Regeling vervallen per 01-01-2008

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2007

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2007

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2007

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2006 (kenmerk );

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van

begraafrechten 2007.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Invorderingswet:

de Invorderingswet 1990

(Stbl. 221);

b.

begraafplaats:

1.

de Noorderbegraafplaats gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie D, nrs. 1149, 1673, 1676;

2.

de Huizumerbegraafplaats gelegen op het terrein kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie G, nr. 516;

c.

eigen graf:

een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

het doen begraven en begraven houden van lijken;

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

-

het doen verstrooien van as;

d.

eigen kindergraf:

een graf, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-

het doen begraven en begraven houden van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

-

het doen verstrooien van as van kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar;

e.

eigen urnengraf:

een graf, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

-

het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

-

het doen verstrooien van as;

f.

asbus:

een bus ter berging van as van een overledene;

g.

urn/urnenkeldertje:

een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

h.

verstrooiingsplaats:

een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

i.

rechthebbende:

degene, die het uitsluitend recht heeft verkregen, zoals omschreven bij eigen graf, kindergraf en eigen urnengraf;

j.

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde beplanting op een graf of urnengraf;

k.

grafkelder:

een uit steenachtige materialen gebouwde grafruimte.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam “begraafrechten” worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag en het opgegraven van een lijk of asbus op verzoek van de Oorlogsgravenstichting.

Artikel 5 Grondslag en maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 4.2.2 en 4.3.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld enheffing naar tijdsgelang voor dejaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in 4.2.1 en 4.3.1 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht voor de rechten bedoeld in 4.2.1 en 4.3.1 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.

  • 4. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college vanburgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening begraafrechten Leeuwarden 2007”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening begraafrechten Leeuwarden 2006”, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2005, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de begraafrechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2006.

voorzitter
griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening begraafrechten Leeuwarden 2007

Hoofdstuk 1 Eigen graven voor bepaalde tijd

1.1

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen graf

te doen begraven en begraven houden dan

wel asbussen of urnen daarin te

plaatsen en geplaatst te houden, ingaande

op de datum van uitgifte en geldig gedurende

20 daarop volgende jaren:

1.1.1

voor uitgifte op afdeling 1 (klasse) en

bestemd voor één of twee begravingen

900,00

1.1.2

voor uitgifte op afdeling 2 en bestemd voor

één of twee begravingen

450,00

1.2

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen graf te

doen begraven en begraven houden dan wel

asbussen of urnen daarin te plaatsen en

geplaatst te houden, ingaande op de datum

van uitgifte en geldig gedurende 40 daarop

volgende jaren:

1.2.1

voor uitgifte op afdeling 1 (klasse) en

bestemd voor één of twee begravingen

1.800,00

1.2.2

voor uitgifte op afdeling 2 en bestemd voor

één of twee begravingen

900,00

1.3

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen graf te

doen begraven en begraven houden van

een kind beneden de leeftijd van 12 jaar

dan wel asbussen of urnen daarin te

plaatsen en geplaatst te houden waarin de

as van een kind beneden de leeftijd van 12

jaar is geborgen, ingaande op de datum van

uitgifte en geldig gedurende 20 daarop

volgende jaren:

1.3.1

voor uitgifte op de kinderafdeling en bestemd

voor één of twee begravingen

182,00

1.4

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen graf te

doen begraven en begraven houden van

een kind beneden de leeftijd van 12 jaar

dan wel asbussen of urnen daarin te

plaatsen en geplaatst te houden, waarin de

as van een kind beneden de leeftijd van 12

jaar is geborgen, ingaande op de datum van

uitgifte en geldig gedurende 40 daarop

volgende jaren:

1.4.1

voor uitgifte op de kinderafdeling en bestemd

voor één of twee begravingen

364,00

1.5

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen urnengraf

tot het doen bijzetten van asbussen dan wel

urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden,

ingaande op de datum van uitgifte en geldig

gedurende 20 daarop volgende jaren:

1.5.1

voor uitgifte op het urnenhof en bestemd voor

één of meerdere bijzettingen

450,00

1.6

Het recht bedraagt voor het verkrijgen van

het uitsluitend recht in een eigen urnengraf

tot het doen bijzetten van asbussen dan wel

urnen daarin te plaatsen en geplaatst te houden,

ingaande op de datum van uitgifte en geldig

gedurende 40 daarop volgende jaren:

1.6.1

voor uitgifte op het urnenhof en bestemd voor

één of meerdere bijzettingen

900,00

1.7

Het recht bedraagt voor het verlengen van

het uitsluitend recht in een eigen graf,

urnengraf of kindergraf te doen begraven en

begraven houden dan wel het doen bijzetten

van asbussen of urnen daarin te plaatsen en

geplaatst te houden, ingaande op de datum dat

de verlenging ingaat en geldig gedurende 10

daarop volgende jaren:

