Regeling vervallen per 30-12-2009

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2009

Geldend van 24-12-2008 t/m 29-12-2009

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. vaartuig:

een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of zaken of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerp;

b. meetbrief:

een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de tonnenmaat en het laadvermogen van een vaartuig;

c. binnenschip:

een vaartuig - niet zijnde een pleziervaartuig - dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

d. vrachtschip:

een vaartuig dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van zaken;

e. passagiersschip:

een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatige vervoer van personen;

f. drijvend werktuig:

een vaartuig in gebruik als drijvende bok, kraan, baggermolen of zandzuiger;

g. sleepboot:

een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

h. pleziervaartuig:

een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor recreatie;

i. woonschip:

een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning;

j. laadvermogen:

het in tonnen uitgedrukte verschil tussen zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

k. ton:

een massa van 1.000 kilogram;

l. m2 oppervlakte:

het product van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig;

m. gebruik van de haven:

het in artikel 2 bedoelde gebruik van de aldaar bedoelde voor de openbare dienst bestemde wateren of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen of voorzieningen;

n. havenmeester:

de havenmeester van de gemeente Leeuwarden of diens plaatsvervanger;

o. dag:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

p. 7, 14, 21 dagen:

een aaneengesloten tijdvak van resp. 7, 14 en 21 dagen;

q. een maand:

het tijdvak dat loopt van de (n)e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

r. kwartaal:

een aaneengesloten periode van drie maanden;

s. halfjaar:

een aaneengesloten periode van zes maanden;

t. jaar:

een aaneengesloten periode van 12 maanden;

u. Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2000:

op grond van artikel 5.3.3.2, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden zijn door het college van burgemeester en wethouders ligplaatsen aangewezen waar met name genoemde categorieën vaartuigen ligplaatsen mogen innemen of mogen aanleggen;

v. klasse 1:

gemeentelijke ligplaats met sanitaire voorzieningen (inclusief douches), watertappunten en afvalcontainers gelegen nabij de binnenstad. Deze ligplaatsen bevinden zich tussen de Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug en de Noorderbrug;

w. klasse 2:

gemeentelijke ligplaats met sanitaire voorzieningen (exclusief douches), afvalcontainers en een watertappunt, niet gelegen nabij de binnenstad. Deze ligplaatsen bevinden zich aan de oever van de Froskepôlle grenzend aan het Woudmansdiep;

x. klasse 3:

gemeentelijke ligplaats zonder sanitaire voorzieningen en afvalcontainers. Alle overige locaties die genoemd worden in artikel 4, de onderdelen a, b, c en e van het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2003.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

Onder de naam “havengelden” wordt een recht geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming met vaartuigen van voor de openbare dienst bestemde in de gemeente gelegen openbare vaarwaters, kaden en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer en/of onderhoud of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in het beheer en/of onderhoud zijn bij de gemeente dan wel het gebruik van de door of vanwege de gemeente aangebrachte voorzieningen, op de locaties als genoemd in het Aanwijzingsbesluit ligplaatsen, kaden en wallen 2008.

Artikel 3 Belastingplicht

De havengelden worden geheven van de eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker van een vaartuig, of degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing

  • 1. De havengelden worden geheven naar:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt per ton;

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt per 100 vierkante meter;

    • c.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in het tweede lid.

  • 2. Voor de toepassing van de tarieven:

    • a.

      geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • b.

      wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de grootste lengte en van de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • c.

      wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de grootste lengte, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • d.

      wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b en c bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de grootste lengte ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen a, b en c bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze gegevens niet worden vermeld;

    • e.

      wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

    • f.

      wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij het in artikel 2 bedoelde gebruik voor een langere termijn is aangevraagd.

Artikel 6 Vrijstellingen

  • 1. Het havengeld wordt niet geheven voor:

    • a.

      vrachtschepen - niet zijnde in gebruik als pleziervaartuigen - op doorvaart die aanleggen, mits niet langer dan 24 uur, zon- en feestdagen niet meegerekend en mits zij niet laden of lossen;

    • b.

      vaartuigen, die aan of op een van de scheepswerven in aanbouw zijn of worden hersteld, mits vooraf van het voornemen tot de herstelling alsmede van de afloop van de werkzaamheden schriftelijk aan de havenmeester kennis is gegeven;

    • c.

      vaartuigen, rechtstreeks in gebruik door diensten van rijk, provincie, waterschap en gemeente;

    • d.

      baggermachines en vaartuigen, die gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie, gedurende de tijd dat zij binnen de gemeente in gebruik zijn;

    • e.

      bijboten, behorende bij vaartuigen met een lengte van ten hoogste 5 meter en een breedte van 2,5 meter;

    • f.

