Regeling vervallen per 18-05-2011

Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften

Geldend van 01-04-2006 t/m 17-05-2011

Intitulé

Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften

De Raad van de gemeente Leiden

Gezien het voorstel van de Agendacommissie (raadsvoorstel 06.0028)

B E S L U I T:

I. Vast te stellen de navolgende verordening

Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften(Verordening op de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften 2006)

Hoofdstuk I: Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften;

  • b.

    afdeling : een afdeling van de commissie, belast met de behandeling van een beroep- of bezwaarschrift als bedoeld in een van de volgende hoofdstukken;

  • c.

    indiener : degene die een beroep- of bezwaarschrift heeft ingediend;

  • d.

    wet : de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De commissie is belast met de voorbereiding van en de beslissing op administratieve beroepen, die op grond van enig wettelijk voorschrift bij de gemeenteraad kunnen worden ingesteld.

  • 2.

    De commissie is voorts belast met de voorbereiding van de advisering over de beslissing op overige ingestelde administratieve beroepschriften en op ingediende bezwaarschriften, zulks met uitzondering van bezwaarschriften die zijn ingediend op grond van een gemeentelijke belastingverordening.

  • 3.

    De commissie kan desgevraagd, de commissie gehoord, worden belast met de advisering op bezwaarschriften aan bestuursorganen als bedoeld in artikel 1:1 Algemene wet bestuursrecht die geen deel uitmaken van de gemeente Leiden.Het bepaalde in Hoofdstuk II is daarbij van toepassing.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie is als volgt samengesteld:

    • a.

      er is een eerste voorzitter en er zijn voorts ten minste drie andere voorzitters, die op aanbeveling van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad worden benoemd, met dien verstande, dat deze functies onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de raad, met het ambt van burgemeester van Leiden en met de in artikel 13 van de Gemeentewet genoemde betrekkingen. Bij de aanbeveling dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat ten minste één voorzitter de instemming heeft van het Georganiseerd Overleg;

    • b.

      er worden maximaal tien leden en zes plaatsvervangende leden door de gemeenteraad uit zijn midden benoemd, met dien verstande dat de functie van burgemeester onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie. Ook duoraadsleden kunnen door de gemeenteraad worden benoemd als lid of plaatsvervangend lid van de commissie.

    • c.

      Bij aanvang van de raadsperiode kunnen in plaats van de zes plaatsvervangende leden genoemd onder b. maximaal 12 plaatsvervangende leden door de gemeenteraad benoemd worden uit de kring van ex-raadsleden die tot het aantreden van de zittende gemeenteraad lid van de gemeenteraad waren.

    • d.

      twee vertegenwoordigers van de vakbonden en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers, aan te wijzen door het Georganiseerd Overleg;

    • e.

      twee door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren en twee plaatsvervangers.

  • 2. Het bepaalde in artikel 10 van de Gemeentewet ten aanzien van raadsleden is van overeenkomstige toepassing op de leden als bedoeld in het eerste lid, onder a, van dit artikel, met uitzondering van het vereiste van ingezetenschap van de gemeente.

  • 3. De in het eerste lid, onder d en e, bedoelde leden van de commissie hebben slechts zitting in de afdeling, welke wordt belast met de behandeling van bezwaarschriften ingevolge hoofdstuk III van deze verordening.

  • 4. Voor de benoeming van ieder van de in het eerste lid, onder a, bedoelde leden dienen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord, een aanbeveling in van zo mogelijk twee personen.

  • 5. Wanneer de voorzitter van de afdeling als bedoeld in hoofdstuk III van deze verordening is verhinderd, wordt deze vervangen door de eerste voorzitter.

  • 6. Waar in deze verordening wordt gesproken over leden zijn, behalve wanneer de aard van de desbetreffende bepaling zich daartegen verzet, daaronder begrepen de plaatsvervangende leden.

Artikel 4 Beëdiging

De leden van de commissie, bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, en de plaatsvervangende leden als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder b, leggen zo spoedig mogelijk nadat zij door de gemeenteraad zijn benoemd in de vergadering van de commissie, in handen van de burgemeester, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

"Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de commissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" ("Dat verklaar en beloof ik").