1.7.1

voor verlenging op afdeling 1 (klasse)

450,00

1.7.2

voor verlenging op afdeling 2

225,00

1.7.3

voor verlenging op het urnenhof

225,00

1.7.4

voor verlenging op de kinderafdeling

91,00

Hoofdstuk 2 Begraven overledene, bijzetten en verstrooien as

Begraven

2.1

Het tarief bedraagt voor:

2.1.1

het begraven van een overledene in een graf

uitgegeven in het kalenderjaar op:

2.1.1.1

maandag tot en met vrijdag

500,00

2.1.1.2

zaterdag

750,00

2.1.2

het begraven van een overledene in een graf

uitgegeven voor het kalenderjaar op:

2.1.2.1

maandag tot en met vrijdag

500,00

2.1.2.2

zaterdag

750,00

Bijzondere bepalingen

2.1.3

indien tegelijkertijd meer dan één overledene

in een eigen graf wordt begraven:

de helft van de rechten vermeld onder

2.1.1 en 2.1.2

Begraven van kinderen

2.2.1

het begraven van een kind beneden de leeftijd

van één jaar of van een doodgeboren kind op:

2.2.1.1

maandag tot en met vrijdag

104,00

2.2.1.2

zaterdag

156,00

2.2.2

het begraven van een kind in de leeftijd

van 1 tot 12 jaar op:

2.2.2.1

maandag tot en met vrijdag

208,00

2.2.2.2

zaterdag

312,00

Bijzondere bepalingen

2.2.3

indien tegelijkertijd meer dan één kind in een

eigen graf wordt begraven:

de helft van de rechten vermeld onder 2.2.1 en 2.2.2

Bijzetten asbussen

2.3

Het recht bedraagt voor:

2.3.1

het bijzetten van een asbus in een graf of

urnengraf uitgegeven in het kalenderjaar op:

2.3.1.1

maandag tot en met vrijdag

171,00

2.3.1.2

zaterdag

256,50

2.3.2

het bijzetten van een asbus in een graf of

urnengraf uitgegeven voor het kalenderjaar op:

2.3.2.1

maandag tot en met vrijdag

171,00

2.3.2.2

zaterdag

256,50

Bijzondere bepalingen

2.3.3

indien tegelijkertijd meer dan één asbus,

in een graf of urnengraf wordt bijgezet:

de helft van de rechten vermeld onder

2.3.1 en 2.3.2

Urnenkelder

2.4

Het recht bedraagt voor:

2.4.1

het bijzetten van een asbus in

een door de gemeente beschikbaar gestelde

en geplaatste kelder op:

2.4.1.1

maandag tot en met vrijdag

156,00

2.4.1.2

zaterdag

234,00

Verstrooien as

2.5

Het recht bedraagt voor:

2.5.1

het verstrooien van as uit de asbus in een

graf of urnengraf op:

2.5.1.1

maandag tot en met vrijdag

156,00

2.5.1.2

zaterdag

234,00

2.5.2

het verstrooien van as op het daarvoor aange-

wezen strooiveld op de Noorderbegraafplaats op:

2.5.2.1

maandag tot en met vrijdag

156,00

2.5.2.2

zaterdag

234,00

2.5.3

Het recht bedraagt voor het houden van een

(metalen) gedenkplaatje op de gedenkmuur

van het strooiveld op de Noorderbegraafplaats

ingaande op de datum van uitgifte en geldig

gedurende 20 daarop volgende jaren

150,00

Bijzondere bepalingen

2.5.3

indien tegelijkertijd meer dan één asbus wordt

uitgestrooid, in een eigen graf of urnengraf

of op het strooiveld:

de helft van de rechten vermeld onder

2.5.1 en 2.5.2.

Hoofdstuk 3 Opgraven en ruimen graf

Opgraven

3.1

Het recht bedraagt voor:

3.1.1

het op verzoek opgraven van één lijk

binnen de wettelijk voorgeschreven grafrust-

termijn

547,00

3.1.2

het op verzoek opgraven van één stoffe-

lijk overschot, na het verstrijken van de

wettelijk voorgeschreven grafrusttermijn

547,00

3.1.3

voor het na opgraven opnieuw begraven van een

lijk in een ander graf op dezelfde begraaf-

plaats wordt daarboven geheven een recht naar

het van toepassing zijnde tarief onder 2.1.1

of 2.1.2

Ruimen/schudden

3.2

Het recht bedraagt voor:

