Regeling vervallen per 13-09-2019

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent terrassen Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017

Geldend van 12-12-2017 t/m 12-09-2019

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent terrassen Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017

Burgemeester en wethouders van Leiden,

gelet op het voornemen om de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen op grond van artikel 2:28 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2015 door de raad over te dragen aan het college;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit, onder de opschortende voorwaarde dat de raad de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen als bedoeld in artikel 2:28 lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening 2015 overdraagt aan het college

vast te stellen:

Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017

Artikel 1 Beleidsregels voor aanvraag terrasvergunning en nadere regels voor gebruik van een terras

  • a. Het terras en/of een terras op het water is gesitueerd direct aangrenzend aan of in de directe nabijheid van de horeca-inrichting van de aanvrager;

  • b. Terrassen zijn alleen mogelijk binnen de projectie van de perceelgrenzen, dat wil zeggen loodrecht vanaf de gevel van het pand. Terrassen die niet tegen de eigen gevel staan, maar bijvoorbeeld aan de overzijde van een rijbaan, rijloper of looproute, mogen niet binnen een afstand van 4 meter tot panden van derden worden geplaatst. Tenzij daarover overeenstemming is met de eigenaar van de betreffende panden;

  • c. Een terras op het water steekt niet meer dan 10 centimeter boven de kademuur uit;

  • d. Brandkranen moeten worden vrijgehouden, dat wil zeggen dat het is verboden voorwerpen die zwaarder zijn dan 15 kg te plaatsen of voorwerpen te verankeren in de grond -binnen een straal van 75 cm rondom een brandkraan;

  • e. Nooduitgangen en toegangen voor derden met de daarbij behorende looproute moeten worden vrijgehouden;

  • f. Terrassen mogen geen belemmering vormen voor de ambulante handel, kermis, evenementen en bijzondere gebeurtenissen;

  • g. Het is niet toegestaan objecten te plaatsen binnen een afstand van 50 cm aan weerszijden van een geleidelijn, markering of natuurlijke gidslijn ter aanduiding van looproutes voor mensen met een visuele beperking;

  • h. Een terras op een binnenplaats of binnenterrein, dat wil zeggen een plaats of een terrein dat omsloten is door woningen, is niet toegestaan, tenzij het college anders besluit. In dat laatste geval is het gebruik niet toegestaan tussen 23.00 en 09.00 uur. Het gebruik in de overige uren is slechts toegestaan indien de geluidsnormen uit de Wet Milieubeheer (Besluit algemene regels voor inrichtingen) zich daartegen niet verzetten;

  • i. Als zich in straten trottoirs bevinden, moet op die trottoirs een vrije breedte (obstakelvrije ruimte) resteren van 1,5 meter. Op de trottoirs van de Stationsweg, de Steenstraat, de Nieuwe Beestenmarkt, de Turfmarkt, de Prinsessekade, het Kort Rapenburg, de Breestraat, de Korevaarstraat, de Lange Mare en de Doezastraat moet de vrije breedte voor voetgangers minimaal 2 meter bedragen;

  • j. In stegen en straten die smaller zijn dan 4 meter en waar geen verkeer is toegestaan, zijn terrassen tegen de eigen gevel mogelijk tot 1 meter uit de gevel, tenzij redelijkerwijs te verwachten is dat omwonenden overlast (ten aanzien van geluid en vrije doorgang) zullen ondervinden, en mits de breedte voor een looproute minimaal 1,5 meter bedraagt;

  • k. Voor de toegang van calamiteitendiensten moet er aan de Beestenmarkt een vrije breedte van minimaal 4 meter bestaan tussen de gevelterrassen en de eilandterrassen;

  • l. Het college kan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid nadere eisen stellen aan de situering van de terrassen, dan wel besluiten om terrassen niet te vergunnen.

