Regeling vervallen per 30-06-2015

Verordening leerlingenvervoer gemeente leiden 2004

Geldend van 14-02-2004 t/m 29-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2004

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente leiden 2004

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

    - een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op hetprimair onderwijs (Stb. 1998, 495);

    - een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    - een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512); of

    - een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

  • e.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • f.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en 10 minuten voor aanvang van de schooldag volgens het acti¬viteitenplan, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen 10 minuten na het einde van de schooldag volgens het activiteitenplan en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school:

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basison¬derwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levens¬beschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdien¬stige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting (2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede ka¬lenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college, van¬af waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • n.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • o.

    vervoersvoorziening:

    • -

      een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of;

    • -

      de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leer¬ling en zo nodig diens begeleider, of;

    • -

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

  • p.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in ar¬tikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingcommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc: orthopedagogisch en –didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.

  • u.

    Commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Wei¬gering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een bekostiging vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijk¬heid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling. In het kader van de toepassing van deze verordening treedt de betreffende leerling in de rechten en plichten van de in artikel 1, onder b, gedefinieerde ouder.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Een bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg¬gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou bren¬gen en de ouders met het vervoer naar die school instemmen.

  • 2. Indien ouders een bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is ge¬legen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ont¬staat slechts aanspraak op een bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders, op genoegzame wijze, schriftelijk aannemelijk wordt gemaakt dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de rich¬ting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gele¬gen.

  • 3. Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig inge¬vuld en door de ouders ondertekent formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, voor 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar inge¬diend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde be¬sluit met ten hoogste vier weken verdagen. Zij stellen de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aan¬vraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en kan het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten verstrekken.

  • 4. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 9 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a. (en de ouders met het vervoer naar die andere school instemmen).

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

  • 3. Het college kan tevens het advies van andere deskundigen inwinnen.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2. Het college kent aan de ouders van de leerlingen die een speciale school voor basisonderwijs bezoeken bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hen toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 3. In afwijking van het eerste dan wel tweede lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11 bedoelde bekostiging, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

  • a.

    de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer onder begeleiding, doch waarvan door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of: openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, idien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scho¬len voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets of bromfiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets of bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van her vervoer per bromfiets.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding te betrekken.

  • 2. Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de begeleiding.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde bekostiging, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders tegenover het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding en andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is ook niet onder begeleiding van openbaar ver¬voer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling, naar het oordeel van het college, is aangewezen op het openbaar vervoer onder begeleiding, doch waar¬van door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;

    • c.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aan¬gepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • d.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding ge¬bruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aan¬vraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen zij bij de be¬schikking het advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verleend.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten

  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van vervoer, dan wel aangepast vervoer, zoals in deze Titel is aangegeven, aan de ouders van een leerling die een school bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde school voor de leerling toegankelijk minder bedraagt dan in artikel 15 is aangegeven, indien het college van oordeel is dat binnen de betreffende gezinssituatie er sprake is van fysieke omstandigheden die bekostiging van vervoer rechtvaardigen.

  • 2. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 3. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging kosten van het weekeinde en vakantie¬vervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs, in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in het scholenplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder c, artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 23 Drempelbedrag Begripsomschrijvingen

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal voortgezet onderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700,-- wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 dan wel artikel 15 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 dan wel artikel 15 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 17.700,--.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. Het bedrag van € 17.700,--, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en afgerond op een veelvoud van € 450,--. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,--.

  • 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24 Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs meer dan 20 kilo¬meter bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en bedragen:

    inkomen in € per 1-1-2002 eigen bijdrage in € per 1-1-2002

    0 - 22.700 nihil

    22.700 - 27.200 80

    27.200 - 31.800 340

    31.800 - 36.300 635

    36.300 - 40.800 930

    40.800 – 45.400 1.225

    Bij € 45.500,-- en verder per € 4.500,-- extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 300,--.

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijzi¬ging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,--.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het vooraf¬gaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,--.

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 25 Kosten van invordering

Indien de invordering van de in artikel 23 en 24 bedoelde eigen bijdrage als gevolg van te late - of niet - betaling extra kosten met zich mee brengt, zijn deze extra kosten, zowel de gerechtelijke als de buitengerechtelijke, op de betreffende ouders verhaalbaar.

Titel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of de ambulante begeleider en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 27 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer is aangewezen.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of de ambulante begeleider en eventueel het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 28 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak, inclusief de kosten van het openbaar vervoer van de begeleiding, zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 7 Slotbepalingen

Artikel 29 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 30 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie en eventueel andere des¬kundigen.

Artikel 31 Intrekking oude regeling

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Leiden (1987) wordt ingetrokken

Artikel 32 Overgangsbepaling

  • 1. De in artikel 11, lid 2 en 15, lid 1, genoemde afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school geldt niet voor van leerlingen welke gedurende het schooljaar 1996/1997 gebruik van de ver¬voersregeling hebben gemaakt.

  • 2. Ten behoeve van leerlingen die gedurende het schooljaar 1996/1997 reeds van de vervoersregeling gebruik maakten, blijft een afstands¬criterium van twee kilometer van toepassing, zolang zij een speciale school voor basisonderwijs of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoe¬ken.

  • 3. Voor een leerling als bedoeld in Titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.

  • 4. Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht indien de afstand van de woning naar de school meer dan drie kilometer bedraagt.

  • 5. De bepalingen in Titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening luiden van toepassing.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2004.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Leiden 2004