Artikel 5 Periodiek aftreden

  • 1. De leden van de commissie treden af op de dag van het periodiek aftreden van de gemeenteraad. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 2. De uit de gemeenteraad benoemde leden en duo-raadsleden, die tussentijds ophouden lid van de raad te zijn of tussentijds ophouden duo-raadslid te zijn, houden daarmede op lid van de commissie te zijn.

  • 3. De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de gemeenteraad, onder mededeling daarvan aan de voorzitter van de commissie. Leden die ontslag hebben genomen, blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens ten minste twee ambtenaren der gemeente als plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3. De secretaris en plaatsvervangend secretarissen kunnen zich ten behoeve van de werkzaamheden voor de commissie en haar afdelingen door andere ambtenaren der gemeente laten bijstaan.

Artikel 7 Plenaire vergadering

  • 1. De eerste voorzitter fungeert als voorzitter van de commissie. Bij zijn afwezigheid wordt hij vervangen door een van de andere voorzitters.

  • 2. De commissie vergadert ter zake van in deze verordening genoemde en andere onderwerpen, die het functioneren van de commissie en haar afdelingen betreffen.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde vergadering wordt belegd door de voorzitter van de commissie, die de leden ten minste acht dagen voor de te houden vergadering oproept, onder toezending van de agenda. De voorzitter van de commissie belegt een vergadering zo dikwijls hij of een derde deel van het aantal leden dit nodig oordeelt. In het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen twee weken nadat het verzoek is gedaan, bij gebreke waarvan de verzoekers zelf tot oproeping bevoegd zijn.

  • 4. Vergaderingen van de commissie vinden geen doorgang, indien niet meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is. Indien een vergadering geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd ter behandeling van dezelfde onderwerpen. In deze vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden, doch alleen over de onderwerpen, in de oproeping tot die vergadering vermeld. Tussen de eerste en de tweede vergadering moet een tijdvak van ten minste twee weken liggen.

  • 5. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.

  • 6. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar; het bepaalde in artikel 23, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de secretaris. In daartoe in aanmerking komende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden de stukken zowel door de voorzitter als door de secretaris ondertekend.

Artikel 8 Afdelingen

  • 1. De commissie stelt afdelingen in, die elk afzonderlijk belast worden met de behandeling van een bepaalde categorie beroep- of bezwaarschriften, als bedoeld in de volgende hoofdstukken.

  • 2. De behandeling van beroep- en bezwaarschriften door een afdeling geschiedt overeenkomstig hetgeen daaromtrent is bepaald in de volgende hoofdstukken.

  • 3. Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 4. Als secretaris treedt één van de ambtenaren als bedoeld in artikel 6, tweede lid, op. De secretaris levert de afdeling de nodige bijstand.

  • 5. De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een beroep- of bezwaarschrift, indien zij een persoonlijk belang bij de zaak hebben.

Artikel 9 Archief

De archiefbescheiden van de commissie en haar afdelingen worden beheerd door de secretaris van de commissie.

Hoofdstuk II: bezwaarschriften en beroepschriften (als bedoeld in artikel 166 gemeentewet en beroepschriften tegen adviezen indicatiecommissie VERVALT)

Artikel 10

  • 1. De afdelingen welke zijn belast met de voorbereiding van beslissingen op bezwaar- of beroepschriften, als bedoeld in dit hoofdstuk, bestaan uit een voorzitter, zijnde een van de voorzitters als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, en twee vaste leden, door de commissie aan te wijzen uit de in artikel 3, eerste lid onder b, bedoelde leden.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden bij rooster voor elk lid, als bedoeld in het vorige lid, een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 3. Een lid, als bedoeld in het vorige lid, wordt bij afwezigheid of ontstentenis, dan wel in het geval als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, vervangen door een plaatsvervanger met inachtneming van het rooster.

  • 4. De voorzitter kan besluiten de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift te doen geschieden door de in artikel 14 bedoelde afdeling.

