Regeling vervallen per 01-01-2007

Besluit financiele tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten Leeuwarden

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Besluit financiele tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten Leeuwarden

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: de Verordening voorzieningen gehandicapten Leeuwarden.

  • b.

    financiële tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing: de bijdrage die burgemeester en wethouders aan de eigenaar van de woonruimte verstrekken ten behoeve van het aanbrengen van aanpassingen als bedoeld in artikel 2.1. lid 1 onder b. van de verordening.

  • c.

    overige vervoersvoorzieningen: alle vervoersvoorzieningen waarvoor in het kader van de verordening een financiële tegemoetkoming kan worden verleend met uitzondering van de voorzieningen bedoeld in artikel 3.1 onder c sub 2 t/m 4 van de verordening.

  • d.

    eigen betalingen: het ten laste van de gehandicapte blijvende deel van de kosten van een voorziening waarvoor een financiële tegemoetkoming is verleend.

  • e.

    forfaitaire vergoeding: een bijdrage ineens die los van het inkomen en los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens;

  • f.

    gemaximeerde vergoeding: een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens;

  • g.

    normbedrag: een normbedrag is een geforfaiteerde of een gemaximeerde vergoeding;

  • h.

    voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, huur of in bruikleen wordt verstrekt.

Artikel 1.2.

  • 1. Voor voorzieningen, waarvan de kosten in totaal minder dan € 45,- bedragen wordt geen financiële tegemoetkoming verleend.

2. Woonvoorzieningen

Artikel 2.1.

  • 1. De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a. van de verordening bedraagt € 2.723,-.

  • 2. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van woningaanpassing, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b. van de verordening is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening.

  • 3. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening van niet-bouwkundige of woontechnische aard als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de verordening is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening.

  • 4. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor tijdelijke huisvesting, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e. van de verordening is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum dat gelijk is aan de maximumhuur die van toepassing is voor Individuele Huursubsidie.

  • 5. De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor huurderving, als bedoeld in artikel 2. l, eerste lid, onder f. van de verordening is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, met een maximum dat gelijk is aan de maximumhuur (kale huur) die van toepassing is voor Individuele Huursubsidie.

  • 6. De hoogte van het bedrag als bedoeld in artikel 2.22, lid 1 van de verordening waarbij een tegemoetkoming voor huurderving mogelijk is bedraagt € 4.538,-.

Artikel 2.2.

Tot de kosten van woningaanpassing, als bedoeld in artikel 2.1. eerste lid, onder b. van de verordening worden gerekend:

  • 1.

    de aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening.

    Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • 2.

    de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten, met inachtneming van het bepaalde in de Risico Regeling Woning- en utiliteitsbouw 1991.

    Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt;

  • 3.

    het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen;

  • 4.

    de kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is (bijv. bij nieuwbouw of uitbreiding), tot een maximum van 2% van de aanneemsom;

  • 5.

    de leges voor de bouwvergunning, voor zover de bouwvergunning betrekking heeft op het treffen van de voorzieningen;

  • 6.

    de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting;

  • 7.

    renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;

  • 8.

    de prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in artikel 2.13 van de verordening;

  • 9.

    de door burgemeester en wethouders (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;

  • 10.

    de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;

  • 11.

    de kosten van (her)aansluiting op de openbare nutsvoorziening;

  • 12.

    de administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorziening voor de gehandicapte, voor zover de kosten, bedoeld onder l tot en met 11 meer dan € 908,- bedragen, 10% van die kosten, met een maximum van € 340,-.

Artikel 2.3.

  • 1. Het maximale aantal m2 per vertrek in een zelfstandige woning, waarvoor een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.13 van de verordening kan worden verleend, is in onderstaand overzicht aangegeven.

    A

    B

    max. aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend in geval van aanbouw van een vertrek

    max. aantal m2 waarvoor een financiële tegemoetkoming wordt verleend in geval van uitbreiding van een reeds aanwezig vertrek

    vertrek:

    woonkamer

    30

    6

    keuken

    10

    4

    eenpers. slaapkamer

    10

    4

    tweepers. slaapkamer

    18

    4

    toiletruimte

    2

    1

    badkamer

    -wastafelruimte

    2

    1

    -doucheruimte

    3

    2

    entree/gang/hal

    5

    2

    berging

    6

    4

  • 2. Het maximale aantal m2 verhard pad dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2, bij:

    • -

      het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte;

    • -

      het nieuw aanleggen (of aanpassen) van een (bestaand) verhard pad tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort.

Artikel 2.4.

  • 1. Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring en onderhoud als bedoeld in artikel 2.20 van de verordening, aan de onderstaande voorzieningen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.

    • a

      stoelliften

    • b

      rolstoel- of sta-plateauliften

    • c

      woonhuisliften

    • d

      hefplateauliften

    • e

      balansliften

    • f

      de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel

    • g

      elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren

    • h

      sanibrailleur inrichtingen en toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting

    De maximale vergoeding van kosten voor onderhoud en keuring van diverse soorten liften in woningen en trappenhuizen bedraagt:

    Keuring

    Begin-keuring

    Kosten

    excl. BTW

    Frequentie periodieke

    keuring

    Kosten excl.

    BTW

    Stoelliften

    ja

    € 270,00

    1x per 4 jaar

    € 196,00

    Plateauliften

    ja

    € 270,00

    1x per 4 jaar

    € 432,00

    Woonhuisliften

    ja

    € 417,00

    1x per 1,5 jaar

    € 240,00

    Hefplateauliften

    ja

    € 424,00

    1x per 1,5 jaar

    € 243,00

    Balansliften

    *

    1x per 1,5 jaar

    € 70,00

    In de bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Lifteninstituut (50 %) alsmede de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma (eveneens 50 %).

