Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012

Geldend van 14-07-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    havengebied: het water binnen de grenzen van de gemeente, dat in eigendom, beheer of onderhoud is van de gemeente;

  • b.

    vaartuig: alle vaartuigen, woonschepen, drijvende werktuigen en vlotten daaronder begrepen, hoe dan ook genaamd, van welke grootte, inhoud en inrichting dan ook en door welke kracht zij dan ook in beweging worden gebracht/worden voortbewogen;

  • c.

    woonschip: elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot woon-, dag- of nachtverblijf van één of meer personen;

  • d.

    bedrijfsvaartuig: elk vaartuig – met eigen voortstuwing dan wel elk vaartuig dat kan worden gesleept of geduwd – dat wordt gebruikt ten behoeve van het uitoefenen van watergebonden activiteiten van een bedrijf (blijkend uit bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel);

  • e.

    passagiersschip (rondvaartboten en partysloepen): vaartuigen bestemd voor het bedrijfsmatig vervoer van personen en die het gehele binnenhavengebied van Leiden kunnen bevaren;

  • f.

    charterschip: vaartuigen bestemd voor het bedrijfsmatig vervoer van personen die gezien hun grootte en hoogte niet in de binnenstad van Leiden kunnen varen;

  • g.

    pleziervaartuig: elk vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

  • h.

    havenmeester: de teamleider havenbeheer van de gemeente of diens plaatsvervanger;

  • i.

    overdekte café- of restaurantboot: elk overdekt en voor publiek toegankelijk vaartuig dat wordt gebruikt als café of restaurant of een combinatie daarvan.

  • j.

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieven;

  • k.

    termijn:

    dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

    week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;

    kwartaal: een tijdvak van drie aaneengesloten kalendermaanden;

    jaar: een kalenderjaar.

  • l.

    vaste ligplaats: een, door middel van een vergunning, van gemeentewege aangewezen locatie bestemd voor het afmeren van een vaartuig.

  • m.

    reis: een periode van ononderbroken verblijf binnen de grenzen van het havengebied van veertien dagen of korter.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van het havengebied en ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de eigenaar van het vaartuig, de reder, de schipper, de kapitein, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Tarief

Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 6 Tariefberekening en toepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte;

  • 2.

    worden de lengte en de breedte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief, dan wel ambtshalve worden vastgesteld;

  • 3.

    wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 8 Vrijstellingen

Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:

  • 1.

    binnen het havengebied nieuw gebouwde vaartuigen, die voor de eerste maal vaarklaar zijn gemaakt en geen lading hebben;

  • 2.

    vaartuigen, die blijkens een schriftelijke verklaring van de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, in dienst van de gemeente worden gebruikt;

  • 3.

    politievaartuigen waarmede binnen de gemeente toezicht wordt gehouden;

  • 4.

    vaartuigen, welke het havengebied binnenkomen en doorvaren naar een binnen het havengebied aan het water gelegen scheepsmakerij, machinefabriek of motorherstelplaats, teneinde aldaar een herstelling te ondergaan, mits het betreffende bedrijf precariobelasting betaalt voor het gebruik of genot van gemeentegrond.

Artikel 9 Wijze van heffing

Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van aanslag, indien een vaste ligplaatsvergunning is afgegeven. In alle overige gevallen bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 10 Verschuldigdheid

Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de wateren binnen de gemeentegrenzen aanvangt.

Artikel 11 Aangifte; aanslag; betaling

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan bij de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger.

  • 2.

    Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte aan de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, worden betaald op de eerste werkdag volgende op de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, doch vóór het tijdstip waarop het vaartuig uit het havengebied vertrekt.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, mits ten genoegen van de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.

  • 4.

    Indien het vaartuig in de loop van een termijn, die in de tarieventabel is aangeduid als een termijn per reis, uit het havengebied vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert, begint bij de terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang.

  • 5.

    Bij voortgezet verblijf in het havengebied, na afloop van de termijn waarvoor binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang. Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het 2e lid plaatsvinden.

  • 6.

    De aanslag moet worden voldaan in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die van de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 7.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c., van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 8.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Teruggaaf en overschrijving

  • 1.

    Van het binnenhavengeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van het havengebied is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van het havengebied volle kwartalen overblijven, met dien verstande dat bedragen beneden € 11,48 niet worden teruggegeven.

  • 2.

    Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatst genoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.

  • 3.

    Het na toepassing van de in het vorige lid bedoelde verrekening verschuldigde bedrag moet binnen 14 dagen na de vervanging overeenkomstig de aangifte worden betaald.

