Regeling vervallen per 29-05-2008

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 28-05-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2008

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur; parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

      • 3.

        De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

      • 4.

        De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van de heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel en de bijlagen met de zones 1 tot en met 8.

Artikel 4a Berekening van belasting

Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht (op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend).

  • 3. Indien de belasting voor een vergunning bedoeld in artikel 2, onderdeel b, volgens artikel 8 van de "Parkeerverordening Leeuwarden 2008" wordt ingetrokken of gewijzigd, wordt de belasting verminderd met zoveel volle dagen, als er na het tijdstip van intrekking/wijziging volle dagen resteren in het belastingjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met in achtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet worden betaald:

    • a.

      op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel

    • b.

      binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet binnen dertig dagen worden betaald.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 8 Kosten

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 49,00.

  • 2. Indien het tarief in artikel 3, eerste lid, van het Besluit parkeerbelastingen wijzigt, wijzigt het tarief genoemd in het eerste lid in hetzelfde bedrag.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2008”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De "verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2005", vastgesteld bij raadsbesluit van 13 oktober 2004, laatstelijk gewijzigd 18 december 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2007

voorzitter
griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen Leeuwarden 2008

ALGEMEEN

Parkeren bij parkeerapparatuur

1.

Het tarief terzake van het parkeren bij zonekaart 1

parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt

1.1.1

tariefzone A, op een niet-gehandicaptenparkeerplaats,

per uur

2,40

1.1.2

tariefzone A, op een gehandicaptenparkeerplaats, per uur

1,20

1.2

zone B, per uur

1,20

1.3

zone C, per uur

0,70

1.4

zone D, per uur

0,30

1.5

Zone D, per dag

2,40

1.6

terrein WTC Expo, per dag

2,50

VERGUNNING BEDRIJVEN

Eén zone

2.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,

van zonekaart 2 in de zones 1, 2, 3, 4 of 5, voor parkeren binnen de vakken op vergunninghoudersplaatsen óf parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt

per kalenderjaar

352,00

3.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,

van zonekaart 2 in de zones 6, 7 of 8, voor parkeren binnen de vakken op vergunninghoudersplaatsen óf parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt

per kalenderjaar

176,00

4.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, geldig voor parkeren binnen de vakken in één parkeerschijfzone, bedraagt

per 5 kraskaarten

2,00

per kalenderjaar

13,75

Meerdere zones

5.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van zonekaart 2 in de zones 1,2,3,4 en 5, voor parkeren binnen de vakken parkeerapparatuurplaatsen, bedraagt

5.1

per kalenderjaar

500,00

5.2

vanaf de derde vergunning, per kalenderjaar

1000,00

6.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, geldig voor parkeren binnen de vakken op parkeerapparatuurplaatsen in de zones 1 tot en met 8 en alle parkeerschijfzones, bedraagt

6.1

per kalenderjaar

600,00

6.2

vanaf de derde vergunning, per kalenderjaar

1200,00

Parkeerontheffing

7.

Het tarief bedraagt terzake het in behandeling nemen

van een aanvraag voor het verstrekken van een parkeerontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (Stb. 459) te verlenen aan bedrijven, instellingen en diensten, die in de gemeente Leeuwarden als beroepsbeoefenaar spoedeisende werkzaamheden hebben,

verleend krachtens artikel 4, derde lid, van de Parkeerverordening Leeuwarden 2008,

7.1

per kalenderjaar

600,00

7.2

vanaf de derde vergunning of ontheffing, per kalenderjaar

1200,00

Dagontheffing

8.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,

bedraagt

8.1

voor een parkeerverbod in straten waar een inrijverbod of beperking geldt (Nieuwestad, Peperstraat, Wirdumerdijk, St. Jacobstraat),

17,50

8.2

voor een parkeerapparatuur- of vergunninghoudersplaats in zones 1 tot en met 5,

per dag

10,00

8.3

voor een parkeerverbod in zones 1 tot en met 5,

per dag

15,00

8.4

voor een parkeerapparatuur- of vergunninghoudersplaats in zones 6, 7 of 8,

per dag

2,50

8.5

voor een parkeerverbod in zones 6,7 of 8,

per dag

5,00

8.6

voor een parkeerplaats in een parkeerschijfzone,

per dag

1,00

8.6

voor een parkeerverbod in een parkeerschijfzone,

per dag

2,50

VERGUNNING BEWONERS

Eén zone

9.

Het tarief terzake van een parkeervergunning.

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b en artikel 4, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening Leeuwarden 2008, van de zonekaart 2 in de zones 1, 2, 3, 4 of 5, bedraagt

per kalenderjaar

176,00

10.

Het tarief terzake van een parkeervergunning,

als bedoeld in artikel 2, onderdeel b en artikel 4, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening Leeuwarden 2008, zonekaart 2 in de zones 6, 7 of 8, bedraagt

per kalenderjaar

88,00

11.

Het tarief terzake van een parkeerontheffing,

als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, van de Parkeerverordening Leeuwarden 2008,

geldend in de parkeerschijfzones (blauwe zones), bedraagt

11.1

per 5 kraskaarten

2,00

11.2

per kalenderjaar

13,75

Parkeerpas/ transponderkaart

12

Een parkeerpas (of transponderkaart) is het digitale bewijs van een parkeervergunning. Ook kan deze pas als dagontheffing geactiveerd worden.

12.1

bij verlies of diefstal bedraagt een nieuwe pas

15,00

12.2

als pas voor activeren dagontheffingen bedraagt de borg voor de parkeerpas

15,00

Behorende bij het raadsbesluit van 17 december 2007.

De griffier van Leeuwarden,