  • 5. Indien het belang van de zaak zich daar niet tegen verzet, kan het horen geschieden door de voorzitter van de afdeling.

  • 6. De behandeling van in dit hoofdstuk bedoelde bezwaar- en beroepschriften geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de hoofdstukken 6 en 7 van de wet. (met dien verstande dat indien sprake is van beroep tegen een besluit als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Verordening indicatiecommissie het horen niet in het openbaar plaatsvindt. VERVALT)

Artikel 11 Beraadslaging en advies

  • 1. De afdeling beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De afdeling beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 5. Gelijktijdig met het uitbrengen van het advies aan het bestuursorgaan wordt het advies toegezonden aan de indiener en eventuele andere belanghebbenden.

  • 6. Het bestuursorgaan zendt de afdeling een afschrift van zijn beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

Hoofdstuk III: Bezwaarschriften op het terrein van ambtenarenzaken

Artikel 12

  • 1. De afdeling welke is belast met de voorbereiding van beslissingen op bezwaarschriften op het terrein van ambtenarenzaken, bestaat uit een voorzitter, zijnde een van de voorzitters als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, en twee vaste leden, door de commissie aan te wijzen uit de in artikel 3, eerste lid onder c, bedoelde leden en twee vaste leden, door de commissie aan te wijzen uit de in artikel 3, eerste lid onder d, bedoelde leden.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden bij rooster voor elk lid, als bedoeld in het vorige lid, een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 3. Een lid, als bedoeld in het vorige lid wordt bij afwezigheid of ontstentenis, dan wel in het geval als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, vervangen door een plaatsvervanger met inachtneming van het rooster.

  • 4. De behandeling van in dit hoofdstuk bedoelde bezwaarschriften geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de hoofdstukken 6 en 7 van de wet, met dien verstande dat het horen niet in het openbaar plaatsvindt.

Artikel 13 Beraadslaging en advies

  • 1. De afdeling beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De afdeling beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

  • 5. Gelijktijdig met het uitbrengen van het advies aan het bestuursorgaan wordt het advies toegezonden aan de indiener.

  • 6. Het bestuursorgaan zendt de afdeling een afschrift van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

Hoofdstuk IV: administratief beroep bij de gemeenteraad

Artikel 14

  • 1. Ingeval op grond van enig wettelijk voorschrift bij de gemeenteraad beroep is ingesteld tegen een besluit door of namens burgemeester en wethouders genomen, wordt op dit beroep beslist door een afdeling, welke bestaat uit een voorzitter, zijnde een van de voorzitters als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, en vier vaste leden, door de commissie aan te wijzen uit de in artikel 3, eerste lid onder b, bedoelde leden.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden bij rooster voor elk lid, als bedoeld in het vorige lid, een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

  • 3. Een lid, als bedoeld in het vorige lid wordt bij afwezigheid of ontstentenis, dan wel in het geval als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, vervangen door een plaatsvervanger met inachtneming van het rooster.

  • 4. Indien het belang van de zaak zich daar niet tegen verzet, kan het horen geschieden door de voorzitter van de afdeling.

  • 5. De behandeling van ingediende beroepschriften geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de hoofdstukken 6 en 7 van de wet.

Artikel 15 Beraadslaging en beslissing

  • 1. De afdeling beraadslaagt achter gesloten deuren over de door haar te nemen beslissing.

  • 2. Na de beraadslaging houdt de afdeling een zitting waarin de beslissing op het beroep wordt genomen.

  • 3. De voorzitter belegt tijdig de in het vorige lid bedoelde zitting. De leden worden schriftelijk opgeroepen.

  • 4. Plaats, datum en tijdstip worden schriftelijk ter kennis gebracht van de indiener, het bestuursorgaan en eventuele andere belanghebbenden.

  • 5. De afdeling besluit bij meerderheid van stemmen over de te nemen beslissing. Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij de beslissing melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 6. De beslissing wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

    Hoofdstuk V: Slotbepalingen

Artikel 16

De commissie dan wel de desbetreffende afdeling beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.