Artikel 13 Nadere regels door het College van Burgemeester en wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengelden.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening binnenhavengeld 2011" van 16 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening binnenhavengeld 2012".

Tarieventabel behorende bij de verordening binnenhavengeld 2012

Het binnenhavengeld bedraagt:

a.

voor passagiersschepen en bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats in de gemeente Leiden:

1.voor passagiersschepen met een verblijfsduur van minder dan 2 uur binnen de gemeentegrens: per m2 per reis

0,02

met een minimum van

1,50

2.voor bedrijfsvaartuigen met een verblijfsduur van minder dan 2 uur binnen de gemeentegrens: per m2 per reis

0,02

met een minimum van

1,50

3.voor passagiersschepen met een verblijfsduur van meer dan 2 uur binnen de gemeentegrens: per dag of een gedeelte daarvan of per overnachting per m2

0,13

met een minimum van

11,81

4.in de periode tussen 16 oktober en 16 april per meter lengte per maand of gedeelte daarvan

6,43

met een minimum van

32,10

b.

voor pleziervaartuigen zonder vaste ligplaats in de gemeente Leiden:

1.per dag of gedeelte daarvan of per overnachting per meter lengte

1,06

met een minimum van

5,36

2.per week of gedeelte daarvan per meter lengte

5,36

met een minimum van

26,76

3.in de periode tussen 16 oktober en 16 april per meter lengte per maand of gedeelte daarvan

6,42

met een minimum van

32,10

c.

Gereserveerd

d.

voor overdekte café- of restaurantboten, per m2 per maand

3,57

c.q. per m2 per jaar

35,82

e.

voor vaartuigen ten behoeve van een standplaats voor wagens, tenten, kramen en dergelijke inrichtingen of ten behoeve van een permanente constructie, dienende tot verkopen of het ter verkoop uitstallen van goederen en waren van elke aard, per m2 per maand

3,57

c.q. per m2 per jaar

35,82

f.

voor vaartuigen ten behoeve van een kantoor, een werk- of een bergloods, of andere dergelijke constructie (waaronder pontons, kassahuisjes, werkbootjes) behorende bij een ligplaats of ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen ten behoeve van watergebonden bedrijfsmatige activiteiten daarvan per m2per jaar

4,00

g.

voor vaartuigen ten behoeve van een kantoor, een werk- of een bergloods of andere dergelijke constructie al dan niet van tijdelijke aard, ten behoeve van niet watergebonden bedrijfsmatige activiteiten per m2 per week

1,01

per m2 per maand

3,06

c.q. per m2 per jaar

30,61

h.

voor vaartuigen welke uitsluitend of hoofdzakelijk als woning worden gebruikt of tot woning zijn bestemd per kwartaal of gedeelte daarvan

132,55

verhoogd met

13,26

voor elke meter, welke het vaartuig langer is dan 15 meter;

i.

voor pleziervaartuigen, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of een gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

18,00

met een minimum van 5 m2

j.

voor charterschepen, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

k.

voor passagiersschepen (rondvaartboten en partysloepen) waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

9,00

l.

voor roeiboten, kano’s en waterfietsen bestemd voor de verhuur, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

m.

voor dekschuiten, beunbakken, duw- en sleepboten, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

n.

voor voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Sleepboothaven aan de Oude Singel / Houtmarkt, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

o.

Voor bewoonde voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Haven aan het Galgewater, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

p.

voor elektrisch aangedreven vaartuigen (bedoeld onder h en j), waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

9,00

q.

voor vaartuigen, andere dan onder c,d,e,f,g,h,i,j,k,l,m,n,o van deze tabel genoemde, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

18,00

r.

voor historische vaartuigen die niet in categorie m of n vallen, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, die aantoonbaar ingeschreven zijn bij het Nationaal Register Varende Monumenten, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per m2 oppervlakte

4,00

Toelichting op de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2012

Jaarlijks worden de tarieven van de belastingen en rechten aangepast vanwege de inflatiecorrectie of mogelijke andere wijzigingen in tarieven. Dit gebeurt door vaststelling van de nieuwe belasting- en rechtenverordeningen of wijzigingen in bestaande verordeningen door de Raad.

