Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2006

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2006

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2005 (kenmerk );

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2006.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Invorderingswet:

de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221);

b.

begraafplaats:

1.

de Noorderbegraafplaats gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, nrs. 1149, 1673, 1676;

2.

de Huizumerbegraafplaats gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nr. 516;

c.

eigen graf:

een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-

het doen begraven en begraven houden van lijken;

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

-

het doen verstrooien van as;

d.

eigen kindergraf:

een graf, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-

het doen begraven en begraven houden van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

-

het doen verstrooien van as van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

e.

eigen urnengraf:

een graf, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

-

het doen verstrooien van as;

f.

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

g.

urn/urnenkeldertje:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

h.

verstrooiingsplaats:

een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

i.

rechthebbende:

degene, die het uitsluitend recht heeft verkregen, zoals omschreven bij eigen graf, kindergraf en eigen urnengraf;

j.

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde beplanting op een graf of urnengraf;

k.

grafkelder:

een uit steenachtige materialen gebouwde grafruimte.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam “begraafrechten” worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag en het opgegraven van een lijk of asbus op verzoek van de Oorlogsgravenstichting.

Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 4.2.2 en 4.3.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in 4.2.1 en 4.3.1 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht voor de rechten bedoeld in 4.2.1 en 4.3.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.

  • 4. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening begraafrechten Leeuwarden 2006”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening begraafrechten Leeuwarden 2005”, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de begraafrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2005.

voorzitter
griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafrechten Leeuwarden 2006

Hoofdstuk 1 Eigen graven voor bepaalde tijd

1.1

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen graf te doen begraven en begraven houden dan wel asbussen of urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 20 daarop volgende jaren:

1.1.1

voor uitgifte op afdeling 1 (klasse) en bestemd voor één of twee begravingen 887,00

1.1.2

voor uitgifte op afdeling 2 en bestemd voor één of twee begravingen 444,00

1.2

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen graf te doen begraven en begraven houden dan wel asbussen of urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 40 daarop volgende jaren:

1.2.1

voor uitgifte op afdeling 1 (klasse) en bestemd voor één of twee begravingen 1.775,00

1.2.2

voor uitgifte op afdeling 2 en bestemd voor één of twee begravingen 887,00

1.3

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen graf te doen begraven en begraven houden van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar dan wel asbussen of urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden waarin de as van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar is geborgen, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 20 daarop volgende jaren:

1.3.1

voor uitgifte op de kinderafdeling en bestemd voor één of twee begravingen 180,00

1.4

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen graf te doen begraven en begraven houden van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar dan wel asbussen of urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, waarin de as van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar is geborgen, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 40 daarop volgende jaren:

1.4.1

voor uitgifte op de kinderafdeling en bestemd voor één of twee begravingen 359,00

1.5

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen urnengraf tot het doen bijzetten van asbussen dan wel urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 20 daarop volgende jaren:

1.5.1

voor uitgifte op het urnenhof en bestemd voor één of meerdere bijzettingen 444,00

1.6

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van het uitsluitend recht in een eigen urnengraf tot het doen bijzetten van asbussen dan wel urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, ingaande op de datum van uitgifte en geldig gedurende 40 daarop volgende jaren:

1.6.1

voor uitgifte op het urnenhof en bestemd voor één of meerdere bijzettingen

887,00

1.7

Het recht bedraagt voor het verlengen van het uitsluitend recht in een eigen graf, urnengraf of kindergraf te doen begraven en begraven houden dan wel het doen bijzetten van asbussen of urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden, ingaande op de datum dat de verlenging ingaat en geldig gedurende 10 daarop volgende jaren: voor verlenging op afdeling 1 (klasse)

444,00

1.7.2

voor verlenging op afdeling 2

221,00

1.7.3

voor verlenging op het urnenhof

221,00

1.7.4

voor verlenging op de kinderafdeling

90,00

Hoofdstuk 2 Begraven overledene, bijzetten en verstrooien as

Begraven

2.1

Het tarief bedraagt voor:

2.1.1

het begraven van een overledene in een graf uitgegeven in het kalenderjaar

493,00

2.1.2

het begraven van een overledene in een graf uitgegeven voor het kalenderjaar

493,00

Bijzondere bepalingen

2.1.3

indien tegelijkertijd meer dan één overledene in een eigen graf wordt begraven: de helft van de rechten vermeld onder 2.1.1 en 2.1.2

Begraven van kinderen

2.2.1

het begraven van een kind beneden de leeftijd van één jaar of van een doodgeboren kind : 103,00

2.2.2

het begraven van een kind in de leeftijd van 1 tot 12 jaar

205,00

Bijzondere bepalingen

2.2.3

indien tegelijkertijd meer dan één kind in een eigen graf wordt begraven:

de helft van de rechten vermeld onder 2.2.1 en 2.2.2

Bijzetten asbussen

2.3

Het recht bedraagt voor:

2.3.1

het bijzetten van een asbus in een graf of urnengraf uitgegeven in het kalenderjaar

169,00

2.3.2

het bijzetten van een asbus in een graf of urnengraf uitgegeven voor het kalenderjaar

169,00

Bijzondere bepalingen

2.3.3

indien tegelijkertijd meer dan één asbus, in een graf of urnengraf wordt bijgezet: de helft van de rechten vermeld onder 2.3.1 en 2.3.2

Urnenkelder

2.4

Het recht bedraagt voor:

2.4.1

het bijzetten van een asbus in een door de gemeente beschikbaar gestelde en geplaatste kelder

154,00

Verstrooien as

2.5

Het recht bedraagt voor:

2.5.1

het verstrooien van as uit de asbus in een graf of urnengraf

154,00

2.5.2

het verstrooien van as op het daarvoor aangewezen strooiveld op de Noorderbegraafplaats

154,00

Bijzondere bepalingen

2.5.3

indien tegelijkertijd meer dan één asbus wordt uitgestrooid, in een eigen graf of urnengraf of op het strooiveld: de helft van de rechten vermeld onder 2.5.1 en 2.5.2.

