een aansprakelijkheidsverzekering (WA) af te sluiten gedurende de gebruiksduur van het hulpmiddel.

Artikel 25. Hoogte PGB vervoersvoorziening

1. De hoogte van het PGB voor aanschaf van een vervoersvoorziening is gelijk aan de kostprijs van de goedkoopst adequate voorziening.

2. De goedkoopst adequate vervoersvoorziening blijkt uit een door het college goedgekeurde kostenbegroting, of uit een door de gemeente met een gecontracteerde leverancier afgesloten overeenkomst.

3. Indien een PGB voor aanschaf van een vervoersvoorziening wordt verstrekt, kan zo nodig ook een PGB voor onderhoud, service en verzekering worden toegekend.

4. Het PGB voor onderhoud, service en verzekering wordt jaarlijks betaald gedurende de technische levensduur van de vervoersvoorziening.

Artikel 26. Verantwoording PGB vervoersvoorziening

1. De bewoner dient binnen zes maanden na de datum van de toekenningsbeschikking een kopie van het aanschafbewijs (kopie factuur) in te leveren.

2. Daarnaast dient hij jaarlijks opgave te doen van het onderhoud, door indiening van een kopie onderhoudsfactuur.

Artikel 27. Lokaal vervoer

1. Vervoersvergoeding gebruik (eigen) auto

Een vervoersvergoeding wordt alleen verstrekt indien de gebruikskosten van een (eigen) auto voor de bewoner als persoon niet algemeen gebruikelijk zijn.

De hoogte van een vervoersvergoeding voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 0,19 per kilometer (conform belastingsystematiek).

De totale hoogte van de vervoersvergoeding wordt mede gebaseerd op de omvang van het vervoer.

De omvang (vervoersbundel) wordt vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een maximum omvang van 1500 km per jaar.

De vervoersvergoeding is daarmee maximaal € 285,- op jaarbasis.

2. PGB lokaal vervoer

De hoogte van een PGB lokaal vervoer, in plaats van collectief vervoer via de door de gemeente gecontracteerde aanbieder, wordt gebaseerd op basis van de werkelijke kosten van het vervoer met een maximum van €1,60 per kilometer (het marktconform tarief van de vervoersaanbieder).

De totale hoogte van het PGB wordt mede gebaseerd op de omvang van het vervoer.

De omvang (vervoersbundel) wordt vastgesteld op basis van de aard van de beperking, de vervoersbehoefte en het gebruik van andere vervoersvoorzieningen, met een maximum omvang van 1500 km per jaar.

Het PGB lokaal vervoer is daarmee maximaal € 2400,- op jaarbasis.

3. Voor bewoners die naast een vervoersvergoeding of een PGB lokaal vervoer ook een scootmobiel in gebruik hebben, wordt de omvang beperkt tot maximaal 750 kilometers per jaar;

4. Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een vervoersvergoeding of een PGB lokaal vervoer en de vervoersbehoefte vrijwel geheel samenvalt, wordt de omvang beperkt tot maximaal 1500 km per jaar.

5. Voor zover echtgenoten beiden in aanmerking komen voor een vervoersvergoeding of een PGB lokaal vervoer en de vervoersbehoefte gedeeltelijk samenvalt, zal nader worden bepaald welk deel samenvalt en welk deel voor een persoonsgebonden budget in aanmerking kan komen.

Artikel 28. Hoogte PGB voor sportrolstoel

1. Een PGB voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt maximaal € 2.760,- per 3 jaar.

Slotparagraaf

Artikel 29. Slotparagraaf

1. Vaststelling en inwerkingtreding

Het Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden is vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden op 4 september 2018 en treedt in werking op 15 september 2018, onder gelijktijdige intrekking van het Financieel Besluit Wmo 2018 gemeente Leeuwarden.

2. Overgangsrecht

a. Het Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden treedt in werking op 15 september 2018 en is van toepassing op alle aanvragen die na deze datum ingediend worden.

b. Het Financieel Besluit Wmo 2018 gemeente Leeuwarden is van toepassing op alle aanvragen die vanaf 1 januari 2018 tot 15 september 2018 worden ingediend.

3. Citeertitel

Dit Financieel Besluit wordt aangehaald als ‘Financieel Besluit Wmo 2018-2 gemeente Leeuwarden’.

Ondertekening