Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening watertoeristenbelasting Leeuwarden 2019

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening watertoeristenbelasting Leeuwarden 2019

De raad van de gemeente Leeuwarden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 februari 2021, nr. Z230288-2020

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2019.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

lengte: de lengte over alles;

maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

passanten: diegenen die verblijf houden in de gemeente, met of op een vaartuig, zonder het hebben van een vaste ligplaats;

vaartuig: een vaartuig, niet zijnde een woonark, dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden;

vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;

woonark: woonark, die is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 door het ter beschikking stellen van ligplaatsen of vaartuigen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, als bedoeld in artikel 1, dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1. door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • a.

      hospitaalschepen of vaartuigen die als zodanig dienst doen met een charitatief karakter;

    • b.

      kano's, roei- en volgboten;

    • c.

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • d.

      een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

    • e.

      een vaartuig dat zich bevindt op een vaste ligplaats of in een boothuis hoofdzakelijk ten behoeve van stalling, waar geen verblijf mogelijk is.

  • 2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3. van degene die bij aanvang van het eerste etmaal dat verblijf wordt gehouden de leeftijd van 5 jaar nog niet heeft bereikt;

  • 4. waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen verblijf in het belastingjaar. Het aantal etmalen verblijf wordt gesteld op de som van het aantal etmalen dat elke in artikel 2 bedoelde persoon verblijf heeft gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6. Belastingtarief

Het tarief bedraagt per etmaal verblijf € 1,00.

Artikel 7. Tarieven vaste ligplaatsen

In afwijking in zoverre van het bepaalde in artikel 5 en 6 bedraagt het tarief ter zake van

  • 1. vaartuigen met een vaste ligplaats, per vaartuig, per jaar € 40,00;

  • 2. woonarken met een vaste ligplaats, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen, per woonark, per jaar € 135,00.

Artikel 8. Opteren voor werkelijke aantallen verblijven

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt, op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag, de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal verblijven.

Artikel 9. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10. Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 14. Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd eigen register dat aan de gemeentelijke voorwaarden voldoet of een door de gemeente verstrekt verblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeesters en wethouders stelt genoemd verblijfregister kosteloos beschikbaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het verblijfregister.

  • 4. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 7.

Artikel 15. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 3. De Verordening Watertoeristenbelasting 2018 in te trekken per 1-1-2019.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting Leeuwarden 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 februari 2021.

De voorzitter,

De griffier,