Bij bespreking van de Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2011 in de raadscommissie Werk en Financiën op 7 december 2010 is discussie ontstaan over een nieuwe categorie in de tarieventabel voor de bedrijfsvaartuigen. De discussie ging voornamelijk over de hoogte van liggelden die ondernemers met een bedrijfsvaartuig moeten betalen. Er heeft in 2011 onderzoek plaats gevonden naar de kostendekkendheid en marktconformiteit van de binnenhavengelden. De uitkomsten van dit onderzoek zijn leidend geweest voor de tarieven en tarieventabellen van de onderhavige verordening.

Kostendekkendheid

In de gemeentewet is bepaald dat de tarieven zodanig moeten worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitgaan (artikel 229b, lid 1). Voor de kostentoerekening kan worden aangesloten bij de gemeentebegroting.

Binnen de verordening binnenhavengeld is sprake van de baten en lasten van het beleidsproduct 221.01 “exploitatie havens en waterwegen”. Onder dit beleidsproduct vallen de beheerproducten: havenbeheer, passantenhaven en vergunningen en handhaving havenbeheer. Volgens de baten en lasten opgenomen in de begroting bedraagt de kostendekkendheid van het binnenhavengeld-tarief momenteel circa 32%. Na invoeren van de in de verordening voorgestelde tarieven wordt de kostendekkendheid zo’n 40%.

Aanpassingen begrippenlijst

In artikel 1 van de verordening zijn de begrippen bedrijfsvaartuigen en passagiersschepen toegevoegd en gedefinieerd.

Nieuwe tarieventabel

In de nieuwe tarieventabel wordt een onderscheid gemaakt tussen (h) pleziervaartuigen, (i) charterschepen, (j) passagiersschepen (rondvaartboten en partysloepen), (k) roeiboten, kano’s en waterfietsen bestemd voor de verhuur, (l) dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten, (m) voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Sleepboothaven Oude Singel / Houtmarkt, (n) voormalige bedrijfsvaartuigen Galgewater, (o) elektrisch aangedreven vaartuigen en (p) overig.

Met deze indeling wordt aansluiting gezocht op de huidige situatie op het water. Hierbij is gekozen voor een systeem waarbij gekeken wordt naar de ruimte die wordt ingenomen door vaartuigen met een vaste ligplaats en dus te heffen naar vierkante meter oppervlakte.

De heffingsmaatstaf voor deze categorieën is de in gebruik genomen openbare ruimte in vierkante meters. De hoogte van het tarief wordt bepaald door het gebruik van het binnenhavengebied en of een vaartuig motorisch wordt aangedreven of niet. Hoe intensiever het binnenhavengebied van Leiden gebruikt wordt, hoe hoger het tarief. Niet motorisch aangedreven vaartuigen betalen vanaf 2013 een lager tarief dan motorisch aangedreven vaartuigen. Voor elektrisch aangedreven vaartuigen geldt vanaf 2013 ook een lager tarief, waarmee getracht wordt het gebruik van milieuvriendelijke vaartuigen te stimuleren.

Tarieven per tabelposten

Post i pleziervaartuigen

Het tarief voor pleziervaartuigen bedraagt in 2011 € 14,45. Het tarief wordt verhoogd met 25% naar € 18 per vierkante meter. Deze verhoging is vorig jaar door de Raad vastgesteld bij de behandeling van de begroting 2011 in het kader van de bezuinigingsvoorstellen. Het is echter vorig jaar niet verwerkt in de vastgestelde verordening binnenhavengelden. Dit jaar wordt dit besluit alsnog verwerkt.

Post j charterschepen

In de tarieventabel behorende bij de verordening binnenhavengeld 2011 is geen tarief opgenomen voor de categorie grote passagiersschepen, genaamd charterschepen. Deze grote vaartuigen bestemd voor het vervoer van personen kunnen, gezien de grootte en de hoogte van de vaartuigen, niet in de binnenstad van Leiden varen. Door de beperkte mogelijkheden om in Leiden te varen, is een tarief van € 4 opgenomen.

Post k passagiersschepen (rondvaartboten en partysloepen)

De tarieventabel 2011 kent geen categorie voor rondvaartboten en partysloepen. Gezien het specifieke en intensieve gebruik van het binnenhavengebied van Leiden door deze vaartuigen is hetzelfde tarief als voor de categorie pleziervaartuigen opgenomen. Het gebruik en de belasting op het binnenhavengebied is namelijk min of meer gelijk.

