Beleidsregels voor het toekennen van de lokale lastenverlichting 2001

Artikel 1 Doelgroepafbakening

1 De doelgroep voor toekenning van de lastenverlichting bestaat uit de huishoudens (natuurlijke personen), die op 1 januari 2001 als inwoner van Leiden zijn ingeschreven in het GBA-systeem en direct of indirect (via verrekening in de huur) gemeentelijke lasten betalen.

2 Bewoners van zelfstandige en onzelfstandige woonruimten die op 1 januari 2001 niet als inwoner van Leiden ingeschreven stonden in het GBA, komen alleen dán in aanmerking voor de ƒ 100,00 lastenverlichting, wanneer zij zich terstond inschrijven in het GBA en middels een bank-/giro-overschrijving kunnen aantonen op 1 januari daadwerkelijk in Leiden woonachtig te zijn geweest (op de bank-/giro- overschrijving kunnen de financiële gegevens worden afgeplakt/doorgestreept. Inzicht bij de gemeente van de financiële draagkracht van de aanvrager is in dit verband niet relevant). Belastingplichtigen aan wie kwijtschelding wordt verleend komen eveneens in aanmerking voor ƒ 100,00 lastenverlichting.

Artikel 2 Hoogte lokale lastenverlichting

De lokale lastenverlichting bedraagt voor 2001 ƒ 100,00.

Artikel 3 Procedures toekenning ƒ 100,00 in 2001.

1.Middels de belastingaanslag 2001.

a Bij de huishoudens die in aanmerking komen voor de ƒ 100,00 lastenverlichting en die een gemeentelijke (verzamelde) belastingaanslag ontvangen, wordt de ƒ 100,00 toegekend middels verlaging van de hoogte van de belastingaanslag OZB-gebruikers met ƒ 100,00.

Wanneer de belastingaanslag vóór aftrek van de ƒ 100,00 lager is dan ƒ 100,00 wordt het resterende bedrag uitbetaald aan het betreffende huishouden.

b. ƒ 100,00 in de maand juni of juli uitbetaald. Bij hen wordt de ƒ 100,00 dus niet in mindering gebracht op de belastingaanslag 2001. Zij krijgen ƒ 100,00 op hun bank-of gironummer gestort.

2. Toekenning bij kwijtschelding zonder aanvraag.

Belastingplichtigen aan wie (volledige) kwijtschelding wordt verleend, zonder dat zij hiervoor een aanvraag in hoeven dienen, ontvangen een kennisgeving van de kwijtschelding + het bericht dat hen, na opgave van bank- of gironummer ƒ 100,00 wordt toegekend.

3. Toekenning bij kwijtschelding via de verkorte procedure en de gewone procedure.

a. Bij belastingplichtigen die kwijtschelding ontvangen wordt de toekenning van de ƒ 100,00 in de afhandeling van de kwijtscheldingsprocedure mee genomen.

b. In deze gevallen wordt eerst de betalingscapaciteit berekend conform de hiervoor geldende normen.

c. Op het resterende verschuldigde belastingbedrag wordt de ƒ 100,00 in mindering gebracht.

d. Leidt deze rekensom tot een negatief bedrag, dan wordt dit bedrag aan de gegadigde uitbetaald.

4. Toekenning bij nog openstaande vorderingen uit voorgaande belastingjaren. De ƒ 100,00 lastenverlichting wordt niet verrekend met dergelijke nog openstaande vorderingen.

5. Toekenning aan de doelgroepen, die wel recht hebben op de ƒ 100,00 maar geen belastingaanslag of “automatische” kwijtschelding ontvangen.

a. Bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen. In overleg met de exploitanten van deze voorzieningen zal een lijst met rechthebbenden worden opgesteld, aan wie ƒ 100,00 wordt

b. Overige huishoudens die in aanmerking denken te komen: Voor hen is een brochure met een aanvraagformulier gemaakt. Het aanvraagformulier moet volledig ingevuld en voorzien van een afschrift van een bank-/giro-overschrijving van eind 2001 of begin 2002 en een afschrift van het huurcontract gezonden worden naar antwoordnummer 10394, 2300 WB in Leiden. De financiële gegevens op het bank-/giroafschrift mogen worden afgeplakt.

c. Aanvragen voor de ƒ 100,00 lastenverlichting kunnen ingediend worden tot 31 december 2001.

Artikel 4 Controle gegevens.

In het kader van de procedures voor de toekenning van de ƒ 100,00 worden de door de aanvrager verstrekte gegevens gecontroleerd. Dit is nodig om te kunnen bepalen of een huishouden daadwerkelijk recht heeft op de ƒ 100,00. De controle betreft enerzijds het voeren van een huishouding in Leiden op 1 januari 2001 (inclusief het ingeschreven zijn in het GBA-systeem in Leiden) en anderzijds de vraag of men de ƒ 100,00 niet al langs andere weg ontvangt (via partner, via de belastingaanslag etc.).

Artikel 5 Duur van de maatregel.

De maatregel geldt tot en met 31 januari 2002.

Artikel 7 Geen recht op lastenverlichting

Geen recht op de ƒ 100,00 lastenverlichting hebben:

• 1.

  wanneer de termijn van aanvraag, als bedoeld in artikel 3, lid 5, sub c, is overschreden.

• 2.

  bewoners van woonboten en woonwagens waaraan geen aanslag gemeentelijke lasten worden opgelegd;

• 3.

  inwoners van pensions ed. bewoners van opvanghuizen;

• 4.

  inwoners van een sociaal pension en opvangcentra voor asielzoekers.

Artikel 8 Bezwaar

Bezwaar tegen de afwijzing van een verzoek tot toekenning van de ƒ 100,00 kan binnen zes weken na de dagtekening van de beschikking bij het College van Burgemeester en Wethouders van Leiden, postbus 9100, 2300 PC te Leiden.