      Rode Kruis- en Hospitaalschepen.

  • 2. Tijdens bepaalde, door het college van burgemeester en wethouders nader aan te wijzen evenementen, kan afgezien worden van de heffing van havengelden.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De havengelden worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, kwitantie, nota of andere schriftuur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden de havengelden, die volgens de tarieventabel worden geheven naar het tarief dat geldt voor een abonnement, geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De havengelden zijn verschuldigd zodra het gebruik van het openbare vaarwater met een vaartuig is aangevangen.

Artikel 10 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de havengelden worden betaald:

    • a.

      op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel

    • b.

      op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving, dan wel

    • c.

      op de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, overeenkomstig de aangifte, ingeval een abonnement is genomen;

    • d.

      binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2. Bij voortgezet gebruik van de haven, na afloop van de termijn waarover havengeld is verschuldigd, moet opnieuw aangifte worden gedaan op de eerste werkdag van de volgende termijn.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef, onderdeel b, en het tweede lid, kan worden betaald binnen dertig dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik of het genot wordt voortgezet, mits voldoende zekerheid tot betaling van het havengeld is gegeven.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Ontheffing en overschrijding

  • 1. Ontheffing van havengelden wordt verleend voor vaartuigen waarvan het verblijf wordt voortgezet als gevolg van het gestremd zijn van de scheepvaart ten gevolge van ijsgang of een andere reden van overmacht, mits in dat geval het vaartuig niet wordt geladen of gelost.

  • 2. Van de havengelden die worden geheven naar het tarief van een abonnement wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het verstrijken van het tijdvak, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschuldigde bedrag als er in dat tijdvak na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, worden de reeds betaalde havengelden over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn voor het vaartuig dat is vervangen, verrekend met de verschuldigde havengelden over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande, dat indien de laatst genoemde havengelden lager zijn dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

  • 4. Het na de, in het vorige lid bedoelde, verrekening verschuldigde bedrag moet binnen veertien dagen na de vervanging worden betaald.

  • 5. Geen ontheffing wordt verleend, ingeval op aanvraag van de belastingplichtige of op aanwijzing van de havenmeester een andere ligplaats wordt toegewezen voor hetzelfde vaartuig.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening havengelden Leeuwarden 2009”.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening havengelden Leeuwarden 2008” vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

    Met inachtneming van het aangenomen amendement.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2008.

voorzitter
griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening havengelden Leeuwarden 2009

tarieven in euro's (inclusief omzetbelasting)

SOORT VAARTUIGEN

HEFFINGSMAAT-STAF

MINIMUM

PER

RECHT

Per tijdvak

termijnen per abonnement per:

van:

minimaal

7 dagen

14 dagen

21 dagen

1 maand

1 kwartaal

halfjaar

1 jaar

3 dagen

A. Beroepsvaart

Vrachtschip

laadver-

11,85

100 ton

11,85

15,13

17,94

21,63

25,95

68,12

126,46

252,92

Sleepboot

mogen

Drijvend werktuig

*Passagierschip

oppervlakte

11,85

100 m2

11,85

15,13

17,94

21,63

25,95

68,12

126,46

252,92

Tarieven in euro's (inclusief omzetbelasting)

SOORT

HEFFINGSMAATSTAF

per tijdvak van

Termijnen per abonnement

VAARTUIG

PER

1 dag

4 dagen

7 dagen

1 maand

1 maand

kwartaal

kwartaal

zomerseizoen

winterseizoen

vol jaar

Periode

1/4-1/11

1/4-1/11

1/4-1/11

1/4-1/11

1/11-1/4

1/4-1/11

1/11-1/4

1/4-1/11

1/11-1/4

B. Pleziervaartuigen

Klasse 1 :

Pleziervaartuigen

Lengteklasse :

minder dan 7 m

vaartuig

3,90

11,70

7 tot 9 m

vaartuig

5,60

16,80

9 tot 12 m

vaartuig

7,40

22,20

12 tot 15 m

vaartuig

9,50

28,50

15 tot 20 m

vaartuig

12,30

36,90

20 tot 25 m

vaartuig

15,90

47,70

25 m en meer

vaartuig

19,40

58,20

Klasse 2 :

