Regeling vervallen per 26-07-2007

Subsidie initiatieven op het gebied van de milieu

Geldend van 24-01-2002 t/m 25-07-2007

Intitulé

Subsidie initiatieven op het gebied van de milieu

(Rb. 17-12-2001, nr. 23754)

Titel 5 Subsidie initiatieven op het gebied van milieu

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In aanvulling op artikel 1 van het Algemeen deel van de Subsidieverordening Leeuwarden wordt voor de toepassing van deze deel-subsidieverordening verstaan onder:

initiatieven op het

gebied van milieu

:

initiatieven van organisaties, instellingen en particulieren die moeten leiden tot activiteiten, die ten goede komen aan het milieu in (de directe omgeving van) de gemeente Leeuwarden, dan wel erop gericht zijn het milieubewustzijn van burgers in de gemeente Leeuwarden te versterken;

direct milieu-effect

:

een effect voor het milieu, dat meteen tot stand komt;

indirect milieu-effect

:

een effect voor het milieu, dat pas in een later stadium optreedt;

uitstralingseffect

:

datgene wat de inwoners van de gemeente Leeuwarden zullen merken van de voorgenomen activiteit en de invloed van de voorgenomen activiteit op het milieugedrag van burgers.

Artikel 2 Reikwijdte van de deel-subsidieverordening

Deze deel-subsidieverordening is van toepassing op initiatieven op het gebied van milieu in de gemeente Leeuwarden die leiden tot activiteiten op het bewuste terrein en welke enig effect hebben op het milieubewustzijn van burgers in de gemeente Leeuwarden.

Artikel 3 Besluit tot subsidieverstrekking/subsidieplafond

  • 1. college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten omtrent het subsidiëren van de aanvragen binnen het jaarlijks beschikbaar gestelde budget voor deze deel-subsidieverordening.

  • 2. Aan de betrokken raadsadviescommissie wordt jaarlijks over het gevoerde beleid gerapporteerd.

Paragraaf 2 Subsidieaanvraag

Artikel 4 Gegevens bij de subsidieaanvraag

Naast de in hoofdstuk 1 (in het Algemeen deel) van de Subsidieverordening Leeuwarden gestelde verplichtingen, dient de aanvraag in elk geval vergezeld te gaan van:

  • a.

    een omschrijving van de voorgenomen activiteit, alsmede het daarmee te bereiken doel;

  • b.

    een deugdelijke financiele onderbouwing;

  • c.

    een beschrijving van het (in)directe milieu-effect, het uitstralingseffect en (indien van toepassing) een beschrijving van de beoogde gedragsverandering; wanneer de voorgenomen activiteit ook negatieve milieu-effecten met zich meebrengt of met zich mee kan brengen, dienen deze effecten eveneens in de aanvraag te worden aangegeven;

  • d.

    een uiteenzetting of de gevraagde subsidie betrekking heeft op de totale financiering van de betreffende activiteit dan wel op een gedeelte ervan.

Artikel 5 Waar en wanneer indienen

  • 1. De aanvraag dient uiterlijk 8 weken voor aanvang van de betreffende activiteit te zijn ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. In bijzondere gevallen kan door het college van burgemeester en wethouders worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4, lid 1. De aanvraag dient echter altijd te zijn ingediend voor de startdatum van de desbetreffende activiteit.

Artikel 6 Afwijzing van de subsidieaanvraag

Afwijzing van een subsidieaanvraag kan in ieder geval plaatsvinden, indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen, dan wel wanneer de positieve milieu-effecten ten gevolge van de voorgenomen activiteit naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet in die mate aanwezig zijn, dat hiervoor een subsidie zou moeten worden verleend.

Paragraaf 3 Subsidieverlening

Artikel 7 Verlening van de subsidie

Het college van burgemeester en wethouders besluit over de verlening van subsidie inzake milieu-initiatieven.

Artikel 8 Wijze van subsidieverlening

De subsidie bedraagt nooit meer dan het werkelijk bestaande tekort en bedraagt maximaal € 2.268,90. Het college van burgemeester en wethouders kan van het in het eerste lid gestelde maximum afwijken.

Paragraaf 4 Subsidievaststelling

Artikel 9 Bevoorschotting

Op verzoek van de aanvrager kan een voorschot op de toegekende subsidie worden verleend tot maximaal 80% van het toegekende bedrag.

Artikel 10 Betaling

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de eindafrekening de definitieve subsidie vast.

  • 2. De aanvrager wordt uiterlijk vier weken na de vaststelling van de subsidie hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

Paragraaf 5 Slotbepaling

Artikel 11 Citeertitel

  • 1. Deze titel kan worden aangehaald als "Deel-subsidieverordening milieu-initiatieven".

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Subsidieverordening initiatieven op het gebied van milieu", zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 april 1993 en sedertdien gewijzigd.