Artikel 2 Algemene nadere regels voor terrassen

  • a. De verstrekking van drank dient vanuit de inrichting plaats te vinden. Tappunten op terrassen zijn niet toegestaan, behalve in uitzonderlijke situaties als daarvoor door de Burgemeester voor zwakalcoholische dranken ontheffing is verleend volgens artikel 35 van de Drank- en horecawet;

  • b. Het terras en de omgeving (ook het aangrenzend openbaar water) dient vrij te blijven van papier, afval en andere ongerechtigheden, afkomstig van of veroorzaakt door het gebruik van het terras;

  • c. De terrasexploitant moet ervoor zorgen dat het terrasmeubilair zodanig is opgeslagen of neergezet dat er geen hinder voor het verkeer kan ontstaan;

  • d. De terrasexploitant is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door op het terras aanwezige bezoekers, te voorkomen of te beperken;

  • e. De terrasexploitant dient op eerste aanzegging van de gemeente medewerking te verlenen aan projecten, zoals herbestrating, reconstructie van wegen, vernieuwing van kabels en leidingen en dergelijke, en aan gemeentelijke taken in verband met openbare orde en veiligheid, zonder dat hij daaraan enig recht op schadevergoeding kan ontlenen;

  • f. Aanwijzingen gegeven door politie, brandweer, omgevingsdienst of daartoe dan wel door het college aangewezen ambtenaren dienen terstond door de terrasexploitant te worden opgevolgd;

  • g. Het college kan besluiten om gebieden aan te wijzen waar het verboden is om een terras te hebben;

  • h. Paracommerciële rechtspersonen als genoemd in artikel 4, lid 1 van de Drank- en Horecawet komen niet in aanmerking voor een terrasvergunning.

Artikel 3 Ruimtelijk-functionele nadere regels voor terrassen

  • a. Het terras dient te worden opgesteld volledig binnen de grenzen die worden aangegeven op debij de terrasvergunning behorende tekening

  • b. Terrasgrenzen worden waar nodig gemarkeerd met markeringspunaises waar de Leidse sleutelsop staan;

  • c. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor plaatsing van de markeringspunaises;

  • d. Voor versterkte- en niet versterkte muziek op een terras moet een evenementenvergunning wordenaangevraagd bij de Burgemeester.

Artikel 4 Nadere regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit van terrassen

  • a. Onder terrasmeubilair wordt verstaan: losse (sta)tafels, stoelen, bankjes zitelementen (inclusiefkussens), parasols, plantenbakken, zijschermen, prullenbakken, verlichtings- en verwarmingsob-jecten, menukaartstandaarden of menuborden en een uitgiftebuffet. Gecombineerd meubilair(met name grote picknicktafels) zijn niet toegestaan;

  • b. Objecten, anders dan onder a genoemd, zijn niet toegestaan;

  • c. Terrasmeubilair moet passend zijn bij de functie en beeldkwaliteit van de directe omgeving enmoet in goede constructieve en onderhouden toestand zijn;

  • d. De kleurstelling van het terrasmeubilair en alle met een omgevingsvergunning toegestane con-structies/objecten op en bij het terras dienen in een gedekte tint te zijn uitgevoerd;

  • e. Terrasmeubilair heeft geen afschermende werking en dient zowel qua situering als qua vormgeen belemmering te vormen voor het zicht op de directe omgeving;

  • f. De breedte van parasols overschrijdt niet de grenzen van het terras;

  • g. Plantenbakken mogen niet als (permanente) zijwand/terrasafscheiding worden gebruikt en hebbeneen hoogte van maximaal 0,70 meter en een oppervlakte van maximaal 0,70 vierkante meter. Debeplanting mag geen afschermende werking hebben;

  • h. Een menukaartstandaard of menubord geeft informatie over het te verkrijgen menu, een aanbiedingen/of een activiteit (niet zijnde handelsreclame). Maximaal twee exemplaren zijn binnen de terras-grenzen toegestaan. De maximale toegestane grootte is 1 m² per zijde;

  • i. Het is verboden de (straat)verharding tijdelijk dan wel permanent te bedekken;

  • j. Verwijderbare en/of tijdelijke zijschermen zijn toegestaan, met dien verstande dat

    • -

      de zijschermen loodrecht uit de gevel worden geplaatst, binnen de grenzen van het terraszoals opgenomen in de terrasvergunning en dus nooit langer dan de lengte (diepte) van hetterras;

    • -

      de hoogte van een zijscherm maximaal 1,5 m bedraagt met dien verstande dat het dichtedeel van een zijscherm (vanaf maaiveld) 0,70 m. bedraagt;

    • -

      de transparante invulling uit helder kleurloos glas of helder kunststof bestaat;

    • -

      de zijschermen zodanig zijn neergezet dat er geen hinder voor het verkeer kan ontstaan;

    • -

      op het vaste deel van het zijscherm logo's en teksten tot max. 35 cm bij 50 cm zijn toegestaan,geen handelsreclame;

    • -

      op het transparante deel van het zijscherm geen logo's, teksten en handelsreclame zijntoegestaan;

    • -

      de zijschermen buiten de terrasuren worden weggehaald.