Pleziervaartuigen

Lengteklasse :

minder dan 7 m

vaartuig

3,10

15,50

7 tot 9 m

vaartuig

4,50

22,50

9 tot 12 m

vaartuig

5,90

29,50

12 tot 15 m

vaartuig

7,60

38,00

15 tot 20 m

vaartuig

9,90

49,50

20 tot 25 m

vaartuig

12,70

63,50

25 m en meer

vaartuig

15,50

77,50

Klasse 3 :

Pleziervaartuigen

Lengteklasse :

minder dan 7 m

vaartuig

2,70

13,50

33,75

16,90

84,40

42,20

157,60

56,25

192,45

7 tot 9 m

vaartuig

3,90

19,50

48,75

24,40

121,90

60,95

227,65

81,25

278,00

9 tot 12 m

vaartuig

5,20

26,00

65,00

32,50

162,50

81,25

303,55

108,25

370,60

12 tot 15 m

vaartuig

6,70

33,50

83,75

41,90

209,40

104,70

391,10

139,55

477,60

15 tot 20 m

vaartuig

8,60

43,00

107,50

53,75

268,75

134,40

502,00

179,00

612,90

20 tot 25 m

vaartuig

11,10

55,50

138,75

69,40

346,90

173,45

647,95

231,10

791,15

25 m en meer

vaartuig

13,60

68,00

170,00

85,00

425,00

212,50

793,90

283,05

969,25

Klasse 1, 2 en 3:

Kano / roeiboot

vast tarief

vaartuig

1,60

4,80

8,00

20,00

10,00

50,00

25,00

93,40

33,30

114,00

SOORT VAARTUIG

HEFFINGSMAATSTAF

PER

Per tijdvak van:

Bij abonnement voor een tijdvak van:

1 dag

7 dagen

1 maand

1 kwartaal

halfjaar

1 jaar

C. Woonschepen

1. Woonschip

tot een lengte van 15 m,

woonschip

25,46

76,38

152,76

305,52

lengte 15 m en meer,

tarief 15 m te vermeer-

deren voor iedere m

boven 15 m met

woonschip

1,70

5,10

10,20

20,40

2. Woonschip, gelegen

gedurende het tijdvak

aan de zuidoever

1 april - 1 november:

woonschip

6,29

32,53

van het vaarwater

Woudmansdiep

tussen de brug naar

de Froskepolle en

de Wijde Greuns

3. Woonschip

voor het gebruik van

een door of vanwege

de gemeente beschik-

baar gesteld aansluit-

punt voor de levering

van:

1. water

aansluiting

8,17

24,51

49,02

98,04

2. elektriciteit

aansluiting

11,80

35,40

70,80

141,60

3. water en elektriciteit

aansluiting

19,97

59,91

119,82

239,64

D. Voorzieningen

2009

Locatie

Heffingsmaatstaf

Eenheid

1.0

Prinsentuin

1.1

aansluiting 220V

per dag

1,50

1.2

water

per 100 liter

0,50

1.3

douche

per 3 minuten

0,50

1.4

wasmachine

per keer

4,00

1.5

wasdroger

per keer

3,00

1.6

babyroom

per keer

0,50

1.7

toilet

per keer

0,50

1.8

invalidentoilet met douche

per keer

0,50

2.0

Westerkade

2.1

aansluiting 220V

per kWh

0,50

2.2

aansluiting 380V

per kWh

0,50

2.3

water

per 100 liter

0,50

2.4

toilet

per keer

0,50

2.5

douche

per 3 minuten

0,50

3.0

Voetpont

Prinsentuin

waterrecreanten op vertoon

3.1

van betaalbewijs havengeld

per keer

0,00

3.2

kinderen 0 t/m 3 jaar

per keer

0,00

3.3

kinderen 4 t/m 12 jaar

per keer

0,30

3.4

personen vanaf 13 jaar

per keer

0,60

het tarief genoemd in 3.3 en 3.4

wordt, indien de overtocht geschiedt

3.5

met een fiets, verhoogd met

per keer

0,30

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2008.

De griffier van Leeuwarden,


Noot
*

Met uitzondering van gebied genoemd in klasse 1 waar het tarief geldt voor pleziervaartuigen