Regeling vervallen per 24-12-2008

Verordening adviescommissie bezwaarschriften

Geldend van 14-02-2008 t/m 23-12-2008

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften

(Rb. 27 juni 2005)

Raadsbesluitnummer: 12037

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Leeuwarden;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van het college;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: adviescommissie bezwaarschriften;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter advisering over de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Ten aanzien van bezwaarschriften gericht tegen besluiten inzake het toekennen van uitkeringen aan ambtenaren op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling, waarvan de toekenning van een uitkering en het nemen van een besluit om uitvoeringstechnische gronden uitbesteed zijn, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze bezwaarschriften niet vallen onder de bevoegdheid van de commissie als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De voorzitters en de leden worden door de raad, het college en de burgemeester benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. De raad, het college en de burgemeester kunnen een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitters en de leden.

  • 4. De voorzitters en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Artikel 4 Kamers

  • 1. De commissie bestaat uit drie kamers:

    • a.

      de algemene kamer;

    • b.

      de sociale zekerheidskamer;

    • c.

      de kamer voor personeelsaangelegenheden.

  • 2. De voorbereiding van de advisering geschiedt op de volgende wijze:

    • a.

      de algemene kamer bereidt adviezen voor over alle bezwaren die niet tot de competentie van de andere twee kamers behoren;

    • b.

      de sociale zekerheidskamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van de sociale zekerheid;

    • c.

      de kamer voor personeelsaangelegenheden bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaarschriften die zijn ingediend tegen genomen besluiten of verrichte handelingen ten aanzien van ambtenaren in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet.

  • 3. De raad, het college en de burgemeester regelen indien noodzakelijk de overige werkzaamheden met betrekking tot de adviestaak van de commissie en haar kamers.

  • 4. Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden waarvan één lid optreedt als voorzitter.

  • 5. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretarissen van de kamers zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Het college kan tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2. De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitters, de aftredende leden en de aftredende plaatsvervangende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Het lidmaatschap eindigt bij overlijden.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt door of vanwege het gemeentebestuur de datum van ontvangst aangetekend

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de betreffende kamer gesteld.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De commissie kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamers bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

De commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de kamers te laten horen.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. De belanghebbenden of het verwerend orgaan kunnen binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde uitnodiging onder opgaaf van zwaarwegende redenen de commissie verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de commissie op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De commissie is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijn, genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12 Horen

  • 1. Voordat de commissie een advies uitbrengt, stelt zij belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2. Het horen vindt plaats door de voorzitter en/of één of meer leden van de kamer die op grond van artikel 4 belast zijn met de behandeling.

  • 3. De commissie kan het horen overlaten aan de secretaris.

  • 4. De commissie kan bepalen dat wordt afgezien van het horen van belanghebbenden ten aanzien van bezwaren:

    • a.

      die kennelijk niet-ontvankelijk zijn of

    • b.

      die kennelijk ongegrond zijn of

    • c.

      waaraan volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

Artikel 13 Adviseren

  • 1. Het adviseren geschiedt namens de commissie door de voorzitter en twee leden van de kamer die op grond van artikel 4 belast zijn met de behandeling.

  • 2. In gevallen waarbij op grond van artikel 12, vierde lid, is afgezien van horen, wordt de advisering overgelaten aan de voorzitter.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1. De voorzitters en de leden van de kamers nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onbevooroordeeldheid (ingevolge artikel 2:4 Awb) in het geding kan zijn. Zij nemen eveneens niet deel indien zij een persoonlijk belang hebben bij het betreffende besluit en/of het te nemen besluit.

  • 2. Indien blijkt dat alle leden en plaatsvervangende leden van de kamers niet onbevooroordeeld kunnen zijn en/of blijkt dat zij allen een persoonlijk belang hebben bij een bezwaar of tegen een besluit dat direct verband houdt met dat bezwaar, zal het lid van het college dat belast is met juridische zaken het bestuursorgaan adviseren en de belanghebbende(n) vooraf horen.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de algemene kamer is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de algemene kamer of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt, of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Met betrekking tot de werkwijze van de kamer voor personeelsaangelegenheden en de sociale zekerheidskamer wordt vastgesteld dat de zittingen van deze kamers niet openbaar zijn, tenzij om openbaarheid wordt verzocht door een der betrokken partijen.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag betreft geen woordelijk verslag maar houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de kamer.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid als vermeld in het derde lid.

  • 3. De leden van de kamer, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De commissie beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De voorzitter en leden die op grond van artikel 13 zijn belast met de behandeling beraadslagen en beslissen achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De stemming geschiedt als volgt:

    • a.

      De voorzitter en de leden beslissen bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de betreffende kamer ondertekend. Een advies dat is uitgebracht door de voorzitter op grond van artikel 13, tweede lid, wordt ondertekend door de voorzitter.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de kamer ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen en tegelijkertijd verzonden aan belanghebbenden.

  • 2. Indien naar het oordeel van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt zij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de kamer en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20 Mandatering

De commissie kan de bevoegdheden die haar toekomen op grond van deze verordening mandateren.

Artikel 21 Reglement

De commissie kan een reglement opstellen voor de uitoefening van de bevoegdheden die haar toekomen als zijnde bestuursorgaan.

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften (Rb. 20-01-2003, nummer 328 AA/TH, bekendgemaakt op 29 januari 2003) wordt ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening adviescommissie bezwaarschriften”.