Voor dit type vaartuigen is nog nooit een tarief in rekening gebracht. Om rekening te houden met de diverse ondernemers wordt daarom het tarief gefaseerd ingevoerd. Per 1 januari 2012 50% van het definitieve tarief, per 1 januari 2013 zal het 75% en per 1 januari 2014 100% van het definitieve tarief worden. Dat betekent dat per 1 januari 2014 het definitieve volledige tarief in rekening gebracht wordt van € 18,00 per vierkante meter per jaar. Uiteraard geldt daarnaast wel dat jaarlijks een reguliere indexering van de tarieven zal plaatsvinden.

Post l roeiboten, kano’s en waterfietsen bestemd voor de verhuur

De belasting van dit type niet motorisch aangedreven vaartuigen in het binnenhavengebied van Leiden is beperkt en dat legitimeert een lager tarief dan de motorisch aangedreven vaartuigen.

Post m dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten

Het gebruik van dit type is in Leiden zeer beperkt en wat betreft de belasting op het binnenhavengebied vergelijkbaar met dat van de categorie passagiersschepen. Dat betekent een tarief van € 4,00 per vierkante meter per jaar voor dekschuiten, beunbakken en duw- en sleepboten. Wanneer dekschuiten in Leiden in gebruik zijn als bijvoorbeeld terrasboot geldt een tarief van € 21,78 per vierkante meter per jaar.

Post n voormalige bedrijfsvaartuigen in de Historische Sleepboothaven Oude Singel / Houtmarkt

De sleepboten in de Historische Sleepboothaven vielen voorheen in categorie j van de tarieventabel. Het tarief voor dit type vaartuigen was vastgesteld op € 14,24 per vierkante meter per jaar. Gezien het zeer beperkte gebruik van de binnenhaven van Leiden is een lager tarief gerechtvaardigd. Het tarief wordt gelijkgetrokken met dat van de categorie charterschepen. De sleepboten maken namelijk op een zelfde soort manier gebruik van de binnenhaven van Leiden. Het tarief voor deze categorie wordt dus € 4,00 per vierkante meter per jaar.

Post o voormalige bedrijfsvaartuigen Galgewater

Het tarief voor de historische bedrijfsvaartuigen in het Galgewater is gelijk aan dat van de categorie voor de historische sleepboten in de Sleepbotenhaven.

Post p

Voor historische vaartuigen die niet in categorie n of o vallen en die aantoonbaar ingeschreven zijn bij het Nationaal Register Varende Monumenten wordt een tarief van € 4 per vierkante meter gehanteerd.

Post q elektrisch aangedreven vaartuigen

Het gebruik van elektrisch aangedreven vaartuigen wordt gestimuleerd door voor deze vaartuigen in 2014 50% van het tarief van de categorieën h en j op te leggen.

Post r overig

Voor vaartuigen die niet in één van de categorieën te plaatsen zijn, wordt een tarief van € 18 per vierkante meter gehanteerd.

Vaststellen nieuwe tarieven bedrijfsvaartuigen

Bedrijfsvaartuigen zijn vanaf 2004 niet meer in de heffing van de binnenhavengelden betrokken. Voor de meeste bedrijfsvaartuigen die nu in Leiden voorkomen is zelfs nog nooit een tarief in rekening gebracht. Het type vaartuigen wat nu in Leiden vaart, is moeilijk te vatten in de oude tarieventabellen; heffing op basis van tonnage. Dat is ook primair de reden geweest om met nieuwe tarieven en nieuwe categorieën te komen, heffing op basis van een tarief per vierkante meter vaartuig. Omdat de meeste bedrijfsvaartuigen nog nooit betaald hebben kan er niet gesproken worden van een tariefstijging. Daarom wordt hier aangegeven wat een aantal soorten en maten vaartuigen op basis van het voorstel in 2012 gaan betalen. Een rondvaartboot van 8 bij 2,60 meter gaat in 2012, 187 euro per jaar betalen, een rondvaartboot van 15,60 x 3,35 meter gaat in 2012, 470 euro per jaar betalen. Een dekschuit van 17,75 x 4,20 meter gaat in 2012, 300 euro per jaar betalen en een duwboot van 8,50 x 3,40 meter zo’n 115 euro per jaar.

Indexeringspercentage

De trendverhoging voor 2012 is berekend op 2% voor de belastingen en andere heffingen.

Voor 2012 worden de tarieven van de categorieën a tot en met g verhoogd met 2%. Overigens wordt voor de berekening van de verhoging gewerkt met niet-afgeronde tarieven van voorgaande jaren. Hierdoor kan het voorkomen dat het tarief 2012 (rekenkundig afgerond op centen) iets afwijkt van 1,02 maal het tarief van 2011.