Sanctieregeling bovenwettelijke WW

Geldend van 29-02-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Sanctieregeling bovenwettelijke WW

Sanctieregeling Bovenwetttelijke WW

SANCTIEREGELING BOVENWETTELIJKE WW

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Werkingsfeer

Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 of artikel 8:6 van de CAR/UWO wordt ontslagen. Dit besluit is daarnaast van toepassing op de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 of artikel 8:6 van de CAR/UWO is ontslagen en een aanvullende of nawettelijke uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk 10d van de CAR/UWO.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van de regeling wordt verstaan onder

  • a.

    aanvullende uitkering: de uitkering tijdens de werkloosheidsuitkering;

  • b.

    nawettelijke uitkering: de uitwerking na afloop van de werkloosheidsuitkering;

  • c.

    ambtenaar: de ambtenaar die op grond van artikel 8:3 of 8:6 van de CAR/UWO wordt of is ontslagen en die zich in de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering of de periode van de nawettelijke uitkering bevindt;

  • d.

    re-integratiefase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen;

  • e.

    re-integratieplan: het plan van aanpak waarin de re-integratie- inspanningen van gemeente en de ambtenaar beschreven staan, die tot doel hebben de re-integratie van de ambtenaar te bevorderen;

  • f.

    werkloosheid: werkloosheid als bedoeld in de Werkloosheidswet, waarbij het arbeidsurenverlies voortvloeit uit de aanstelling of arbeidsovereenkomst bij de gemeente waaruit de werkloosheid plaatsvindt;

  • g.

    werkloosheidsuitkering: uitkering op grond van de werkloosheidswet, welke uitkering voortvloeit uit de aanstelling of arbeids- overeenkomst met de gemeente.

Artikel 3 Grondslag

Deze regeling berust op de artikelen 10:6, 10d:13 en 10d:19 van de CAR/UWO.

§ 2 Verplichtingen

Artikel 4 Indeling verplichtingen in categorieën

  • 1.

    Als verplichtingen van de eerste categorie worden beschouwd verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces.

  • 2.

    Als verplichtingen van de tweede categorie worden beschouwd verplichtingen ter opvolging van controlevoorschriften.

  • 3.

    Als verplichtingen van de derde categorie worden beschouwd de verplichtingen in het kader van re-integratie en werkhervatting.

  • 4.

    Als verplichtingen van de vierde categorie worden beschouwd de verplichtingen die gericht zijn op het beperken van het (financiële) risico van de gemeente.

  • 5.

    In een nadere regeling wordt uitgewerkt welke verplichtingen in ieder geval onder welke categorie vallen.

Artikel 5 Verplichtingen voor de ambtenaar

Gedurende de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de ambtenaar de verplichtingen die zijn opgenomen in nadere regeling bedoeld in de artikel 4, vijfde lid. In het individuele re-integratieplan kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.

§ 3 Sancties

Artikel 6 Sancties tijdens re-integratiefase

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van de bezoldiging.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 10% gedurende twee maanden met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van de bezoldiging.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de bezoldiging van 25% gedurende vier maanden met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van de bezoldiging.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een onmiddellijke ingang van het ontslag op grond van 8:3 of 8:6 van de CAR/UWO en het vervallen van het recht op de aanvullende en de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 7 Sancties tijdens aanvullende uitkering

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de aanvullende uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking van ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op aanvullende uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de aanvullende uitkering en het vervallen van het recht op de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 8 Sanctie tijdens nawettelijke uitkering

  • 1.

    Niet naleving van verplichtingen uit de eerste categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 5% gedurende één maand, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 2 procent of ten hoogste 20 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 2.

    Niet naleving van verplichtingen uit de tweede categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 10% gedurende twee maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 5 procent of ten hoogste 30 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 3.

    Niet naleving van verplichtingen uit de derde categorie worden gesanctioneerd met een korting op de nawettelijke uitkering van 25% gedurende vier maanden, met een mogelijkheid van afwijking tot ten minste 15 procent of ten hoogste 100 procent van het uitkeringsbedrag.

  • 4.

    Niet naleving van verplichtingen uit de vierde categorie worden gesanctioneerd met een blijvende gehele weigering van de nawettelijke uitkering.

  • 5.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd tweemaal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van een categorie hoger beschouwd.

  • 6.

    Indien de ambtenaar binnen 6 maanden tijd drie maal zijn verplichtingen niet nakomt, wordt het laatste feit als overtreding van de vierde categorie beschouwd.

Artikel 9 Recidive

Indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, artikel 7, vijfde lid en artikel 8, vijfde lid.

Artikel 10 Samenloop

Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.

Artikel 11 Afstemmen sanctie op ernst en verwijtbaarheid

Het percentage van de sanctie wordt verlaagd of verhoogd indien de verminderde of verhoogde ernst of verwijtbaarheid van het niet naleven van de verplichting daartoe aanleiding geeft.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze regeling indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang terugwerkende tot 1 januari 2012.

  • 2.

    Wijzigingen in de CAR/UWO die van invloed zijn op deze regeling zullen zo spoedig mogelijk na lokale bekrachtiging van de CAR/UWO zijn verwerkt in deze regeling.

    bovenwettelijk ww