Regeling vervallen per 01-01-2018

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2017

Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget

Artikel 1 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning Basis, Speciaal en Speciaal Plus luiden per periode van vier weken:

Type ondersteuning

Professional

Non – Professional

Huishoudelijke Ondersteuning Basis (t/m 24 uur)

€ 292,00

€ 224,00

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal (t/m 24 uur)

€249,00

€189,00

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal Plus (t/m 36 uur)

€ 396,00

€ 301,50

 

Artikel 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel Basis luiden per periode van vier weken:

Begeleiding Individueel Basis

Intensiteit 1 (gewoon, t/m 12 uur)

Intensiteit 2 (intensief, 12,01 t/m 24 uur)

Professional

€ 198,00

€ 594,00

Non-Professional

€ 132,00

€ 396,00

 

Lid 2.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel Speciaal luiden per periode van vier weken:

 

Begeleiding Individueel Speciaal

Intensiteit 1 (gewoon, t/m 12 uur)

Intensiteit 2 (intensief, 12,01 t/m 24 uur)

Professional

€ 249,00

€ 747,00

 

Artikel 3 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening Begeleiding Groep

Lid 1.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep Basis luiden per periode van vier weken:

Begeleiding Groep Basis

Intensiteit 1 (gewoon; t/m 24 dagdelen)

Intensiteit 2 (intensief; t/m 36 dagdelen)

Professional

€ 276,00

€ 690,00

Professional + vervoer

€ 333,00

€ 832,50

Non - Professional

€ 231,000

€ 577,50

Non - Professional + vervoer

€ 288,00

€ 720,00

        

Lid 2.

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Groep Speciaal luiden per periode van vier weken:

 

Begeleiding Groep Speciaal

Intensiteit 1 (gewoon; t/m 24 dagdelen)

Intensiteit 2 (intensief; t/m 36 dagdelen)

Professional

€ 423,00

€ 1057,50

Professional + vervoer

€ 486,00

€ 1215,00

 

Lid 3.

Indien met de bedragen genoemd in artikel 1 en 2 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur/dagdeel:

 

 

Professional

Non-professional

Huishoudelijke Ondersteuning basis (per uur)

€ 18,25

€ 14,00

Huishoudelijke ondersteuning speciaal (per uur)

€ 20,75

€ 15,75

Huishoudelijke ondersteuning speciaal plus (per uur)

€ 22,00

€ 16,75

Begeleiding individueel basis (per uur)

€ 33,00

€ 22,00

Begeleiding individueel speciaal (per uur)

€ 41,50

nvt

Begeleiding groep basis (per dagdeel)

€ 23,00

€ 19,25

Begeleiding groep basis met vervoer (per dagdeel)

€ 27,75

€ 24,00

Begeleiding groep speciaal (per dagdeel)

€ 35,25

nvt

Begeleiding groep speciaal met vervoer (per dagdeel)

€ 40,50

nvt

 

Artikel 4 Bedragen persoonsgebonden budget overige maatwerkvoorziening

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening kortdurend verblijf luidt: € 95,00 per etmaal (professional) met een maximum van 52 etmalen per kalenderjaar.

Lid 2.

Het persoonsgebonden budget voor de maatwerkvoorziening lijfgebonden ondersteuning luidt: € 33,00 per uur (professional), en € 22,00 per uur (non-professional).

Lid 3.

Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening maaltijdvoorbereiding luidt: € 20,75 per uur (professional), en € 15,75 per uur (non-professional).

Lid 4.

Het persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening kindverzorging luidt: € 23,25 per uur (professional), en € 17,50 per uur (non-professional).

