Verordening gebruik niet- openbare gemeente-eigendommen 2003

Geldend van 07-12-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening gebruik niet- openbare gemeente-eigendommen 2003

Artikel 1

Voor het gebruik of genot van niet voor de openbare dienst bestemde gemeente-eigendommen, bezittingen of inrichtingen, alsmede wegens het hebben van voorwerpen onder, op of boven niet voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt een vergoeding geheven, welke, voor zover in deze of een andere verordening daarvan niet wordt afgeweken, wordt berekend naar de overeenkomstige tarieven van de Precariobelastingverordening.

Artikel 2

In afwijking van het bepaalde in artikel 1 bedraagt de vergoeding voor het gebruik of genot van niet voor de openbare dienst bestemde gemeente-eigendommen, bezittingen of inrichtingen, gelegen binnen het territoir van de gemeente Leiden, voor:

  • a.

    een standplaats voor wagens, tenten, kramen en dergelijke inrichtingen, dienende tot het verkopen of het ten verkoop uitstallen of aanbieden van goederen en waren, een bedrag, berekend overeenkomstig de tarieven, bedoeld in het tweede lid, sub b., van artikel 2, genoemd in de tarieventabel behorende bij de Verordening markt- en staangeld;

  • b.

    een ligplaats voor vaartuigen, een bedrag, berekend overeenkomstig de tarieven genoemd in de bij de Verordening binnenhavengeld behorende tarieventabel;

  • c.

    strookjes grond, ter grootte van maximaal 50 m2, in gebruik gegeven om te dienen als erf, tuin, voetpad of, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, daarmede gelijk te stellen bestemmingen:

    • 1.

      indien daarop niet mag worden gebouwd, per m2, per jaar € 0,87;

    • 2.

      indien daarop wel mag worden gebouwd, per m2, per jaar € 1,28.

Artikel 3

In afwijking van het bepaalde in artikel 1 bedraagt de vergoeding voor het gebruik of genot van niet voor de openbare dienst bestemde gemeente-eigendommen, bezittingen of inrichtingen, gelegen buiten het territoir van de gemeente Leiden, voor:

  • a.

    grond langs de Haarlemmertrekvaart, uitgegeven om tot tuin of grasland te worden aangelegd of gebezigd, per m2, per jaar € 0,14;

  • b.

    een uitpad op de Haarlemmertrekvaart, voorzover hierop geen wettelijk recht bestaat, per meter breedte, gemeten over de grootste breedte, per jaar € 12,58;

  • c.

    een lozing op de Haarlemmertrekvaart, per jaar € 41,88;

  • d.

    een standplaats voor wagens, tenten, kramen en dergelijke inrichtingen, dienende tot het verkopen of het ter verkoop uitstallen of aanbieden van goederen en waren, het tweederde gedeelte van een bedrag, berekend overeenkomstig de tarieven, bedoeld in het eerste lid, sub a., van artikel 2, genoemd in de tarieventabel behorende bij de Verordening markt- en staangeld, afgerond op € 0,05 naar beneden;

  • e.

    een ligplaats voor vaartuigen, het tweederde gedeelte van een bedrag, berekend overeenkomstig de tarieven van de tarieventabel behorende bij de Verordening binnenhavengeld, afgerond op € 0,05 naar beneden;

  • f.

    strookjes grond, voorzover niet vallende onder a, ter grootte van maximaal 50 m2, in gebruik gegeven om te dienen als erf, tuin, voetpad of, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, daarmede gelijk te stellen bestemmingen:

    • 1.

      indien daarop niet mag worden gebouwd, per m2, per jaar € 0,69;

    • 2.

      indien daarop wel mag worden gebouwd, per m2, per jaar € 0,87.

Artikel 4

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder jaar een kalenderjaar, onderhalfjaar een kalenderhalfjaar, onder kwartaal een kalenderkwartaal, onder maand een kalendermaand, onder een week een kalenderweek en onder dag een tijdvak van vier en twintig uur, beginnende en eindigende te middernacht.

Gedeelten van een jaar, halfjaar, kwartaal, maand, week, dag, strekkende- en vierkante meter worden voor een geheel berekend.

Artikel 5

De inning geschiedt door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c., van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar.

Artikel 6

Wordt een vergunning, anders dan op verzoek van belanghebbende of anders dan wegens het niet nakomen van de gestelde voorwaarden, ingetrokken, dan wordt over de nog niet ingetreden maanden een evenredige ontheffing verleend.

Artikel 7

De beperking tot maximaal 50 m2, in artikel 2, onder c. en in artikel 3, onder f., gesteld aan de oppervlakte van de in gebruik gegeven grond, gelden niet voor vergunningen, verleend voor de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 8

  • 1. De "Verordening gebruik niet-openbare gemeente-eigendommen" van 13 november 2002 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum van ingang van de heffing.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van heffing is 1 januari 2003.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening gebruik niet- openbare gemeente-eigendommen 2003".