  • k. Voor terrassen in de openbare ruimte, niet zijnde terrasboten, geldt dat permanente zijwanden,nagelvaste parasols of nagelvaste parasolvoeten niet zijn toegestaan, tenzij met een omgevings-vergunning vergund;

  • l. Het overkappen van een terras, in welke vorm dan ook, en/of het plaatsen van overige objecten,is, tenzij met een omgevingsvergunning vergund, niet toegestaan;

  • m. Een terras op het water is gelegen op een traditionele dekschuit met een gedekte tint;

  • n. Op het terras is in het geheel geen reclame op terrasmeubilair of op met een omgevingsvergunningvergunde objecten - toegestaan anders dan op de volants van parasols en op luifels (markiezenen uitvalschermen);

  • o. Het college kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van dit artikel.

Artikel 7 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017’.

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Beleidsregels en Nadere regels Terrassen 2017’.

Toelichting

In artikel 1, 2 en 3 zijn enkele (beleids)regels opgenomen die van belang zijn bij de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden. Sommige van deze regels kunnen ook van toepassing zijn op vergunde terrassen. Zo kan de regel dat er een obstakelvrije ruimte moet zijn van 1,5 meter (artikel 1 i) aanleiding zijn om voor dat deel geen terrasvergunning te verstrekken. Ook is het mogelijk dat er wel een terrasvergunning wordt verstrekt, maar dat de vergunninghouder hier geen objecten op mag plaatsen. Aangezien de vergunninghouder precario betaalt over het vergunde terras zullen dit soort keuzes in overleg met de aanvrager worden gemaakt.

De hier genoemde regels zijn niet uitputtend. Een aanvraag voor een terrasvergunning wordt altijd getoetst aan de eisen opgenomen in artikel 2:28 van de APV en de daarop gebaseerde nadere regels en voorschriften. Een vergunninghouder moet zich houden aan hetgeen in de artikel 2 tot en met 4 is opgenomen. Wordt er strijdigheid geconstateerd, dan kan handhavend worden opgetreden door het opleggen van een last onder dwangsom/bestuursdwang, dan wel kan de vergunning door het college worden ingetrokken.

Artikel 4 onder a. is opgenomen wat wordt verstaan onder terrasmeubilair. Op de terrassen is los meubilair toegestaan. Gecombineerd meubilair (met name grote picknicktafels) past niet bij de beeldkwaliteit van de (historische) binnenstad. Fietsenrekken, paaltjes en reclameborden bijvoorbeeld zijn zaken die niet worden aangemerkt als terrasmeubilair.

Artikel 4 onder d. Terrasmeubilair en andere vergunde, objecten op en bij het terras, dienen in een gedekte tint te zijn uitgevoerd. Daarbij moet ter illustratie worden gedacht de standaardkleur voor objecten in de openbare ruimte RAL 7016 (donkergrijs) of de donkergroene kleur van de Leidse Lantaarn. Het gaat erom dat felle, knallende en/of fluorescerende kleuren niet zijn toegestaan. De achtergrond van deze bepaling is de wens om de kleurstelling van het terrasmeubilair en andere objecten en constructies op en bij het terras vooral in de binnenstad te laten aansluiten bij de historische, monumentale sfeer.

