Regeling vervallen per 29-12-2017

NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN ALS BEDOELD IN DE PARKEERVERORDENING

Geldend van 28-11-2013 t/m 28-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 29-10-2013

Intitulé

NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN ALS BEDOELD IN DE PARKEERVERORDENING

NADERE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN VOOR HET PARKEREN ALS BEDOELD IN DE PARKEERVERORDENING

Artikel 1

Bewonersvergunningen

  • 1.1

    De volgorde van plaatsing van aanvragen voor eerste bewonersvergunningen op een wachtlijst, als bedoeld in het derde en vierde lid van artikel 4 van de verordening, gebeurt op datum van binnenkomst.

  • 1.2

    De volgorde van plaatsing van aanvragen voor tweede bewonersvergunningen op een wachtlijst, als bedoeld in het derde lid van artikel 4 van de verordening, gebeurt op datum van binnenkomst.

  • 1.3

    Bij wachtlijsten, voor eerste en tweede bewonersvergunningen, wordt de hoogstgeplaatste vergunningaanvraag het eerst in behandeling genomen. De behandeling van de vergunningaanvraag vindt plaats op het moment dat er een bewonersvergunning vervalt dan wel ingetrokken wordt.

  • 1.4

    Met een bewonersvergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in de betaalde parkeerzone. De vergunning dient daarbij goed zichtbaar achter de voorruit geplaatst te worden. Er mag met een bewonersvergunning niet geparkeerd worden op plaatsen bij parkeermeters met een rode kap.

  • 1.5

    Een bewoner die aan kan tonen zijn / haar bewonersvergunning te hebben laten vervallen voor deelname aan een autodateproject, kan na beëindiging van deelname aan het autodateproject opnieuw voor een bewonersvergunning in aanmerking komen voor dezelfde zone, ongeacht het bestaan van wachtlijsten. Voorwaarde is dat de nieuwe aanvraag gedaan wordt binnen 26 weken na de vervaldatum van de oude bewonersvergunning.

  • 1.6

    Burgemeester en Wethouders kunnen een vergunning intrekken bij misbruik of het gelegenheid geven tot misbruik van de vergunning door de vergunninghouder.

  • 1.7

    Het kentekenbewijs van het voertuig waarvoor een vergunning wordt aangevraagd dient op naam van de aanvrager te staan. Het kentekenbewijs dient bij de aanvraag te worden getoond.

  • 1.8

    Bij het aanvragen van een bewonersvergunning voor een lease-auto dient er een leasecontract en een brief van de werkgever overlegd te worden waarin de aanvrager aangemerkt wordt als de bestuurder van de lease-auto. De aanvrager moet verder voldoen aan de formele eisen voor het verkrijgen van een parkeervergunning, als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a van artikel 3 van de verordening.

  • 1.9

    De bewonersvergunning wordt gesteld op kenteken. Op een eerste bewonersvergunning kunnen maximaal twee kentekens worden vermeld. Op een tweede bewonersvergunning kan maximaal één kenteken worden vermeld. De eisen gesteld in de overige leden van dit artikel gelden ook voor het tweede vermelde kenteken.

Artikel 2

Bedrijfsvergunningen

  • 2.1

    Bij de aanvraag van een bedrijfsvergunning, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b van artikel 3 van de verordening, dient een recent uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 3 maanden, overlegd te worden.

  • 2.2

    Met een bedrijfsvergunning kan geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in de betaalde parkeerzone. De vergunning dient daarbij goed zichtbaar achter de voorruit geplaatst te worden. Er mag met een bedrijfsvergunning niet geparkeerd worden op plaatsen bij parkeermeters met een rode kap.

  • 2.3

    Burgemeester en Wethouders kunnen een vergunning intrekken bij misbruik of het gelegenheid geven tot misbruik van de vergunning door de vergunninghouder.

Artikel 3

Vergunningen voor zorginstellingen.

  • 3.1

    Per instelling kunnen maximaal 5 parkeervergunningen, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c van artikel 3 van de verordening, worden verstrekt aan, in de gemeente Leiden gevestigde, zorg- of hulpverleningsinstellingen ten behoeve van de in dienst zijnde zorg- of hulpverleners. De aanvraag voor de parkeervergunning moet gemotiveerd gedaan worden door het bestuur / directie van de zorg- of hulpverleningsinstelling.

  • 3.2

    De zorgvergunning, als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder c van artikel 3 van de verordening, is geldig binnen de betaalde parkeerzone.

Artikel 4

Mantelzorgvergunning

  • 4.1

    Aan de mantelzorgontvanger wordt maximaal 1 mantelzorgvergunning verstrekt.

  • 4.2

    De mantelzorgvergunning is 6 maanden geldig.

  • 4.3

    Op de mantelzorgvergunning kunnen maximaal 2 kentekens worden vermeld’.