Artikel 5 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget voor een hulpmiddel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties (A) en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering (B). Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, als bedoeld in het tweede lid, ten hoogste:

SOORT VOORZIENING

Totaal

(A+B)

Aanschaf

(A)

Verzekering en

onderhoud voor

hele periode (B)

duwwandelwagen voor continu

gebruik

€ 3.450,00

 

€ 2.950,00

 

€ 500,00

 

handbewogen rolstoel voor

incidenteel/kortdurend gebruik

€ 525,00

 

€ 400,00

 

€ 125,00

 

handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent/algemeen gebruik

€ 1.375,00

 

€ 1.125,00

 

€ 250,00

 

handbewogen rolstoel voor

actief gebruik

€ 2.600,00

 

€ 2.100,00

 

€ 500,00

 

elektrische rolstoel voor

(semi-)permanent gebruik, primair binnen, maar ook om het huis

€ 9.000,00

 

€ 6.600,00

 

€ 2.400,00

 

elektrische rolstoel voor

(semi-)permanent gebruik, primair buiten, maar ook binnenshuis

€10.250,00

€ 7.900,00

€ 2.350,00

scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur)

€ 3.300,00

€ 2.350,00

€ 950,00

scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur)

€ 3.800,00

€ 2.700,00

€ 1.100,00

scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur)

€ 4.950,00

€ 3.600,00

€ 1.350,00

 

Lid 2.

Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag (A+B), gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel 7).

 

Lid 3.

De restwaarde van het hulpmiddel wordt als volgt bepaald:

Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening

Restwaarde als percentage van het verstrekte aanschafgedeelte van het persoonsgebonden budget

Eerste jaar

80%

Tweede jaar

70%

Derde jaar

50%

Vierde jaar

40%

Vijfde jaar

30%

Zesde jaar

20%

Zevende jaar

10%

Artikel 6 Primaat van verhuizen

Het primaat van verhuizen kan worden toegepast indien de kosten van een noodzakelijke woningaanpassing hoger zijn dan € 10.000,00.

Als het primaat van toepassing is, kan zonder aparte aanvraag een maatwerkvoorziening in de vorm van een vergoeding in de meerkosten (verhuiskosten) worden verstrekt.

De cliënt kan voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing in aanmerking komen indien blijkt dat het primaat van de verhuizing niet binnen een redelijke en/of medische aanvaardbare termijn realiseerbaar is.

Artikel 7 Restwaarde maatwerkvoorziening in de vorm van een uitbouw

Indien een maatwerkvoorziening is verstrekt in de vorm van een uitbouw aan de woning, die eigendom is van de inwoner, kan er vanuit worden gegaan dat de woning in waarde is gestegen. Daarom dienen de door de gemeente gesubsidieerde kosten bij verkoop van de woning te worden terugbetaald volgens het afschrijvingsschema overeenkomstig het schema in artikel 5 lid 3.

Artikel 8 Bedragen persoonsgebonden budget maatwerkvoorziening beschermd wonen

De bedragen per dag per bewoner die een maatwerkvoorziening beschermd wonen ontvangt zijn als volgt:

Lid 1.

Inclusief wonen

Exclusief dagbesteding

Inclusief dagbesteding

Beschermd wonen met begeleiding (ZZP 1)*

€ 47,00

€ 73,50

Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding (ZZP 2)*

€ 75,75

€ 101,50

Beschermd wonen met intensieve begeleiding (ZZP 3)

€ 85,50

€ 114,50

Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZZP 4)

€ 102,75

€ 134,50

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering (ZZP 5)

€ 112,00

€ 143,75

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (ZZP 6)

€ 137,50

€ 170,50

* Er worden per 1-1-2015 geen nieuwe indicaties meer in ZZP 1 of 2 afgegeven.

 

Lid 2.

Overbruggingszorg per uur/dagdeel

Professional

Non-professional

Beschermd wonen individueel basis

€ 33,00

€ 22,00

Beschermd wonen individueel speciaal

€ 41,50

nvt

Beschermd wonen groep

€ 35,25

nvt

 Hoofdstuk 2 Bedragen maatwerkvoorzieningen voor vervoer

Artikel 9 Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer

Lid 1.

De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) bedraagt op jaarbasis in principe:

a. voor gebruik van het CVV 384 zones

b. voor vervoer vrij besteedbaar € 288,00

Lid 2.

Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV, moeten een bijdrage betalen in het CVV. De hoogte van deze bijdrage is gelijk aan het OV-chip –tarief (omgerekend naar een zonetarief). Het OV chip-tarief bedraagt € 0,73 per zone voor 65- en € 0,48 voor 65+.

Artikel 10 Bedragen maatwerkvoorzieningen vervoer

Lid 1.

De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:

  • 1.

    voor vervoer per taxi € 1.884,00

  • 2.

    voor een combinatie van taxi en vervoer met de eigen auto € 1.230,00 voor taxi € 942,00 plus voor vervoer met de eigen auto € 288,00

  • 3.

    voor een rolstoeltaxi € 2.832,00

  • 4.

    voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel € 576,00

  • 5.

    voor een combinatie van c en d:

    voor de rolstoeltaxi (1.000 kilometer) € 1.416,00

    plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1.000 kilometer) € 288,00

  • 6.

    Voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor € 240,00 

    Lid 2.

    De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:

  • 1.

    0% voor aanvragers tot 4 jaar;

  • 2.

    25% voor aanvragers van 4 tot 6 jaar;

  • 3.

    50% voor aanvragers van 6 tot 12 jaar; en

  • 4.

    75% voor aanvragers van 12 tot 16 jaar.

 

Lid 3.

Voor zover echtgenoten of partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.

Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.

 

Lid 4.

Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:

  • 1.

    100% van het aantal zones voor het gebruik van het CVV; en

  • 2.

    indien van toepassing, 50% van het vrij besteedbaar bedrag.

 

Lid 5.

Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.

 

Lid 6.

Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal kilometers met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.

Hoofdstuk 3 Financiële tegemoetkoming in de meerkosten

Artikel 11 Omvang van de financiële tegemoetkoming in de meerkosten

Lid 1.

De financiële tegemoetkoming in de meerkosten voor:

  • 1.

    vervoer per eigen auto bedraagt: € 576,00per jaar.

  • 2.

    verhuiskosten bedraagt: € 1.975,00 eenmalig.

  • 3.

    aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt: € 2.500,00 per drie jaar.  

Lid 2.

De persoon, aan wie een vergoeding in de meerkosten is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.

Hoofdstuk 4 Percentages bij het vaststellen van het persoonsgebonden budget.

Artikel 12 Percentage bij het vaststellen van het persoonsgebonden budget

Bij het vaststellen van het tarief voor het pgb kiest de gemeente voor het onderscheiden van verschillende tarieven:

Huishoudelijke ondersteuning en maaltijdvoorbereiding:

  • 1.

    82,5% van het uurtarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een professional,

  • 2.

    62,5% van het uurtarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een non-professional

Begeleiding individueel, overbruggingszorg individueel beschermd wonen, lijfgebonden ondersteuning en kortdurend verblijf:

  • 1.

    75% van het uurtarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een professional

  • 2.

    50% van het uurtarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een non-professional

Begeleiding groep en overbruggingszorg groep beschermd wonen:

  • 1.

    90% van het dagdeeltarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een professional,

  • 2.

    75% van het dagdeeltarief verbonden aan het resultaattarief zorg in natura voor inzet van het persoonsgebonden budget door een non-professional (n.v.t. bij speciaal)

Beschermd wonen ZZP met wonen (inzet van een non-professional is niet aan de orde):

  • 1.

    92% van het dagtarief verbonden aan het tarief zorg in natura VPT/scheiden wonen en zorg voor inzet van het persoonsgebonden budget met groepsbegeleiding

  • 2.

    90% van het dagtarief verbonden aan het tarief zorg in natura VPT/scheiden wonen en zorg voor inzet van het persoonsgebonden budget zonder groepsbegeleiding,

Hoofdstuk 5 Overgangsregeling persoonsgebonden budget beschermd wonen

Artikel 13 Overgangsregeling persoonsgebonden budget beschermd wonen thuis

Lid 1.