3.2.1

het op verzoek ruimen en verwijderen van

een stoffelijk overschot uit een graf,

uitgegeven voor bepaalde of onbepaalde

tijd, na het verstrijken van de wettelijk

voorgeschreven grafrusttermijn, danwel na

deze termijn verzamelen van stoffelijke

resten in een graf, waardoor grafruimte vrij-

komt, per graf of per grafdeel vrijgekomen

graf

547,00

3.2.2

het op verzoek ruimen en verwijderen van

een asbus uit een graf of urnengraf

156,00

Hoofdstuk 4 Onderhoud eigen graven

Noorderbegraafplaats

4.1

Het recht bedraagt voor de bijdrage in de

kosten van algemeen onderhoud van paden,

plantsoenen en watervoorziening, de bereik-

baarheid van de eigen graven en de begraaf-

plaats in het algemeen, op de Noorder-

begraafplaats:

4.1.1

bij verlenging van het uitsluitend recht voor

de termijn van 10 jaar, ingaande op de dag

van aanvang van de verlenging

343,00

4.1.2

bij de uitgifte van het uitsluitend recht

voor de termijn van 20 jaar ingaande op de

dag van uitgifte

686,00

4.1.3

idem voor de termijn van 40 jaar

1.030,00

Overgangsregeling

4.2

Het recht bedoeld in 4.1.1 tot en met 4.1.3

bedraagt voor:

4.2.1

een graf uitgegeven vóór 1989 of nadien

verlengd, per kalenderjaar

44,00

4.2.2

Het recht bedoeld in 4.2.1 kan worden

afgekocht op 1 januari van elk kalenderjaar.

De afkoopsom bedraagt de contante waarde van

de op dat tijdstip nog te verschijnen

belastingbedragen berekend naar een

percentage van 6% per jaar.

Huizumerbegraafplaats

4.3

Het recht bedraagt voor de bijdrage in de

kosten van algemeen onderhoud van paden,

plantsoenen en watervoorziening, de bereik-

baarheid van de eigen graven en de begraafplaats

in het algemeen, op de Huizumerbegraafplaats:

bij verlenging van het uitsluitend recht voor

4.3.1

de termijn van 10 jaar, ingaande op de dag

343,00

van aanvang van de verlenging

bij de uitgifte van het uitsluitend recht

4.3.2

voor de termijn van 20 jaar ingaande op de

686,00

dag van uitgifte

4.3.3

idem voor de termijn van 40 jaar

1.030,00

Overgangsregeling

4.4

Het recht bedoeld in 4.3.1 tot en met 4.3.3

bedraagt voor:

4.4.1

een graf uitgegeven vóór 1969 of nadien

verlengd, per kalenderjaar

34,00

4.4.2

Het recht bedoeld in 4.4.1 kan worden

afgekocht op 1 januari van elk kalenderjaar.

De afkoopsom bedraagt de contante waarde van

de op dat tijdstip nog te verschijnen

belastingbedragen berekend naar een

percentage van 6% per jaar.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud grafbedekking

5.1

Het recht bedraagt voor het door of vanwege

de gemeente onderhouden (waaronder niet

begrepen het herstellen of vernieuwen) van

grafbedekking met uitzondering van beplanting

geplaatst op een graf, kindergraf of

urnengraf:

5.1.1

per 10 jaar

170,00

5.1.2

per 20 jaar

340,00

5.1.3

per 40 jaar

510,00

5.2

Het recht bedraagt voor het afnemen en

herplaatsen van voorwerpen, gedenktekens

en beplantingen op of bij de graven:

5.2.1

per uur

50,00

met een maximum van 3 uren

5.3

Het recht bedraagt voor het afgeven van een

vergunning voor het plaatsen van grafbedekking

op eigen graven, kindergraven of urnengraven:

5.3.1

per vergunning

50,00

Hoofdstuk 6 Overboeken/administratiekosten van het uitsluitend recht.

6.1

Het recht bedraagt voor het op verzoek van

de rechthebbende of, indien deze is overleden,

van de erfgenamen, mits dit verzoek is gedaan

binnen één jaar na het overlijden, overboeken

van het uitsluitend recht op een eigen graf,

urnengraf of kindergraf, op naam van de

echtgenoot, levenspartner, of de door de

verzoeker(s) aangewezen bloed- of aanverwant

van de rechthebbende tot en met de derde graad

6.1.1

per handeling

50,00

Hoofdstuk 7 Diverse rechten

Grafkelder

7.1

Het recht bedraagt voor:

7.1.1

het afgeven van een vergunning tot het

plaatsen van een grafkelder in een graf

waarvoor een uitsluitend recht is verleend

250,00

Aula Noorderbegraafplaats

7.2

Het recht bedraagt voor:

7.2.1.

het gebruik van de aula, anders dan

een half uur voor de begrafenisplechtigheid

per half uur

25,00

Geluidsinstallatie Noorderbegraafplaats

7.3

Het recht bedraagt voor:

7.3.1

het gebruik van de mobiele geluidsinstallatie

bij een begrafenis

50,00

Behorende bij het raadsbesluit van 18 december 2006.

De griffier van Leeuwarden,