    Onderhoud

    Frequentie

    Kosten excl.

    BTW

    Stoelliften

    1x per jaar

    € 135,00

    Rolstoel-plateauliften

    1x per jaar

    € 135,00

    Sta-plateauliften

    1x per jaar

    € 135,00

    Woonhuisliften

    2x per jaar

    € 196,00

    Hefplateauliften

    2x per jaar

    € 135,00

    Balansliften

    1x per jaar

    € 135,00

    Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:

    • 50% voor installaties geplaatst buiten de woning;

    • 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen;

    • 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging resp. elektrisch wegklapbare raildelen.

Artikel 2.5.

Het maximumbedrag als bedoeld in artikel 2.17 van de verordening is € 908,-.

3. Vervoersvoorzieningen.

Artikel 3.1.

  • 1. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van aanpassing van een eigen auto of de aanschaf van een ander verplaatsingsmiddel, zoals bedoeld in artikel 3.1. onder c. van de verordening is gelijk aan de goedgekeurde kosten van de voorziening.

  • 2. De financiële tegemoetkoming in de kosten van gebruik van een taxi of vervoer door derden bedraagt:

    • a.

      als gebruik gemaakt kan worden van het collectieve vervoer maar op grond van artikel 3.3. van de verordening wordt gekozen voor een forfaitaire bijdrage: € 523,- per jaar;

    • b.

      als geen gebruik gemaakt kan worden van het collectieve vervoer:

      • -

        € 994,- per jaar.

  • 3. De financiële tegemoetkoming in de kosten van gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 1.493,- per jaar.

  • 4. De in de leden 2 t/m 3 van dit artikel bedoelde financiële tegemoetkomingen kunnen op een afwijkend bedrag worden vastgesteld dan de genoemde normbedragen indien de leeftijd van de gehandicapte, of de aard of de ernst van de handicap, of de sociale of gezinsomstandigheden, of de samenloop met andere voorzieningen ingevolge de Wet voorzieningen gehandicapten, of de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet daartoe aanleiding geven.

  • 5.

    • a.

      Voor de gehandicapte die voor 1 januari 2004 al recht had op de tegemoetkoming als bedoeld in het 2e lid onder a. is met ingang van 1 januari 2004 tot 1 juli 2004 een overgangsregeling van toepassing.

      Ingaande 1 januari tot en met 31 maart bedraagt het normbedrag € 178,50 per kwartaal.

      Van 1 april 2004 tot en met 30 juni 2004 bedraagt het normbedrag € 151,75 per kwartaal.

      Ingaande 1 juli 2004 is de afbouw voltooid en bedraagt het normbedrag € 125,00 per kwartaal.

    • b.

      Het bepaalde in lid 4 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op dit lid.

4. Rolstoelen

Artikel 4.1.

De financiële tegemoetkoming in de kosten van een sportrolstoel, zoals bedoeld in artikel 4.2, tweede lid, van de verordening bedraagt € 2.399,- waarin een bedrag van ca. € 512,- wordt geacht te zijn begrepen voor de kosten van onderhoud. Dit bedrag wordt slechts één maal in de drie jaar, na ontvangst van de factuur, betaald.

5. Slotbepalingen

Artikel 5.1.

De bedragen bedoeld in dit besluit kunnen jaarlijks door Burgemeester en Wethouders worden herzien. Voor zover van toepassing wordt daarbij gebruik gemaakt van de CBS indexen, zoals aangegeven door de VNG.

Artikel 5.2.

Dit besluit treedt in werking per 1 maart 2001.

Artikel 5.3.

Dit besluit kan worden aangehaald als: "Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten Leeuwarden".

Toelichting

Algemene toelichting

Dit besluit geeft een regeling voor de financiële aanspraken, die de gehandicapte kan maken met betrekking tot de gevraagde voorziening.

Aan dit besluit ligt het uitgangspunt ten grondslag, dat voorzieningen voor een ieder, ook in financiële zin, bereikbaar moeten zijn en dat de voorzieningen het zelfstandig functioneren van de gehandicapte zoveel mogelijk moeten bevorderen.

Artikelsgewijze toelichting

l. Algemene bepalingen

Art. 1.1 geeft een aantal begripsbepalingen, deze spreken voor zich.

Art. 1.2: Voorzieningen worden niet verstrekt, wanneer de kosten lager zijn dan het genoemde bedrag. Dit is een administratieve drempel.

2. Woonvoorzieningen

Art. 2.3 Het maximale aantal m2 voor het verwerven van grond waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven als bedoeld in art. 2.13 van de verordening. Ingevolge art. 2.13 van de verordening is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m2 wat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek gemaximeerd.

3. Vervoersvoorzieningen

Art. 3.1. lid 2 en 3: De hier genoemde financiële tegemoetkomingen zijn normbedragen.

Lid 4: Op grond van individuele omstandigheden kunnen Burgemeester en Wethouders van de genoemde normbedragen afwijken.

Lid 5: Op grond van een besluit van de gemeenteraad van 10 november 2003 is het forfaitaire bedrag als bedoeld in lid 2 onder a. verlaagd van € 821,- naar € 500,- per jaar, ingaande 1 januari 2004. In lid 5 is een overgangsregeling getroffen voor bestaande gevallen.

4. Rolstoelen

Het hier genoemde bedrag is forfaitair, de werkelijke kosten van een aangeschafte sportrolstoel kunnen dus afwijken. Het indienen van een factuur is dan ook bedoeld om te kunnen beoordelen of het te verstrekken bedrag wordt besteed aan het doel waarvoor het wordt toegekend.


Noot
*

Balansliften worden niet meer nieuw gemaakt, beginkeuringen zullen daarom niet of nauwelijks meer voorkomen. Bestaande balansliften kunnen nog wel gewoon gekeurd en onderhouden worden.