Cliënten met een indicatie voor beschermd wonen, afgegeven voor 1 januari 2015, die niet in een instelling of wooninitiatief wonen en voor wie geen indicatie voor begeleiding is of kan worden gesteld, ontvangen in verband met het overgangsrecht tot 31 december 2019, of tot het aflopen van de afgegeven indicatie een persoonsgebonden budget op basis van beschermd wonen.

Lid 2

Voor de cliënten genoemd in artikel 13 lid 1 gelden de volgende pgb bedragen:

Overgangsregeling pgb beschermd wonen thuis (professional)

Exclusief dagbesteding

Inclusief dagbesteding

Beschermd wonen met begeleiding (ZZP 1)

€ 41,75

€ 68,00

Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding (ZZP 2)

€ 67,25

€ 93,00

Beschermd wonen met intensieve begeleiding (ZZP 3)

€ 74,25

€ 102,50

Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZZP 4)

€ 89,25

€ 120,25

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering (ZZP 5)

€ 97,25

€ 128,75

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (ZZP 6)

€ 122,25

€ 156,25

 

Lid 3

Indien geen of slechts gedeeltelijke professionele zorg/ondersteuning wordt ingezet bij de overgangsregeling beschermd wonen thuis, zal een korting worden toegepast op de in lid 2 genoemde bedragen, die kan oplopen tot 20%. Dit is afhankelijk van de mate waarop professionele hulp wordt ingezet.

 Hoofdstuk 6 Bijdrage in de kosten van een voorzieningLid 1.

Cliënten met een indicatie voor beschermd wonen, afgegeven voor 1 januari 2015, die niet in een instelling of wooninitiatief wonen en voor wie geen indicatie voor begeleiding is of kan worden gesteld, ontvangen in verband met het overgangsrecht tot 31 december 2019, of tot het aflopen van de afgegeven indicatie een persoonsgebonden budget op basis van beschermd wonen.

Lid 2

Voor de cliënten genoemd in artikel 13 lid 1 gelden de volgende pgb bedragen:

Overgangsregeling pgb beschermd wonen thuis (professional)

Exclusief dagbesteding

Inclusief dagbesteding

Beschermd wonen met begeleiding (ZZP 1)

€ 41,75

€ 68,00

Gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding (ZZP 2)

€ 67,25

€ 93,00

Beschermd wonen met intensieve begeleiding (ZZP 3)

€ 74,25

€ 102,50

Gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging (ZZP 4)

€ 89,25

€ 120,25

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering (ZZP 5)

€ 97,25

€ 128,75

Beschermd wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging (ZZP 6)

€ 122,25

€ 156,25

 

Lid 3

Indien geen of slechts gedeeltelijke professionele zorg/ondersteuning wordt ingezet bij de overgangsregeling beschermd wonen thuis, zal een korting worden toegepast op de in lid 2 genoemde bedragen, die kan oplopen tot 20%. Dit is afhankelijk van de mate waarop professionele hulp wordt ingezet.

Hoofdstuk 6 Bijdrage in de kosten van een voorziening

Artikel 14 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.

Lid 2.

Het bepaalde in de voorgaande lid blijft buiten toepassing als:

  • 1.

    de maatwerkvoorziening bestaat uit een rolstoel;

  • 2.

    het een maatwerkvoorziening betreft in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen;

  • 3.

    de maatwerkvoorziening, een hulpmiddel is voor een belanghebbende jonger dan 18 jaar.

 

Lid 3.

De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:

  • 1.

    de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura;

  • 2.

    de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening;

 

Lid 4.

De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:

  • 1.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura, anders dan in eigendom;

  • 2.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget;

  • 3.

    gelijk aan de termijn tot de kostprijs van de voorziening is betaald, die in de toekenningsbeschikking van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening is vermeld.

 

Lid 5.

De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.

Artikel 15 Hoogte kostprijs voor berekening bijdrage maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning in natura bedraagt voor:

  • 1.