  • 4.4

    De zorgontvanger dient woonachtig te zijn in de betaalde parkeerzone. De zorggever

    dient woonachtig te zijn buiten de betaalde parkeerzone en niet professioneel

    verbonden te zijn aan de zorgontvanger.

  • 4.5

    De zorgontvanger behoeft minimaal 8 per week of langer dan 3 maanden zorg.

  • 4.6

    De zorgontvanger is in het bezit van een AWBZ-indictie, die wordt afgegeven door een

    onafhankelijk arts van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg).

Artikel 5

Bezoekerskraskaart

  • 5.1

    Op aanvraag van de bewoner, die staat ingeschreven op een adres binnen de betaalde parkeerzone, waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, kunnen per adres een door het college vast te stellen maximum aantal kraskaarten per jaar verstrekt worden.

  • 5.2

    De kraskaart is geldig binnen de betaalde parkeerzone.

  • 5.3

    Met een kraskaart mag worden geparkeerd op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen, al dan niet met een rode kap.

Artikel 6

Autodatevergunningen

  • 6.1

    Er kunnen niet meer autodatevergunningen op aanvraag worden verstrekt dan het aantal

    autodateplaatsen dat wordt aangewezen.

  • 6.2

    Een autodatevergunning is geldig binnen de betaalde parkeerzone op de daartoe aangewezen

    autodateplaatsen, zoals bedoeld in de aanhef en onder v van artikel 1 van de verordening.

Artikel 7

Maatschapsvergunning

7.1 Per adres kan maximaal 1 maatschapsvergunning, als bedoeld in artikel 3.6 van de verordening,verstrekt worden aan een lid van de maatschap die woonachtig is binnen de betaalde parkeerzone.

  • 7.2

    Op een maatschapsvergunning kan slechts 1 kenteken vermeld worden. Dit kenteken dient op

    naam te staan van de maatschap.

  • 7.3

    De aanvrager dient een deelnemingsverklaring, maatschaps- of leenovereenkomst en een

    Jaarrekening te overleggen waaruit blijkt dat de auto gedeeld wordt met andere leden van de

    maatschap.

Artikel 8

Klussenbusvergunning

8.1.Bij aanvraag van een klussenbusvergunning, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder dvan artikel 3 van de verordening, dient een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan 3 maanden, overlegd te worden.

8.2. Een klussenbusvergunning, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder d van artikel 3 van de verordening, is geldig binnen de betaalde parkeerzone.

8.3 Bij de aanvraag van een klussenbusvergunning moet gemotiveerd door de aanvrager worden aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is de klussenbus te parkeren indien en voor zover in dat gebied voor en parkeerbelasting wordt geheven.

Artikel 9

Werknemersvergunning

  • 9.1

    De werknemersvergunning wordt gesteld op kenteken. Er kan slechts één kenteken worden vermeld.

  • 9.2

    Er kunnen maximaal 400 werknemersvergunningen worden uitgegeven gebaseerd op de vrijecapaciteit, gemeten in het bezettingsgraadonderzoek 2009, van de in artikel 7.5 voor deze vergunning bestemde terreinen.

  • 9.3

    Bij aanvraag van een werknemersvergunning zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder e van artikel 3.2 van de verordening dient een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan één maand , te worden overlegd.

  • 9.4

    Bij het aanvragen van een werknemersvergunning voor een lease-auto dient er een leasecontract en een brief van de werkgever overlegd te worden waarin de aanvrager aangemerkt wordt als de bestuurder van de lease-auto. De aanvrager moet verder voldoen aan de formele eisen voor het verkrijgen van een parkeervergunning, als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a van artikel 3 van de verordening.

  • 9.5

    Een werknemersvergunning, zoals bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder e van artikel 3.2

    van de verordening is geldig op werkdagen van 08.00 tot 18.30 uur op de volgende

    parkeerterreinen met uitzondering van de vergunninghoudersplaatsen op de aangewezen

    terreinen: Langegrachtterrein (naast Tweelinghuis)

    Morssingelterrein Stationsgebied

    Lakenplein (parkeerterrein)

  • 9.6

    De volgorde van plaatsing van aanvragen voor de werknemersvergunningen op een wachtlijst,

    als bedoeld in het 6e lid van artikel 4 van de verordening, gebeurt op datum van binnenkomst.

  • 9.7

    Bij een wachtlijst voor de werknemersvergunning, wordt de vergunningaanvraag die het hoogst op de wachtlijst staat als eerstvolgend in behandeling genomen. De behandeling van de vergunningaanvraag vindt plaats op het moment dat er een werknemersvergunning vervalt dan wel ingetrokken wordt.

Artikel 10

Het Besluit K.31.2 “Nadere voorschriften met betrekking tot het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren als bedoeld in de vigerende Parkeerverordening, zoals deze laatstelijk gewijzigd is bij collegebesluit van 17 januari 2012 wordt ingetrokken op de dag waarop dit besluit in werking treedt”;