Artikel 4, onder e. en onder g. Uitgangspunt bij het gemeentelijke Handboek Openbare Ruimte voor de binnenstad is terughoudendheid bij het plaatsen van inrichtingselementen. Dit is om een rustige inrichting van de openbare ruimte te realiseren om belevingswaarde en verblijfskwaliteit te verbeteren. De openbare ruimte van de binnenstad is fijnmazig met relatief open ruimten en een hoge gebruiksdruk. De openbare ruimte is publiek domein, voor iedereen toegankelijk en door iedereen te gebruiken. De verblijfsruimte loopt van gevel tot gevel, waarbij het bestratingsvlak op één niveau ligt. Dit is de zogenaamde stadsvloer, die gebaat is bij eenheid en rust. Zoveel mogelijkheid zichtbaarheid van de stadsvloer draagt bij aan open profiel en zorgt ervoor dat gebouwen die de openbare ruimte omzomen beter tot hun recht komen. De verblijfskwaliteit dient voorrang te krijgen boven gebruikskwaliteit en de kwaliteit van de openbare ruimte moet minimaal even hoog zijn als de gebouwen. Dat betekent dat het profiel van gevel tot gevel zo open mogelijk moet zijn, maar ook open is langs de waterkanten van de grachten om beleving van en zicht op het water mogelijk te maken. Plantenbakken en meubels met gesloten zittingen of gesloten achter- en zijvlakken hebben een afschermende werking. De visuele openheid wordt verstoord door versnippering van ruimte en het onttrekken aan zichtbaarheid en beleving van de stadsvloer en het water van de gracht. Bij vaste plantenbakken kan verrommeling ontstaan door stallen van fietsen en plaatsen van afvalcontainers en buitenopslag.

Artikel 4 onder f. Achtergrond van deze bepaling is de veiligheid (gebruikers van de rijbaan en trottoirs), de zichtbaarheid, maar ook de beeldkwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte. Bij de loopdoorgang op het trottoir is een kleine overschrijding van de parasol van de terrasgrens toelaatbaar. Een overschrijding mag niet hinderlijk/gevaarlijk zijn voor -voetgangers en geen afbreuk doen aan de beeldkwaliteit van de omgeving.

Artikel 4 onder j. Daar waar gesproken wordt over verwijderbare of tijdelijke zijwanden dient te worden gedacht aan losse schermen, (losse) wanden, windschermen, (parasol)flappen, touwhekjes of andere terrasafscheidingen.

Artikel 4, onder k. Dit geldt voor terrassen in de openbare ruimte, waaronder terrassen op kades. Het omgevingsrecht is niet van toepassing op een terrasboot. M.a.w. voor een terrasboot zelf hoeft geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Artikel 4, onder m. Dit geldt niet als dit in een evenementenvergunning is geregeld, zoals een evenementenvergunning voor de viering van Leidens Ontzet.

Artikel 4, onder n. Voor terrasboten geldt op grond van de APV dat er sprake dient te zijn van een traditionele dekschuit met zwarte kleur, tenzij het college hiervan vrijstelling verleent.

Artikel 4 onder p. Het college kan desgevraagd ontheffing verlenen ter zake van de Nadere regels met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit van terrassen (artikel 4). In lijn met de structuurvisie ‘Verder met de Binnenstad’ is bijvoorbeeld in het noordoostelijke gedeelte van de binnenstad (’de innoverende stad’) meer diversiteit en contrast mogelijk. Alvorens een besluit te nemen vraagt het college advies aan de gemeentelijke Toets- en Advies Commissie Openbare Ruimte (TACOR).

Indien er twijfel is of het terras(-meubilair) voldoet aan hetgeen is opgenomen in artikel 4, geldt dat er sprake is van een overtreding van de regels. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld om conform artikel 4 onder q bij het college een ontheffing aan te vragen. Dit dient plaats te vinden binnen 2 weken na de melding van de overtreding. Gedurende de behandeling van de ontheffing wordt er niet handhavend opgetreden. Wordt de ontheffing niet verleend en wordt daartegen bezwaar gemaakt, dan wordt, alvorens handhavend op te treden, het besluit op het bezwaar afgewacht.

Daar waar gesproken wordt over een (omgevings)vergunning wordt bedoeld een vergunning op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de Wabo. Daarin is opgenomen dat voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals permanente zijwanden, nagelvaste parasols, nagelvaste parasolvoeten en andere constructies een omgevingsvergunning is vereist. Alvorens tot het plaatsen van dergelijke zaken over te gaan wordt aangeraden contact op te nemen met de gemeente.

Het Modellenboek Gevelreclame geeft de regels voor gevelreclame, uitstallingen en dergelijke.

Definities:

Natuurlijke gidslijn: een verhoogde kantopsluiting, een speciale gootlijn en/of een keienstrook die in de straatinrichting aangelegd zijn als voorziening voor mensen met een visuele beperking.