    Huishoudelijke Ondersteuning Basis: € 22,20 per uur;

  • 2.

    Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal: € 22,20 per uur;

  • 3.

    Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal Plus € 22,20 per uur.

 

Lid 2.

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening Begeleiding Individueel en/of lijfgebonden ondersteuning in natura bedraagt voor:

  • 1.

    Begeleiding Individueel Basis: € 22,20 per uur;

  • 2.

    Begeleiding Individueel Speciaal: € 22,20 per uur.

  • 3.

    Lijfgebonden ondersteuning: € 22,20 per uur.

     

Lid 3.

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening Begeleiding Groep in natura voor:

  • 1.

    Begeleiding Groep Basis: € 22,20 per dagdeel;

  • 2.

    Begeleiding Groep Speciaal: € 22,20 per dagdeel; 

Lid 4

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening kortdurend verblijf in natura voor:

  • 1.

    kortdurende verblijf : € 44,40 per etmaal met een maximum van 52 etmalen per kalenderjaar. 

Lid 5.

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening maaltijdvoorbereiding in natura voor:

  • 1.

    maaltijdvoorbereiding: € 22,20 per uur. 

Lid 6.

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening kindverzorging in natura voor:

  • 1.

    Kindverzorging : € 22,20 per uur. 

Lid 7

De wijze van berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening beschermd wonen in natura:

  • 1.

    voor beschermd wonen intramuraal (ZZP): op basis van door het ministerie van VWS bepaalde regels voor zorg met verblijf.

  • 2.

    De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening in natura voor :

  • 3.

    overbruggingszorg beschermd wonen (extramuraal): Volgens regels voor de eigen bijdrage Wmo extramuraal, zijnde € 22,20 per uur bij individuele begeleiding en/of € 22,20 per dagdeel voor begeleiding groep BW  

Lid 8 

De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening vervoer in natura voor:

  • 1.

    scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (8 km/uur) huurprijs per vier weken: € 24,50

  • 2.

    scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (10 km/uur) huurprijs per vier weken € 28,00

  • 3.

    scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (15 km/uur) huurprijs per vier weken € 33,25. 

Lid 9.

De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget.

De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor begeleiding en dagbesteding geleverd door een professional is maximaal 53% van het verstrekte (jaar)budget.

  • 1.

    De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen geleverd door een professional is maximaal 40% van het verstrekte (jaar)budget.

     

Lid 10.

De hoogte van de bijdrage in de kosten voor verblijf in de opvang wordt vastgesteld en geïnd door de opvanginstellingen. De instellingen die opvang verlenen zijn Stichting De Binnenvest, Stichting Vrouwenopvang Rosa Manus en Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen. Het uitgangspunt is dat voor de cliënt in ieder geval de norm voor zak- en kleedgeld, zoals genoemd in artikel 23 van de Participatiewet, beschikbaar blijft.

  •  

Lid 11.

Een cliënt is voor woonvoorzieningen met een kostprijs onder € 500,00 geen bijdrage verschuldigd.

  •  

Artikel 16 Bijdrage voor algemene voorzieningen

Lid 1.

Voor de volgende algemene voorzieningen is een inwoner een bijdrage in de kosten verschuldigd:

  • 1.

    huishoudelijke ondersteuning; 

    Lid 2.

    De bijdrage in de kosten van:

  • 1.

    Huishoudelijke Ondersteuning;

  • 1.

    bij een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (inclusief premie zorgverzekeringwet art. 23 lid 2) en in aansluiting op de systematiek van het minimabeleid: geen bijdrage.

  • 2.

    bij een inkomen vanaf 120% van het sociaal minimum (inclusief premie zorgverzekeringwet art. 23 lid 2) en in aansluiting op de systematiek van het minimabeleid: € 12,60 per uur;

  

Hoofdstuk 7 Overige bepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2017, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2017'.

  • 2.

    Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2017;

  • 3.

    Met inwerkingtreding van dit Besluit wordt het 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2016’ ingetrokken.