Hoofdstuk 3 Opgraven en ruimen graf

Opgraven

3.1

Het recht bedraagt voor:

3.1.1

het op verzoek opgraven van één lijk binnen de wettelijk voorgeschreven grafrust- termijn

539,00

3.1.2

het op verzoek opgraven van één stoffe- lijk overschot, na het verstrijken van de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn

539,00

3.1.3

voor het na opgraven opnieuw begraven van een lijk in een ander graf op dezelfde begraaf- plaats wordt daarboven geheven een recht naar het van toepassing zijnde tarief onder 2.1.1 of 2.1.2

Ruimen/schudden

3.2

Het recht bedraagt voor:

3.2.1

het op verzoek ruimen en verwijderen van een stoffelijk overschot uit een graf, uitgegeven voor bepaalde of onbepaalde tijd, na het verstrijken van de wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn, danwel na deze termijn verzamelen van stoffelijke resten in een graf, waardoor grafruimte vrij- komt, per graf of per grafdeel vrijgekomen graf

539,00

3.2.2

het op verzoek ruimen en verwijderen van een asbus uit een graf of urnengraf

154,00

Hoofdstuk 4 Onderhoud eigen graven

Noorderbegraafplaats

4.1

Het recht bedraagt voor de bijdrage in de kosten van algemeen onderhoud van paden, plantsoenen en watervoorziening, de bereik- baarheid van de eigen graven en de begraaf- plaats in het algemeen, op de Noorder- begraafplaats:

4.1.1

bij verlenging van het uitsluitend recht voor de termijn van 10 jaar, ingaande op de dag van aanvang van de verlenging

339,00

4.1.2

bij de uitgifte van het uitsluitend recht voor de termijn van 20 jaar ingaande op de dag van uitgifte

677,00

4.1.3

idem voor de termijn van 40 jaar

1.016,00

Overgangsregeling

4.2

Het recht bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.3

bedraagt voor:

4.2.1

een graf uitgegeven vóór 1989 of nadien

verlengd, per kalenderjaar

43,00

4.2.2

Het recht bedoeld in 4.2.1 kan worden afgekocht op 1 januari van elk kalenderjaar. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op dat tijdstip nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een percentage van 6% per jaar.

Huizumerbegraafplaats

4.3

Het recht bedraagt voor de bijdrage in de kosten van algemeen onderhoud van paden, plantsoenen en watervoorziening, de bereik- baarheid van de eigen graven en de begraafplaats in het algemeen, op de Huizumerbegraafplaats: bij verlenging van het uitsluitend recht voor

4.3.1

de termijn van 10 jaar, ingaande op de dag 339,00 van aanvang van de verlenging bij de uitgifte van het uitsluitend recht

4.3.2

voor de termijn van 20 jaar ingaande op de 677,00 dag van uitgifte

4.3.3

idem voor de termijn van 40 jaar

1.016,00

Overgangsregeling

4.4

Het recht bedoeld in 4.3.1 tot en met 4.3.3 bedraagt voor:

4.4.1

een graf uitgegeven vóór 1969 of nadien verlengd, per kalenderjaar

33,00

4.4.2

Het recht bedoeld in 4.4.1 kan worden afgekocht op 1 januari van elk kalenderjaar. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op dat tijdstip nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een percentage van 6% per jaar.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud grafbedekking

5.1

Het recht bedraagt voor het door of vanwege de gemeente onderhouden (waaronder niet begrepen het herstellen of vernieuwen) van grafbedekking met uitzondering van beplanting geplaatst op een graf, kindergraf of urnengraf:

5.1.1

per 10 jaar

169,00

5.1.2

per 20 jaar 338,00

5.1.3

per 40 jaar

503,00

5.2

Het recht bedraagt voor het afnemen en herplaatsen van voorwerpen, gedenktekens en beplantingen op of bij de graven: 5.2.1

per uur 49,00

met een maximum van 3 uren

5.3

Het recht bedraagt voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen van grafbedekking op eigen graven, kindergraven of urnengraven:

5.3.1

per vergunning

49,00

Hoofdstuk 6 Overboeken/administratiekosten van het uitsluitend recht.

6.1

Het recht bedraagt voor het op verzoek van de rechthebbende of, indien deze is overleden, van de erfgenamen, mits dit verzoek is gedaan binnen één jaar na het overlijden, overboeken van het uitsluitend recht op een eigen graf, urnengraf of kindergraf, op naam van de echtgenoot, levenspartner, of de door de verzoeker(s) aangewezen bloed- of aanverwant van de rechthebbende tot en met de derde graad

6.1.1

per handeling

49,00

Hoofdstuk 7 Diverse rechten

Grafkelder

7.1

Het recht bedraagt voor:

7.1.1

het afgeven van een vergunning tot het plaatsen van een grafkelder in een graf waarvoor een uitsluitend recht is verleend

246,00

Aula Noorderbegraafplaats

7.2

Het recht bedraagt voor:

7.2.1.

het gebruik van de aula, anders dan een half uur voor de begrafenisplechtigheid per half uur

25,00

Geluidsinstallatie Noorderbegraafplaats

7.3

Het recht bedraagt voor:

7.3.1

het gebruik van de mobiele geluidsinstallatie bij een begrafenis

49,00

Behorende bij het raadsbesluit van 19 december 2005.

De griffier van Leeuwarden,