Beleidsregels gegevensverstrekking Wet WOZ Leeuwarden 2014

Artikel 1 Algemeen

Op basis van artikel 40, eerste lid, van de Wet WOZ wordt het waardegegeven van een bepaalde onroerende zaak verstrekt aan een ieder die kan aantonen uit hoofde van de belastingheffing te zijnen aanzien een gerechtvaardigd (fiscaal) belang te hebben bij de verkrijging van die gegevens.

Voor de beoordeling van de vraag of sprake is van een gerechtvaardigd belang is door de Waarderingskamer, die toezicht houdt op de waardebepaling en -vaststelling binnen de Wet WOZ, een instructie opgesteld, de Instructie gerechtvaardigd belang.

In deze Instructie is bepaald dat bij de beoordeling een afweging moet worden gemaakt tussen rechtsbescherming en privacy. Bij de rechtsbescherming gaat het om het bieden van de mogelijkheid aan een belanghebbende om de eigen beschikking te toetsen in verband met belasting die van hem wordt geheven. Bij de vraag in hoeverre gegevens openbaar worden gemaakt, gaat het om de algemene regels van privacybescherming die in acht moeten worden genomen.

Artikel 2 Belanghebbende

Als belanghebbende wordt aangemerkt degene die een beschikking heeft ontvangen wegens eigendom of gebruik van een onroerende zaak.

Artikel 3 Waardegegevens

Voor verstrekking aan belanghebbenden op grond van artikel 40, eerste lid, van de Wet WOZ komen slechts waardegegevens in aanmerking. Als waardegegevens zijn slechts aan te merken vastgestelde WOZ-waarden. Hieruit volgt dat aan belanghebbenden geen onderliggende taxatiegegevens worden verstrekt van onroerende zaken waarvoor zij geen beschikking hebben ontvangen in verband met eigendom of gebruik.

Artikel 4 Taxatieverslag

Aan een belanghebbende wordt op verzoek een taxatieverslag verzonden van de onroerende zaak waarvan hij een beschikking heeft ontvangen.

Artikel 5 Verstrekking waardegegevens woningen

Op verzoek van een belanghebbende worden ten hoogste drie waardegegevens verstrekt van door hem geselecteerde vergelijkbare woningen uit de directe omgeving van de woning waarvoor belanghebbende een beschikking heeft ontvangen. Belanghebbende kan zo controleren of de waarde juist is in verhouding tot vergelijkbare woningen in de directe omgeving.

Wanneer een woning waarvan het waardegegeven wordt verzocht niet vergelijkbaar is, wordt het waardegegeven niet verstrekt. Of een woning vergelijkbaar is staat ter beoordeling van de behandelend ambtenaar.

Op verzoek van een belanghebbende worden ten hoogste drie waardegegevens verstrekt van door hem geselecteerde woningen uit een andere categorie woningen. Belanghebbende kan zo controleren of de waarde juist is in verhouding tot andere categorieën woningen.

Op verzoek van een belanghebbende worden ten hoogste drie waardegegevens verstrekt van door hem geselecteerde woningen die zijn gelegen op andere locaties dan de woning waarvoor belanghebbende een beschikking heeft ontvangen. Belanghebbende kan zo controleren of de waarde juist is in verhouding tot woningen op andere locaties.

Artikel 6 Verstrekking waardegegevens niet-woningen

Op verzoek van een belanghebbende wordt het waardegegeven verstrekt van een door hem geselecteerde vergelijkbare onroerende zaak.

Wanneer een onroerende zaak waarvan het waardegegeven wordt verzocht niet vergelijkbaar is wordt het waardegegeven niet verstrekt. Of een onroerende zaak vergelijkbaar is staat ter beoordeling van de behandelend ambtenaar.

Het waardegegeven wordt eveneens niet verstrekt wanneer de verstrekking een te grote inbreuk zou vormen op de privacy van de eigenaar of gebruiker van de onroerende zaak waarvan om het waardegegeven wordt verzocht. Als een te grote inbreuk op de privacy wordt in elke geval aangemerkt de situatie waarin het betreffende waardegegeven moet worden aangemerkt als concurrentiegevoelig.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel gegevensverstrekking Wet WOZ Leeuwarden 2014”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

• 1.

  De op 1 november 2013 vastgestelde beleidsregel over dit onderwerp wordt met ingang van de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.

• 2.

  Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.